Super Tuesday: nu wordt het echt Bernie versus Biden
Pete Buttigieg, Amy Klobuchar en Tom Steyer staakten hun campagnes voor het presidentschap aan de vooravond van Super Tuesday. Wat doet dat met de kansen van de overgebleven kandidaten, zoals koploper Bernie Sanders?
Na de voorverkiezingen in South Carolina afgelopen zaterdag gooide miljardair Tom Steyer de handdoek in de ring. Hij had meer dan 20 miljoen dollar uitgegeven in de staat, maar werd derde na een massale overwinning van Joe Biden (Bernie Sanders werd tweede). Steyer haalde bovendien de kiesdrempel van 15 procent niet en hield daarom geen kiesmannen over aan de vierde staat waar voorverkiezingen werden gehouden.
Een dag later kondigde Pete Buttigieg aan het voor gezien te houden. ‘Ik zal niet meer proberen de Democratische kandidaat te worden in 2020, maar ik zal er alles aan doen om te zorgen dat we in januari een Democratische president inaugureren’, zei hij in zijn afscheidsspeech. Buttigieg begon sterk aan de voorverkiezingen, met een eerste plaats in Iowa en een tweede in New Hampshire. Maar in de veel minder witte staten Nevada en South Carolina kon hij die voorsprong niet vasthouden.
En op maandag sloot ook Amy Klobuchar zich aan bij de terugtrekkers. Ze was in Iowa vijfde geworden maar eindigde in New Hampshire verrassend op de derde plaats, waardoor ze ineens in het momentum had. Toch vielen ook haar resultaten in Nevada en South Carolina tegen.
Waarom nu?
Waarom stoppen de kandidaten er nu mee, terwijl de grote meerderheid van de kiesmannen nog uitgeeld moet worden? Dat heeft te maken met geld, peilingen en het consolideren van de gematigde stem.
Om te beginnen met geld: na de teleurstellende resultaten in Nevada en South Carolina zou het voor Buttigieg en Klobuchar een stuk moeilijker geworden zijn donoren te werven. Zeker met de matige vooruitzichten in de peilingen in de veertien Super Tuesday-staten (plus het territorium Guam, dat dinsdag ook stemt). Het sponsorargument gaat minder op voor Steyer, die zijn eigen campagne financierde en in theorie daarmee door zou kunnen. Maar praktisch gezien kan het niet als erg goede investering gezien worden om 20 miljoen in een staat te steken die je vervolgens geen kiesmannen oplevert.
Door zich voor Super Tuesday terug te trekken, maken Buttigieg en Klobuchar van de voorverkiezingen een tweestrijd: Bernie versus Biden.
Maar alle drie de namen staan al op de stembiljetten voor dinsdag. Sterker nog, in veel staten mochten kiezers al weken per post hun stem uitbrengen (het zogenaamde early of absentee voting). De marginale kosten van woensdag, na Super Tuesday uit de race stappen, zouden niet groot geweest zijn voor de kandidaten.
Maar in het geval van Buttigieg en Klobuchar is het opgeven vóór Super Tuesday strategisch slim. Op die manier zou de gematigde stem wel eens geconsolideerd kunnen worden.
Bernie versus Biden
Bernie Sanders heeft het goed gedaan in de voorverkiezingen tot nu en staat er goed voor in peilingen in verschillende Super Tuesday-staten, waaronder de giganten Californië en Texas. Biden leek na Iowa en New Hampshire op leven na dood, maar maakte dat goed met een solide resultaat in Nevada en een massale overwinning in South Carolina. Hij liet daarmee zien wel degelijk steun te vinden bij een bepaalde groep kiezers, voornamelijk ouderen en zwarte Amerikanen.
Buttigieg en Klobuchar hebben na hun vertrek uit de race aankondigd Biden te steunen voor de Democratische nominatie. Daarmee willen ze aan hun supporters aangeven dat Biden de beste keuze voor hen is.
De reden daarvoor is niet moeilijk te bedenken: Buttigieg en Klobuchar behoren net als Biden tot het gematigde midden van de Democratische partij, die koste wat kost een overwinning van Bernie Sanders wil voorkomen. Door zich voor Super Tuesday terug te trekken, maken Buttigieg en Klobuchar van de voorverkiezingen een tweestrijd: Bernie versus Biden.
En niet geheel onbelangrijk: door nu een stapje opzij te doen, zetten ze geen kwaad bloed bij het establishment van de Democratische partij en maken ze zelfs kans op een belangrijke post in een eventuele Biden-regering.
Goed nieuws voor Biden en Warren, slecht nieuws voor Sanders
Heeft Biden dan de meeste baat bij het terugtrekken van Klobuchar en Buttigieg? Ja, maar hij deelt de winst met Elizabeth Warren. Beide kandidaten schommelden voor de bekendmakingen net onder de 15 procent in sommige staten, de kiesdrempel om kiesmannen te winnen (die voor wie de kiesdrempel haalt proportioneel verdeeld worden). In Californië bijvoorbeeld is dat heel relevant. Daar zijn 415 kiesmannen op te halen. Voordat Buttigieg en Klobuchar zich terugtrokken, zou Sanders volgens de peilingen de enige zijn geweest die de kiesdrempel zou halen. Dan had hij alle 415 kiesmannen mogen hebben. Nu lijkt het erop dat Biden 18 procent van de stemmen en Warren 16 procent krijgt, zodat ook zij kiesmannen krijgen toebedeeld. Dat maakt het terugtrekken van Klobuchar en Buttigieg vooral slecht nieuws voor Sanders.
De kans dat er ten tijde van de Democratische conventie, medio juli in de staat Wisconsin, geen enkele kandidaat een absolute meerderheid aan kiesmannen heeft, is inmiddels 70 procent.
In dat opzicht lijkt de strategie van het consolideren van de gematigde stem te werken. Als ook Bloomberg zich terug zou trekken, zou Biden misschien een nog grotere opstoot krijgen, maar die kans is vrijwel nihil: Super Tuesday is nu juist de eerste keer dat Bloomberg op de stembiljetten staat. En hij heeft heel veel geld uitgegeven aan advertenties en personeel om kiezers voor zich te winnen.
Uiteindelijk moeten alle kansberekeningen van de laatste dagen met een korrel zout genomen worden. Veel peilingen waarop zulke berekeningen gebaseerd zijn, werden afgenomen voordat Biden South Carolina won en voordat Steyer, Buttigieg en Klobuchar zich terugtrokken.
Brokered convention
Wat het terugtrekken van Buttigieg en Klobuchar nog het meest heeft betekend op nationaal niveau, is dat de kans op een brokered convention groter is geworden. Fivethirtyeightschat die kans inmiddels op 70 procent. Dat betekent dat het waarschijnlijker is dat er ten tijde van de Democratische conventie, medio juli in de staat Wisconsin, geen enkele kandidaat een absolute meerderheid aan kiesmannen heeft. Het statistiekblog schat de kans dat Sanders die absolute meerderheid haalt 17 procent en de kans van Biden op 14 procent (Warren en Bloomberg maken daar vrijwel geen kans op).
Dat betekent dat kiesmannen na de eerste ronde stemmen, als er geen nominatie uit voortkomt voor ofwel Sanders ofwel Biden, ongebonden raken aan hun kandidaat. Ze mogen daarna in principe voor elke kandidaat stemmen. Dat is vooral relevant voor de kiesmannen die al zijn toebedeeld aan een van de kandidaten die zich heeft teruggetrokken. Bovendien zouden op een brokered convention in de tweede stemronde ook ruim 700 super delegates een stem krijgen.
Maar een brokered convention heeft al sinds 1952 niet meer plaatsgevonden. Het is onduidelijk hoe de Democratische partij zo’n situatie nu zou willen aanpakken. Na 2016 heeft de partij er juist voor gekozen de super delegates minder belangrijk te maken. Voorheen mochten zij met ‘gewone’ kiesmannen meestemmen, maar waren zij niet gebonden aan de stem van de kiezer. Dat leidde in 2016 tot groot ongenoegen van Sanders en zijn supporters, die het grote merendeel van de super delegates naar establishment-kandidaat Hillary Clinton zagen gaan. Die verandering is pas in 2018 doorgevoerd, dus het zou kunnen dat de partij de rol van de super delegates dit jaar niet te groot wil maken, wat bij een brokered convention wel het geval zou zijn.
Sanders heeft in ieder geval alvast gezegd dat hij vindt dat degene met de meeste kiesmannen, ook als dat niet een absolute meerderheid is, de nominatie moet krijgen. Biden op zijn beurt zei maandag juist voor het volgen van de vastgelegde regels (inclusief de super delegates) is. ‘De regels zijn vastgelegd’, zei hij tegen CNN, ‘en die verander je niet middenin het spel. Je houdt je aan de regels.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier