Rik Torfs achter de schermen van het Vaticaan: ‘Ik vind Franciscus te populistisch’
Ondanks zijn reputatie voert Franciscus helemaal geen democratische hervormingen door in het Vaticaan, schrijft kerkjurist Rik Torfs in zijn jongste boek: ‘Ook deze paus bezondigt zich aan machtsmisbruik.’
Het nieuwe boek van Rik Torfs Het Vaticaan. Achter de schermen van de Kerk kende een lange en niet evidente ontstaansgeschiedenis. In 2017, toen Torfs’ mandaat als rector van de KU Leuven afliep, trokken tal van uitgeverijen en productiehuizen aan zijn mouw. Tom Lenaerts van productiehuis Panenka haalde de kerkjurist aan boord voor een journalistiek project: een diepteanalyse van het Vaticaan, een kritische documentaire over de gang van zaken in Rome. Het project kreeg groen licht van de VRT, het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) zorgde voor geld en Torfs en Panenka gingen aan het werk. Er werden interviews vastgelegd met kardinalen voor en tegen Franciscus, toptheologen, kerkhistorici, een vrouwelijke priester, enzovoort.
Tot de pandemie tussen 2020 en 2022 een langdurige onderbreking veroorzaakte. Het werk raakte voltooid, maar met vertraging. Alleen bleek er plots aan de Reyerslaan aarzeling te bestaan. ‘Bij de openbare omroep vreesden ze dat er zo kort na het succes van Godvergeten kritiek zou komen op onze documentaire’, zegt Torfs. ‘Het is zeker geen pro-Vaticaan-reportage: we hebben er een werkstuk van gemaakt dat kritisch is en toch afgewogen blijft. Maar er is dus aarzeling en enige vrees dat het te pro-kerkelijk zou zijn. Vandaar dat de VRT nog liever even wacht om onze documentaire uit te zenden. En dus komt Het Vaticaan – De Staat van de Kerk vanaf april eerst op de streamingdienst Pickx+ en pas in het najaar op Canvas en VRT Max.’
Ondertussen is er het boek Het Vaticaan – Achter de Schermen van de Kerk. Dat overlapt deels met de tv-documentaire – Torfs valt terug op dezelfde interviews – en is toch helemaal anders. De tv-documentaire is afstandelijker en historischer, het boek brengt Torfs’ eigen persoonlijke analyse en mening over het Vaticaan en de Romeinse curie, dus over de operationele leiding van een van de grootste godsdiensten, die vanuit Rome strikt hiërarchisch georganiseerd wordt: de katholieke kerk en haar 1,7 miljard gelovigen.
Met harde hand
Naast de niet eindigende stroom seksuele schandalen valt er best nog wat te vertellen over de toestand van het Vaticaan. Want veel is in een stroomversnelling geraakt, sinds de Argentijn Jorge Bergoglio op 13 maart 2013 tot paus werd verkozen – de eerste jezuïet ooit, de eerste niet-Europeaan sinds de Syriër Gregorius III (731-741) en ook de eerste paus die koos voor de naam ‘Franciscus’.
U kunt dus geen innige relatie met één vrouw hebben. Maar wel een minder innige met twee of meer vrouwen.
Een seminarieprofessor in de jaren 60 tegen kandidaat-priesters
Franciscus is geen koorknaap. Zijn biografieën, zelfs de meest gekuiste, tonen een man die niet vies is van macht en die zeker niet bang is om die macht te gebruiken. Zijn Argentijnse jaren lezen soms als een aaneenrijging van conflicten, in zijn eigen jezuïetenorde, met andere kerkelijke machtsfiguren en met Argentijnse politici en militairen. Het is geen geheim dat hij ook zelf zijn handen heeft vuilgemaakt.
Maar deze paus begon wel aan een reeks veranderingen die dringend nodig waren. En hij deed dat doorgaans vanuit een progressiever perspectief dan zijn voorgangers, of het nu ging over migratie, klimaat of homoseksualiteit. Dat stuit op ongemeen felle tegenstand, ook in het Vaticaan zelf van kardinalen met enige renommee en prestige. Torfs: ‘Meestal gaat het om kardinalen die ooit belangrijk waren maar onder Franciscus op een zijspoor zijn beland. Het omgekeerde merk je ook: kardinalen die het vandaag voor het zeggen hebben, durven zelfs geen voorzichtige kritiek leveren op Franciscus. Hij verdedigt progressievere standpunten dan zijn voorgangers, maar hij doet dat met net zo’n harde hand.’
Franciscus verstrengde ook de controle op de Vaticaanse financiën. Hij hervormde de Vaticaanse Curie, de in Rome gevestigde centrale bestuursinstellingen van de katholieke kerk. Voor het eerst wees hij vrouwen aan als hoge leidinggevenden in het Vaticaan. Bij de benoeming van nieuwe kardinalen maakt hij een forse inhaalbeweging vanuit het Zuiden ten opzichte van West-Europa (vooral Italië) en Noord-Amerika. De onderdelen van de Curie kregen een nieuwe naam en heten vandaag allemaal dicasteries. Er waren fusieoperaties en er werden ook nieuwe dicasteries opgericht – maar draait het echt daarom, om een nieuwe dicasterie voor de Dienst van Naastenliefde of een dicasterie voor de Bevordering van de Gehele Menselijke Ontwikkeling?
Franciscus zette die vernieuwingsoperatie extra in de verf door in een beruchte toespraak de verzamelde curiekardinalen uit te schelden. Hij beschuldigde hen van ijdeltuiterij, machtsmisbruik, formalisme, carrièrisme – noem maar op. Torfs heeft het met zeer gemengde gevoelens aangehoord en bekeken. ‘Ik ben geen onvoorwaardelijke fan van Franciscus. Ik vind hem vaak te populistisch. En vooral: net als zijn voorgangers is hij niet bang van een vrij brutaal gebruik van macht – ik durf zelfs te zeggen: machtsmisbruik. Franciscus gaat zelfs verder dan Johannes-Paulus II en Benedictus XVI. Maar hij komt er wel mee weg, als hij er al geen applaus voor krijgt.’
Er is bijvoorbeeld zijn besluit om Vaticaanse topfuncties open te stellen voor vrouwen. ‘Op zich is dat een zeer juiste beslissing. Alleen doet hij het zo dat als gevolg van zijn operatie … de curiekardinalen gekortwiekt worden.’ Kerkjurist Torfs legt het gedetailleerd uit: door bepalingen in het kerkelijk wetboek kunnen vrouwen hoogstens ‘helpers’ zijn, zonder zelf kerkelijke autoriteit uit te oefenen. Als je hen aan het hoofd van de curie plaatst, impliceert dat dat de andere hoofden – in de regel kardinalen – ook geen eigen autoriteit meer uitoefenen. Ze zijn dus ook hoogstens ‘helpers’ – van wie anders dan van de paus, van Franciscus zelf.
Torfs: ‘Je moet al een jezuïet zijn om dat te bedenken: vrouwen promoveren om kardinalen te degraderen.’ Want dat het een bewuste operatie is, daaraan twijfelt hij geen seconde: ‘Ik ga ervan uit dat de paus en zijn medewerkers weten wat ze doen als ze aan zo’n operatie beginnen. Hij had ook gewoon één bepaling in het kerkelijk wetboek kunnen veranderen, waardoor “autoriteit” opengesteld zou worden voor vrouwen. Dat deed de paus niet.’
Kardinaal per prauw
Om dezelfde reden heeft Torfs ook zijn reserves over de verregaande internationalisering bij de benoeming van nieuwe kardinalen. Die begon toen paus Johannes XXIII in 1960 met de Tanzaniaan Laurean Rugambwa de eerste Afrikaanse kardinaal aanstelde. In volle dekolonisatie was dat een logische en juiste benoeming. Ook nadien brachten kardinalen uit verre landen de broodnodige diversiteit naar Rome – en sterke verhalen. Paulus VI benoemde in 1973 Pio Taofinu’u uit West-Samoa tot kardinaal, de eerste Polynesiër ooit. Om Rome te bereiken, werd Taofinu’u telkens per prauw naar een lokaal vlieghaventje gebracht, dan legde hij per motorvliegtuig drieduizend kilometer af naar Australië of Nieuw-Zeeland, en vervolgens ging hij in een lijnvlucht de halve wereld rond tot in Rome.
Je moet al een jezuïet zijn om dat te bedenken: vrouwen promoveren om kardinalen te degraderen.
Franciscus trekt die lijn stevig door. In het conclaaf dat ooit zijn opvolger zal kiezen, zullen er meer ‘zuidelijke’ en niet-westerse kardinalen zijn dan ooit. Vanuit formeel democratisch standpunt is dat prima: de kerk groeit het snelst in Azië en Oceanië, het aantal priesters stijgt nog in Azië en Afrika. Maar inhoudelijk is er toch reden tot enige bezorgdheid: Afrikaanse kardinalen en bisschoppen kanten zich en bloc tegen elke vorm van kerkelijke erkenning van homoseksuele relaties. Kardinaal Peter Turckson (° 1948) uit Ghana, de kanselier van de Pauselijke Academies voor Wetenschappen en voor Sociale Wetenschappen en in 2013 zelfs al genoemd als pauskandidaat, legde het aan Torfs uit: ‘Ik vind dat elk volk daar een eigen mening over mag hebben. Criminalisering van mensen met een andere geaardheid kan natuurlijk niet. Geweld tegen homoseksuelen moet streng worden veroordeeld. Maar daarom hoef je de relatie die ze hebben niet op hetzelfde niveau te plaatsen als die van heteroseksuele mensen.’
Torfs vat samen: ‘Westerse seculiere intellectuelen hopen op een zwarte paus, maar dan wel een paus die de westerse seculiere ideeën vertolkt en afstand neemt van de Afrikaanse gevoeligheden. Die zijn in Rome in elk geval niet bijzonder talrijk.’ Vandaar zijn besluit: ‘Als er een paus uit Afrika zou komen, zal dat de meest conservatieve zijn van de laatste honderdvijftig jaar.’
Santo Subito
Zo kan het Vaticaan bij het afscheid van Franciscus onbedoeld op ongeveer hetzelfde punt belanden als aan het begin van diens pontificaat: een Kerk die in de knoop zit met seks en moralisme, althans in westerse ogen. Er is veel voor te zeggen dat een meerderheid van kardinalen in 2013 juist voor Franciscus heeft gekozen om een einde te maken aan het voorbije tijdperk, de era van Johannes-Paulus II (1978-2005) en Benedictus XVI (2005-2013).
Geweld tegen homoseksuelen moet streng worden veroordeeld. Maar daarom hoef je hun relatie niet op hetzelfde niveau te plaatsen als die van heteroseksuele mensen.
Peter Turckson, kardinaal
De Pool Karol Wojtyla – paus Johannes-Paulus II – had vanuit Rome oorlog gevoerd tegen het wereldwijde communisme. Met groot succes, want samen met de Amerikaanse president Ronald Reagan was hij een van de belangrijkste bewerkstelligers van de val van de Muur in 1989. Het maakte hem mateloos populair en op de dag van zijn begrafenis klonk al vanuit de massa op het Sint-Pietersplein de kreet ‘Santo Subito’ – ‘Meteen heilig!’. Zijn belangrijkste medewerker, de Duitser Joseph Ratzinger, volgde hem op als Benedictus XVI en gaf het volk wat het vroeg. Amper zes jaar na zijn dood, in 2011, verklaarde hij zijn voorganger ‘zalig’. Nadat Benedictus zelf in 2013 was afgetreden, was het aan Franciscus om de operatie te beëindigen: sinds 2014 is Johannes-Paulus II een officiële heilige van de katholieke kerk.
Dat is de façade, de katholieke kerk heeft een lange traditie in het feliciteren, goedpraten en ophemelen van zichzelf. ‘Johannes-Paulus II is zwaar overschat als paus’, zegt Torfs. ‘Van alle kardinalen en theologen die ik sprak, is er echt níémand die hem nog fantastisch vindt. Wojtyla is net op tijd heilig verklaard. In die zin is de kerk niet anders dan de maatschappij: vedetten die tijdens hun leven al worden aanbeden, vallen vaak snel van hun sokkel.’
Johannes-Paulus II wás een wereldvedette, mogelijk ‘the greatest communicator’ die de katholieke kerk ooit had. Maar de Romeinse hoogleraar Giovanni Maria Vian, die een aantal jaar hoofdredacteur was van de Vaticaanse krant L’ Osservatore Romano, doet zijn pontificaat tegenover Torfs haast achteloos af als ‘strovuur’. Johannes-Paulus II zorgde voor een bijzonder hevige opflakkering waar velen zich aan konden verwarmen, maar het effect was uitgedoofd voor ze er erg in hadden. Wat overbleef, was asse.
De prijs van de hypocrisie
Johannes-Paulus II maakte één kapitale inschattingsfout: met zijn kruistocht tegen de verloedering van de westerse zeden en vooral de seksuele moraal, heeft hij juist gestimuleerd wat hij wilde bestrijden. Zeker bij het grote publiek lijkt het er inmiddels op dat de katholieke kerk van ‘seks’ haar unique selling proposition heeft gemaakt – of beter gezegd: de strijd tegen elke mogelijk vorm van niet-geoorloofd geachte seks, kortom elke vorm van seks buiten het huwelijk. De essentiële boodschap van de kerk draaide niet meer om het geloof of om God. ‘Het ging zelfs verder dan reductionisme, het herleiden van de boodschap van de kerk tot moraal. Men heeft de boodschap veranderd en het bijkomstige – moraal – werd verheven tot het essentiële. Alsof het de voornaamste taak van de kerk is om de morele surveillant van de samenleving zijn.’
Bovendien waren priesters vaak strenger voor de gelovigen dan voor zichzelf. Veel van hen hanteerden een dubbele moraal. Dat is geen nieuw fenomeen – middeleeuwse schilderijen en blijspelen maakten daar al volop toespelingen op. Sinds de seksuele revolutie van de jaren zestig en zeventig was opnieuw ‘veel mogelijk’. Torfs brengt in herinnering wat een bepaalde seminarieprofessor kandidaat-priesters voorhield: ‘Het celibaat (de belofte om niet te huwen) betekent dat jullie helemaal voor God kiezen. De hechte relatie met een vrouw zou daarbij voor concurrentie kunnen zorgen en het door jullie gekozen ideaal onmogelijk realiseerbaar maken. U kunt dus geen innige relatie met één vrouw hebben. Maar wel een minder innige met twee of meer vrouwen.’
De prijs die voor dergelijke hypocrisie werd betaald, is inmiddels duidelijk geworden. De kerk heeft zo goed als al haar krediet verspeeld. Het celibaat was de dekmantel om discreet te mogen doen wat publiek (steeds vaker zelfs wettelijk) niet mocht. Het gaat ook niet om straffe verhalen uit een ver verleden. Torfs sprak met de Franse schrijver Frédéric Martel, de auteur van Sodoma, een boek over homoseksualiteit in het Vaticaan. Martel zegt: ‘Alle kardinalen zijn homo’s.’ ‘Werkelijk?’ antwoordt Torfs. ‘Allemaal, behalve Walter Kasper (een bekende Duitse medestander van Franciscus, nvdr)’, zegt Martel.
‘Dat maakt het link’, zegt Torfs. ‘”Alle kardinalen” is een boutade. Met “behalve Kasper” erbij, doet Martel alsof hij werkelijk over inside-information beschikt.’
De Franse filosoof Jean-Luc Marion – conservatief, rookt pijp – ging nog een stap verder: ‘De verloedering en decadentie zijn van alle tijden. Het zou me niet heel erg verbazen als een paus een pedofiel zou blijken te zijn. In de loop van de geschiedenis was er wellicht al een paus die pedofiel was. De kerk heeft geen toverformule om het kwaad te vermijden.’
In de loop van de geschiedenis was er wellicht al een paus die pedofiel was.
Jean-Luc Marion, filosoof
Kijkt Rik Torfs vandaag anders naar bisschoppen en kardinalen – zelfs al heeft hij beroepshalve veel persoonlijke contacten met hen? Torfs: ‘Welja. Als student dacht ik bij een ontmoeting met een bisschop of een kardinaal niet onmiddellijk aan diens potentiële seksuele geaardheid. Vandaag durft die vraag wel door mijn hoofd te flitsen. Ook door mijn werk verbaast mij nog weinig. Ik heb mijn beroepsgeheim als jurist, maar ik ken mensen die in hoog aanzien stonden en op moreel vlak volledig uit de bocht zijn gegaan, zonder een misdrijf te begaan. Ze hadden veel macht, een grote seksuele appetijt en ze zochten een uitlaatklep.’
‘Dat is geen excuus,’ voegt Torfs eraan toe, ‘ik veroordeel het, maar tegelijk accepteer ik de onvolmaaktheid van de mens. Of is het gewoon een uiting, hoe ongewenst ook, van de condition humaine? Weet u, ik weiger nog altijd te vervallen in zwart-witdenken. In mijn jonge jaren pleitte ik voor het recht op een priesterwijding voor vrouwen, voor de afschaffing van het verplichte celibaat en vooral tegen allerlei vormen van machtsmisbruik. Oudere collega’s waarschuwden mij: wees niet zo tegendraads, dat haalt toch niets uit. Vandaag ben ik vanuit eenzelfde houding de kerk aan het verdedigen tegen de karikaturen die – zeker in Vlaanderen – bijna standaard gemaakt worden van geestelijken en die niet stroken met de werkelijkheid. Soms heb ik het gevoel dat ik voortdurend aan de verkeerde kant van de geschiedenis sta.’ (lacht)
Rik Torfs, Het Vaticaan. Achter de schermen van de Kerk, Lannoo, 224 pagina’s, 25,99 euro.
Rik Torfs
1956: Geboren in Turnhout.
1979: Licentiaat in de Rechten (KU Leuven).
1980: Licentiaat in het Notariaat (KU Leuven).
1981: Licentiaat in het kerkelijk recht (KU Leuven).
1987: Doctor in het Kerkelijk Recht (KU Leuven).
1994-2003 en 2010-2013: Voorzitter van de Faculteit Kerkelijk Recht (KU Leuven).
1996: Gewoon hoogleraar (KU Leuven).
2010-2013: Senator voor CD&V.
2013-2017: Rector van de KU Leuven.
2022: Emeritus
Schreef tientallen wetenschappelijke en vulgariserende artikels en boeken, is een veelgevraagde columnist (De Standaard, Le Soir, Doorbraak), nam deel aan tal van tv-programma’s (De Slimste Mens ter Wereld, De Afspraak, De tafel van Gert,…).