In een opvallende zet verwierp de Amerikaanse Senaat deze week met een overweldigende meerderheid een wetsvoorstel dat staten zou verbieden om hun eigen regels uit te vaardigen rond artificiële intelligentie (AI). Dat zelfs Republikeinse senatoren massaal tegenstemden, wijst op een kentering. ‘Blijkbaar zijn Republikeinen en Democraten het erover eens dat AI wel degelijk gereguleerd moet worden’, zegt filosofe en juriste Nathalie Smuha.
Eerder deze week verwierp de Amerikaanse Senaat een wetsvoorstel dat het reguleren van artificiële intelligentie (AI) op het niveau van de staten gedurende tien jaar moest verbieden. Maar liefst 99 van de 100 senatoren stemden tegen het wetsvoorstel, dat onderdeel uitmaakte van Donald Trumps ‘Big Beautiful Bill’.
‘Blijkbaar zijn Republikeinen en Democraten het erover eens dat AI wel degelijk gereguleerd moet worden’, zegt filosoof en jurist Nathalie Smuha, die internationaal bekendstaat als experte in AI-wetgeving en daarover het afgelopen academiejaar ook lesgaf aan de Universiteit van New York. ‘Door het wetsvoorstel weg te stemmen, houden nu ook de Republikeinen de deur open voor regulering op statelijk niveau.’
Big tech heeft sterk gelobbyd om het wetsvoorstel van Trump erdoor te krijgen. Waarom was dit voor hen zo belangrijk?
Nathalie Smuha: Een van de redenen is erg rationeel en begrijp ik dus heel goed. De VS telt vijftig staten, en als die er allemaal een andere AI-wetgeving op nahouden, wordt het voor AI-bedrijven een stuk moeilijker om hun producten op de markt te brengen. Die bedrijven zouden dan namelijk aan vijftig verschillende wetgevingen moeten voldoen.
Precies om die reden heeft Europa werk gemaakt van een overkoepelende AI Act. Als een Belgisch techbedrijf een AI-tool op de markt brengt, hoeft die niet aan de regelgeving van 27 afzonderlijke lidstaten te voldoen. Met de AI Act hebben we één algemene regel waar iedereen zich aan moet houden.
Maar in tegenstelling tot Europa is er in de VS geen overkoepelende, federale regelgeving die AI beteugelt.
Smuha: Inderdaad, vandaag is er in de VS geen federale AI-wetgeving en het lijkt me ook onwaarschijnlijk dat die er snel zal komen. Het is bijzonder moeilijk om Democraten en Republikeinen daarvoor op een lijn te krijgen.
‘De belangen van big tech en die van de federale regering zijn vaak nauw verweven.’
De belangen van big tech en die van de federale regering zijn vaak nauw verweven. Trump is de tech bro’s bijzonder genegen, en heeft ze nodig omdat hij in een competitieve race zit met China. Zowel de president als big tech willen dus hoegenaamd niet dat de ontwikkeling van AI gereguleerd wordt. Met dit wetsvoorstel wilde een groep Republikeinen niet alleen vermijden dat elke staat eigen regelgeving zou aannemen, ze wilden ook de bestaande regelgeving wegvagen, vanuit het idee dat regulering een obstakel is voor innovatie.
Is dat dan niet zo?
Smuha: Het schept een vertekend beeld, want je kan regulering ook gebruiken om AI te faciliteren. Stel dat je door middel van subsidies kleine bedrijven wil aanzetten om AI te produceren, dan heb je daar regulering voor nodig. Regelgeving stuurt innovatie ook in de richting die een maatschappij waardevol vindt, en kan vermijden dat innovatie belangrijke waarden schendt.
Maar er zijn dus wel staten die vandaag al hun eigen regulering hanteren?
Smuha: Zeker. Vanuit de bevolking is er vraag naar bescherming en sommige – vooral Democratische – staten hebben daarnaar geluisterd. Zo heeft Colorado een regelgeving aangenomen die eigenlijk sterk lijkt op de Europese AI Act. AI die geclassificeerd wordt als hoog risico, moet ook daar aan bepaalde voorwaarden voldoen.
In mei stemde het Huis van Afgevaardigden een eerste voorstel om de staten een verbod op te leggen om AI te reguleren. Toen stemden de Republikeinen bijna unaniem voor, terwijl alle Democraten tegen stemden. Nu stemde De Senaat met een verpletterende meerderheid tegen het wetsvoorstel die regulering op het niveau van de staten moest verbieden. Hoe komt het dat de Republikeinen zo hun kar gekeerd hebben?
Smuha: Daar bestaan verschillende verklaringen voor. Een ervan zou kunnen zijn dat de ‘Big Beautiful Bill’, waar de wetsbepaling onderdeel van is, zo’n lang document is dat heel wat Republikeinen die op het moment van de eerste stemming niet helemaal gelezen hadden. Alvast één Republikeinse vrouw heeft dat ook expliciet toegegeven, en heeft verklaard dat ze er anders wel tegen had gestemd. Ik weet natuurlijk niet hoeveel mensen er in een gelijkaardige situatie zaten, maar het lijkt er toch op dat niet iedereen goed op de hoogte was. Er waren ook sterke twijfels over de legitimiteit van zo’n voorstel, en of je zoiets kan introduceren in een grote wet die in principe enkel budgettaire aspecten reguleert.
‘Ik denk dat verschillende Republikeinen zijn gaan inzien dat dat wetsvoorstel behoorlijk ver ging, omdat die eigenlijk de bevoegdheid van staten wegnam om zelf zaken te reguleren.’
Bovendien denk ik dat verschillende Republikeinen zijn gaan inzien dat dat wetsvoorstel behoorlijk ver ging, omdat die eigenlijk de bevoegdheid van staten wegnam om zelf zaken te reguleren. Los van de vraag of dat wel legaal is, is dat precies wat de Republikeinen wél wilden ten tijde van Roe v. Wade. Toen het Hooggerechtshof oordeelde dat er geen federaal recht is op abortus en dat de staten daar zelf over moesten beslissen, werd dat door de Republikeinen warm onthaald. Als ze nu zeggen dat staten niet zelf mogen bepalen welke regelgeving ze aannemen, gaat dat er volledig tegenin.
Wijst deze stemming op een breuk tussen de Republikeinen en de tech bro’s?
Smuha: Dat denk ik niet. Er is wel een groep Republikeinen die tegen de invloed van big tech is, maar die groep is klein en is onder Trump alleen maar gekrompen. Maar als de tech bro’s enerzijds roepen dat AI superintelligent kan worden en dat we daar voorzichtig mee moeten zijn, en anderzijds dat het vooral niet gereguleerd moet worden, dan brengen ze natuurlijk geen consistent verhaal en dan kunnen ook Republikeinen weleens het nut van die regelgeving beginnen in te zien.