Coronavaccins: hoe krijgen we ooit de hele wereld geprikt?
Elke Belg weet nu ongeveer wanneer hij een vaccin tegen covid-19 kan krijgen. In India kunnen ze daar alleen maar van dromen. Hoe krijgen we zo snel mogelijk 14 miljard vaccins voor elkaar? ‘Politici hebben last van het stockholmsyndroom als ze met farmabedrijven onderhandelen.’
Heel even leek de coronapandemie voor wereldwijde verbinding te zorgen. Terwijl overal gezondheidssystemen aan het wankelen gingen en lockdowns werden afgekondigd, toonde de internationale gemeenschap zich verbazend eensgezind. In april 2020, toen er van coronavaccins nog geen sprake was, werd Covax opgericht: een wereldwijd fonds waarmee lage- en middeninkomenslanden vaccins zouden kunnen aankopen. Er werd overeengekomen om een stappenplan op te tuigen, waarbij wereldwijd eerst de zorgwerkers en kwetsbaren gevaccineerd zouden worden. Er kwam ook een covid-19 Technology Access Pool, waarin bedrijven kunde en kennis zouden delen. Leiders als de Franse president Emmanuel Macron en de Duitse bondskanselier Angela Merkel verklaarden dat het vaccin gemeengoed moest zijn voor de hele wereldbevolking.
De wereld staat in brand: dit is dus niet het moment om te hopen dat de vrije markt het allemaal wel zal oplossen.
Gregg Gonsalves, epidemioloog en jurist aan Yale University
En toen waren er plots vaccins, veel sneller dan veel mensen hadden durven te hopen. Helaas bleek toen ook de aloude wetmatigheid van Thucydides nog steeds te gelden: de machtigen doen wat ze kunnen, en de zwakken lijden wat ze moeten. Terwijl voorheen collectief onderhandeld werd over de prijzen en de distributie van de vaccins, ontstond plots een golf van vaccinnationalisme. Zoals in het begin van de eerste lockdown massaal wc-papier werd gehamsterd, zo monopoliseerden de rijkste landen al snel de beperkte voorraad vaccins. Van de ongeveer 900 miljoen geproduceerde vaccindosissen was begin april meer dan 81 procent naar landen uit de geïndustrialiseerde wereld gegaan. ‘De westerse landen hebben Covax volledig uitgehold’, zegt Els Hertogen, algemeen directeur van de solidariteitskoepel 11.11.11. ‘Door bilateraal met de farmabedrijven te onderhandelen, hebben ze de prijzen opgedreven, waardoor het voor de armere delen van de wereld bijna onmogelijk is geworden om aan voldoende vaccins te raken. De epidemie had al een veel zwaarder economisch en sociaal effect op de armste landen. Het vaccinnationalisme heeft de kloof tussen arm en rijk nog groter gemaakt.’
Nochtans is het duidelijk dat er uiteindelijk niets anders opzit dan de hele wereld zo snel mogelijk te vaccineren. Hoe langer de pandemie woedt, des te groter wordt de kans op nieuwe varianten waartegen de bestaande vaccins niet werken. De uitbraak in India, en de variant die daar ondertussen is ontstaan, bewijzen dat pijnlijk. ‘Eigenlijk is het eenvoudig’, zegt Gregg Gonsalves, epidemioloog en jurist aan Yale University. ‘We hebben zo snel mogelijk 14 miljard vaccindosissen nodig. Die 14 miljard dosissen zullen er niet komen als we het enkel vriendelijk vragen aan de grote farmaceutische bedrijven. De wereld staat in brand: dit is dus niet het moment om te hopen dat de vrije markt het allemaal wel zal oplossen.’ Daarenboven is er nog veel onzekerheid over de duurtijd van de bescherming die vaccins bieden. ‘De kans is reëel dat we binnen een jaar allemaal een boosterdosis nodig zullen hebben, of een nieuw vaccin dat beschermt tegen nieuwe varianten’, zegt Els Torreele, onderzoeker aan het Institute for Innovation and Public Purpose in Londen. ‘Dat lukt alleen als we de wereldwijde capaciteit drastisch opdrijven.’
De eerste dominostenen
Door de schrijnende ongelijkheid in geleverde vaccins worden nu openlijk vragen gesteld bij de patenten – in correct Nederlands: octrooien – die op de coronavaccintechnologie bestaan. Dat zijn de juridische overeenkomsten die bedrijven beschermen tegen het kopiëren van hun uitvindingen. In oktober dienden India en Zuid-Afrika al een voorstel in bij de Wereldhandelsorganisatie om een waiver uit te vaardigen, waarmee de bestaande vaccinoctrooien voor een bepaalde periode opgeschort worden. Zonder die patenten, zo luidt de redenering, krijgen meer bedrijven de kans om dus ook (veel) meer vaccins te produceren. Het verzet van het Westen daartegen was tot voor kort groot, maar ondertussen zorgt het debat zelfs in de Belgische politiek voor curieuze allianties. Bien étonnés de se retrouver ensemble staat PVDA-voorzitter Peter Mertens hierbij zij aan zij met voormalig Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten én met voormalig farmabaas Marc Coucke, die in De Afspraak vorige week het lossen van de octrooien een ‘morele plicht’ noemde. In de regering-De Croo sprak minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryem Kitir (Vooruit) zich al uit voor het lossen van de patenten, bij de Open VLD en de MR blijft het patent dan weer heilig.
Voor degenen die de farmaceutische industrie al langer kritisch volgden, toont dat ook aan dat het hoog tijd wordt om het hele financieringsmodel van farmaceutische innovaties tegen het licht te houden. Ellen ’t Hoen is directeur van Medicines Law & Policy en verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze werkte ook lange tijd voor Artsen Zonder Grenzen. ‘De farmaceutische industrie ziet deze crisis natuurlijk ook als een business opportunity’, zegt ze. ‘ Daar moeten we niet van staan te kijken, want dat zijn nu eenmaal commerciële bedrijven. In het verleden werd het ontwikkelen en produceren van vaccins als een overheidstaak gezien. Nederland had vroeger een eigen onderzoeksinstituut en vaccinfabriek, maar het leek toen efficiënter om dat aan bedrijven over te laten. Vooral ontwikkelingslanden betalen daar nu de prijs voor.’
Tegelijk is het niet zo dat het lossen van de patenten de vaccinproductie onmiddellijk opdrijft. ‘Op elk coronavaccin rust een hele batterij octrooien’, verduidelijkt Sven Bostyn, professor biomedisch innovatierecht aan de Universiteit van Kopenhagen. ‘Er bestaan octrooien op de samenstelling en op de bestanddelen, maar er zijn ook octrooien op de platformtechnologie voor die vaccins, zoals de befaamde mRNA-technologie. Elk schroefje in zo’n technisch proces heeft bij wijze van spreken een eigen patent.’ Bostyn wijst erop dat het belangrijkste deel van het productieproces bij farmaceutische bedrijven bedrijfsgeheimen zijn waarvoor geen octrooi wordt aangevraagd. ‘Veel farmaceutische bedrijven willen dat niet’, verduidelijkt Bostyn. ‘Na twintig jaar verloopt een octrooi, en kan iedereen die technologie of bereiding gebruiken. Productieprocessen gaan vaak vele decennia mee, en bedrijven hebben er alle belang bij dat ze niet bekend raken. Vergelijk het met Coca-Cola: daar bestaat ook geen octrooi op, en we weten vandaag nog altijd niet hoe het gemaakt wordt.’ Dat neemt natuurlijk niet weg dat de patenten wel degelijk een noodzakelijke stap zijn. ‘Het vrijgeven van de patenten is de eerste dominosteen die moet vallen’, benadrukt Geertrui Van Overwalle, rechtenprofessor aan de KU Leuven en gespecialiseerd in octrooirecht. ‘Eigenlijk is dat pas het begin. De klinische testdata moeten daarna nog beschikbaar gesteld worden, er moet technische knowhow gedeeld worden en er moeten fabrieken gebouwd worden die in staat zijn die vaccins te produceren. Maar het kan alleen als die eerste dominosteen valt.’
Voor Nico Callewaert is het debat over patenten niettemin een ‘symbooldiscussie’. Hij is directeur van het VIB-UGent Center for Medical Biotechnology en werkt aan antistoffen tegen het coronavirus. ‘Ik zeg niet dat er op lange termijn geen discussie over patenten moet komen, maar nu is dat echt niet het grootste probleem.’ Callewaert is bovendien het mildst voor de huidige verdeling van vaccins. ‘Het is niet onlogisch dat Europa en de VS tot nu toe de meeste vaccins kregen. Tot voor enkele weken waren die gebieden ook duidelijk het zwaarst getroffen. De ramp in Brazilië is vooral een politiek verhaal, met een president die vaccins weigerde. India heeft dan weer zelf het bedrijf met de grootste productiecapaciteit ter wereld, mét een licentie van AstraZeneca. Nu de opstartproblemen stilaan opgelost raken, gaan ze daar ook naar honderd miljoen prikken per maand. Dat is genoeg om in enkele maanden de kwetsbaarste bevolkingsgroepen te vaccineren. Delen van Afrika, Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië kunnen het meest problematisch worden als zij nog met een grote uitbraak te kampen krijgen. Maar een snelle rekensom op basis van de cijfers die we nu al hebben, leert dat er tegen halfweg 2022 voldoende vaccins kunnen zijn voor 6 à 7 miljard mensen. De laatste maanden begint alles ook echt goed te draaien. Als dat zo blijft, zal het voornaamste probleem dus waarschijnlijk niet bij het aantal gefabriceerde dosissen liggen, maar wel bij een eerlijke verdeling over de wereld. Daar ligt de grootste en moeilijkste opdracht voor onze politici. Covax zou dus alvast beter opgeschaald worden.’
Dwanglicenties
De weerstand bij farmaceutische bedrijven blijft niettemin groot om meer openheid te tonen. Los van de winsten die ze eventueel mislopen, worden ook veiligheidsargumenten aangehaald, en de vrees dat generisch geproduceerde vaccins niet veilig zijn. De bedrijven zijn bovendien bang dat ze hun kennis en knowhow, zeker over de nieuwe mRNA-vaccins, definitief kwijt zijn aan (geopolitieke) concurrenten, en dat het opheffen van de patenten hen hoe dan ook zou ontmoedigen om nog in innovatie en onderzoek te investeren. ‘Dat laatste geldt mogelijk niet voor de coronavaccins’, zegt Van Overwalle. ‘Overheden hebben heel veel geld in het onderzoek naar die vaccins geïnvesteerd. We weten trouwens nooit wat de precieze kosten van hun innovaties zijn, want de bedrijven weigeren inzage te geven in hun kostenstructuur. Organisaties als Test Aankoop pleiten al jaren voor meer transparantie daarover.’
Er zijn wel degelijk historische precedenten. Toen de Amerikaanse biomedicus Jonas Salk in 1955 een vaccin tegen polio ontwikkelde, weigerde hij zijn uitvinding te patenteren. Salk vergeleek het patenteren van zijn vaccin met ‘een patent nemen op de zon’. Frederick Banting, de Canadese arts die er in 1923 in slaagde insuline te isoleren, schonk zijn patent weg voor een symbolische dollar en maakte zo van diabetes een gemakkelijk behandelbare ziekte. ‘Dit geneesmiddel behoort niet aan mij toe, maar aan de wereld’, aldus Banting. En ook recentere geschiedenis toont aan dat patenten omzeild kunnen worden. In 1998, toen aids in zijn land voor een ongeziene ravage zorgde, besloot de toenmalige Zuid-Afrikaanse president Nelson Mandela om de patenten op aidsgeneesmiddelen te negeren. 39 farmabedrijven trokken naar de rechter, omdat hun patenten werden geschonden. Maar door de wereldwijde verontwaardiging die daarop volgde, besloten ze in 2001 hun aanklacht alweer in te trekken. Volgens voorzichtige schattingen hebben die generische geneesmiddelen het leven van honderdduizenden Zuid-Afrikanen gered. ‘Dat bewijst ook dat de verontwaardiging die er vandaag heerst wel degelijk effect kan hebben’, aldus nog Van Overwalle.
Ook vandaag hebben overheden mogelijkheden om farmaceutische bedrijven tot medewerking te dwingen. Zo is er de dwanglicentie, een systeem waarbij de overheid in medische noodsituaties of in het algemeen belang een licentie verleent zonder toestemming van de octrooihouder. ‘Dwanglicenties zijn de ultieme stok achter de deur’, zegt Sven Bostyn. ‘Het is een manier om bedrijven onder druk te zetten om te onderhandelen, maar eigenlijk is het niet de bedoeling dat je ze gebruikt.’
Het zal in ieder geval alleen lukken als politici voldoende druk uitoefenen. Dat dat best mogelijk is, bewijst Joe Biden, die begin maart aankondigde dat de Amerikaanse farmareus Merck voortaan Johnson & Johnson-vaccins zou gaan produceren, nadat hij beide bedrijven met de nodige subtiliteit – en met de nodige subsidies – de arm had omgewrongen. Daarbij helpt het inderdaad dat zowel de Verenigde Staten als de Europese Unie het afgelopen jaar miljarden hebben geïnvesteerd in vaccinonderzoek. Ook bedrijven die niet direct overheidsgeld hebben aangenomen, bouwen verder op fundamenteel onderzoek dat grotendeels door overheden is gefinancierd. Bovendien hebben Europa en Amerika ook de productie van de vaccins geprefinancierd. ‘De Europese Commissie had veel harder moeten onderhandelen’, zucht Bostyn. ‘Ze had in de contracten met de farmaceutische bedrijven een verplicht volume moeten opnemen. Dan waren die bedrijven verplicht geweest om partners te zoeken die de productie konden garanderen. Nu is het een inspanningsverbintenis. Daarmee zet je die bedrijven niet onder druk.’
Ook Ellen ’t Hoen ergert zich aan de ‘angsthazerij’ van politici. ‘De farmaceutische bedrijven hebben natuurlijk ongelooflijk veel macht’, zegt ze. ‘Politici willen hen zeker niet al te veel in de weg leggen. Ze hebben last van het stockholmsyndroom als ze met de ceo’s van die bedrijven moeten onderhandelen.’
Paternalistisch
De vraagt blijft in welk tempo wereldwijd opgeschaald kan worden, zodra de farmaceutische bedrijven overstag gaan. Els Torreele zegt dat we vooral niet te ‘paternalistisch’ moeten doen, en denken dat andere landen dan het Westen daar niet toe in staat zouden zijn. Ze ziet het liefst verschillende hubs in de hele wereld ontstaan, die ook snel kunnen inspelen op het ontstaan van lokale varianten. Nico Callewaert van het Center for Medical Biotechnology is sceptischer. ‘Het gaat over de toelevering van heel gespecialiseerde producten. In normale omstandigheden zijn het teams van misschien wel 25 experts die voor weken of maanden het opstartproces in een nieuwe fabriek begeleiden’, zegt hij. ‘Met de reisbeperkingen die vandaag gelden is zelfs dat al moeilijk te organiseren.’ Volgens Callewaert kunnen beter ook de bestaande productiesites zo veel mogelijk worden opgeschaald, zoals Pfizer dit voorjaar al in Puurs heeft gedaan. ‘Vanuit de bedrijven is dit natuurlijk ook een heel onzekere situatie. Hoelang zal deze crisis duren? Zij bouwen fabrieken van honderden miljoenen euro’s voor minstens vijftien of twintig jaar, en liefst niet voor twee of drie jaar. Niettemin worden er vandaag al enorme inspanningen door de industrie geleverd.’
Ook ontwikkelingslanden zijn in staat om op grote schaal snel te vaccineren. Brecht Ingelbeen, onderzoeker bij het Instituut voor Tropische Geneeskunde, geeft het voorbeeld van Congo, waar in 2016 in drie maanden tijd de 15 miljoen inwoners van Kinshasa ingeënt werden tegen gele koorts. ‘Veel Afrikaanse landen organiseren jaarlijks poliovaccinatiecampagnes. Dat zijn enorm intensieve campagnes, waarbij letterlijk van deur tot deur wordt gegaan met vaccins. Er is voldoende opgeleid personeel. Het enige wat je nodig hebt, is geld om hen een dagvergoeding te betalen, en vaccins. Veel Afrikaanse landen zullen minder logistieke problemen hebben in hun vaccinatiecampagnes dan wij.’ Of de ervaringen uit Congo ook gelden voor covid-19, een ziekte die in Afrikaanse landen minder bekend is, valt natuurlijk moeilijk te voorspellen. Ingelbeen ziet redenen om aan te nemen van wel. ‘Voor de gemiddelde inwoner van Kinshasa is gele koorts ook een “vreemde” ziekte, waarmee hij eigenlijk nooit in contact komt. Toch heeft meer dan 90 procent van de bevolking zich laten inenten. Ik denk dat zij covid-19 als een veel grotere bedreiging zien.’
Heel even leek de vaccinatiecampagne een ongezien moment voor Big Pharma om haar altijd al wat bezoedelde imago op te poetsen. De onvoorstelbare snelheid waarmee ze de vaccins wist te ontwikkelen, deed haar aanzien terecht toenemen. De laatste weken zijn de loftuitingen verstomd, en hebben (oude) pleidooien voor hervormingen het weer overgenomen. De vraag is of dat wel zo verstandig is. ‘Een reden waarom farmaceutische bedrijven vandaag weigeren toe te geven, is hun angst dat daaruit een hervorming van hun hele businessmodel zal voortkomen’, denkt Torreele. ‘Maar dat kan geen excuus zijn om vandaag niet al het nodige te doen om zo veel mogelijk levens te redden. De pandemie is lang nog niet voorbij. Integendeel, onlangs hadden we wereldwijd nog het hoogste aantal nieuwe besmettingen per dag.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier