Socioloog Volodymyr Paniotto: ‘Oekraïners zijn even gelukkig als voor de oorlog’

Oekraïens koppel uit Kherson. © Getty

Hoe gaat het met de mensen in Oekraïne na twintig maanden oorlog? ‘Objectief gezien zijn veel mensen er slechter aan toe’, zegt Volodymyr Paniotto, hoogleraar sociologie aan de Nationale Universiteit Kiev-Mohyla Academie en medeoprichter van het Kiev International Institute of Sociology. Dat houdt al sinds de Oekraïense onafhankelijkheid in 1990 opiniepeilingen onder de bevolking. ‘Maar het is verbazingwekkend dat het geluksgevoel van de mensen weinig is veranderd. In mei van dit jaar zei 70 procent dat ze gelukkig waren. Voor de oorlog was dat een vergelijkbaar percentage. De overgrote meerderheid van de mensen is ook erg optimistisch. Ze geloven in de overwinning en dat Oekraïne over tien jaar een welvarende lidstaat van de EU zal zijn.

Hoe verklaart u dat?

Volodymyr Paniotto: In het licht van de reële dreiging in een totalitair Rusland te moeten leven, beoordelen mensen hun situatie anders. Ze zijn er trots op Oekraïner te zijn en focussen op het wezenlijke. Het feit dat ze nog in leven zijn, hun familieleden gezond zijn en in relatieve veiligheid verkeren, volstaat om gelukkig te zijn.

In welke zin heeft de oorlog de samenleving nog veranderd? Is er meer eenheid dan vroeger?

Paniotto: Oekraïne is inderdaad meer verenigd dan ooit tevoren. Het vertrouwen in de staat, de autoriteiten en de media is aanzienlijk gegroeid. Maar de oorlog heeft ook nieuwe spanningen in de samenleving gecreëerd. De bevolking valt uiteen in nieuwe groepen. De meeste Oekraïners zijn na de invasie niet van woonplaats veranderd, maar toch zijn er ook miljoenen mensen naar het buitenland gevlucht. Miljoenen anderen hebben als binnenlandse ontheemden elders onderdak gevonden. Er leven nu ook meer Oekraïners onder Russische bezetting. En dan heb je nog de militairen en hun gezinnen, en de Oekraïners die door de bezettingsmacht onder onduidelijke omstandigheden naar Rusland zijn gebracht.

Hoe kijkt de Oekraïense meerderheid naar wie naar het buitenland is gevlucht en naar de Oekraïners die onder Russische bezetting leven?

Paniotto: Er zijn vooroordelen, vooral tegen Oekraïense mannen in het buitenland. Je leest veel verwijten op sociale netwerken: zij genieten daar van het leven terwijl wij hier vechten. Als we vragen hoe de vluchtelingen zullen worden ontvangen als ze na de oorlog zouden terugkeren naar Oekraïne, gelooft 50 procent dat daardoor wel problemen kunnen ontstaan. Ik vind dat de regering snel een beleid moet uitstippelen voor wie terugkeert. Oekraïne heeft die mensen nodig. Volgens de somberste scenario’s zou de Oekraïense bevolking, die voor de oorlog bijna 44 miljoen mensen telde, kunnen krimpen tot 25 miljoen.

Nog maar 50 procent van de vluchtelingen wil terugkeren na de oorlog.

Willen de vluchtelingen terugkeren?

Paniotto: In het begin van de oorlog zei ruim 80 procent van hen dat ze terug wilden. Nu wil nog maar 50 procent terugkeren. Mensen vinden werk, hun kinderen gaan naar school en ze hebben vooruitzichten in Europa. En helaas zal er na de oorlog weer een grote emigratiegolf komen, als de mannen die nu niet mogen vertrekken hun vrouwen en kinderen volgen die alleen zijn geëmigreerd.

En hoe denken de mensen in Oekraïne over hun landgenoten in de nieuwe bezette gebieden?

Paniotto: De meerderheid ziet hen als slachtoffers van de omstandigheden. Maar er zijn ook harde oordelen. De helft van de respondenten is van mening dat Oekraïense leraren die in bezet gebied les blijven geven strafrechtelijk vervolgd moeten worden.

In het buitenland wordt Kiev herhaaldelijk opgeroepen om met Moskou te onderhandelen. Dat zou betekenen dat Oekraïne delen van zijn grondgebied moet opgeven. Zijn de Oekraïners daartoe bereid?

Paniotto: Tot nu toe zijn er geen tekenen die daarop wijzen. In alle peilingen van het afgelopen anderhalf jaar was ongeveer 85 procent van mening dat Oekraïne geen enkel deel van zijn grondgebied mag opgeven om vrede te bereiken. In de laatste enquête van oktober 2023 daalde dat percentage tot 80 procent. Onder de mensen die direct door de oorlog worden getroffen, in het zuiden en oosten van het land, is de bereidheid om concessies aan Rusland te doen al gestegen van 8 naar 21 en van 13 naar 22 procent. Als er een lange loopgravenoorlog uitbreekt en Rusland geen nieuw grondgebied verovert, zal de bereidheid om compromissen te sluiten misschien toenemen, maar heel langzaam.

Lees meer over:

Partner Content