Salah Abdeslam biedt excuses aan aan slachtoffers: ‘Haat mij met mate’

Schets van de ondervraging © AFP

Salah Abdeslam, de belangrijkste beschuldigde op het assisenproces over de aanslagen van november 2015 in Parijs, heeft zijn excuses aangeboden aan de slachtoffers van de aanslagen en ook een paar tranen gelaten, vrijdag op het einde van zijn laatste ondervraging.

‘Ik wil mijn medeleven betuigen en mijn excuses aanbieden aan alle slachtoffers’, aldus de 32-jarige. ‘Ik weet dat er nog steeds haat is, maar ik vraag u vandaag om me met mate te haten. Ik vraag u mij te vergeven.’

Bij de aanslagen van die dag in Parijs kwamen 130 mensen om het leven. Abdeslam is het enige lid van de toen opererende terreurcellen die nog in leven is.

Hij weigerde eerste alle samenwerking met de rechtbank, maar de laatste dagen begon hij tot algemene verrassing te praten.

Abdeslams laatste ondervraging ging woensdagavond van start en werd vrijdagnamiddag afgerond met de vragen van zijn verdediging. Drie dagen lang bleef hij volhouden dat hij zijn explosievengordel tot ontploffing moest brengen in een Parijs café, maar zich ter plaatse bedacht toen hij de mensen rond hem zag.

‘Heeft u spijt dat u niet de ‘moed’ gehad heeft om tot het eind te gaan?’, vroeg zijn advocate Olivia Ronen hem. ‘Ik heb geen spijt: ik heb deze mensen niet gedood en ik ben niet dood’, antwoordde Abdeslam. ‘Ik denk bij mezelf: als ze zouden weten waaraan ze ontsnapt zijn.’

Hij vroeg ook aan de drie medebeschuldigden die berecht worden om hem in zijn vlucht geholpen te hebben, na de aanslagen, om hem te verontschuldigen. ‘Ik wilde ze hier niet in meeslepen’, zei Abdeslam.

‘We gaan erover nadenken’

‘Dit is een verrassing’, reageerde Georges Salines, wiens dochter in de Bataclan vermoord werd, na afloop. ‘Het is belangrijk dat hij vergiffenis vraagt, we gaan erover nadenken.’

Een overlevende van de aanslagen, Cédric, denkt dat Abdeslam ‘oprecht’ was vrijdag. Toch benadrukt hij ook het ‘paradoxale’ karakter van de beschuldigde: een jihadist die lijkt te betreuren wat hij gedaan heeft, maar die tegelijk de acties van de rest van het IS-terreurcommando niet kan veroordelen.

Gérard Chemla, advocaat van een honderdtal slachtoffers, toonde zich dan weer niet onder de indruk van ‘deze stijloefening’. ‘Hij heeft gehuild voor zichzelf en zijn vrienden, niet voor de slachtoffers.’

Partner Content