President ontgoochelt: waarom niemand in het post-Trumpjaar blij wordt van Joe Biden

JOE BIDEN De populariteit van de president is bedroevend laag. Alleen Donald Trump deed het nog slechter. © Getty Images
Rudi Rotthier

De verwachtingen waren hooggespannen toen Joe Biden tot president van de VS werd verkozen. Het einde van Trump zou het begin worden van iets anders, de terugkeer van de volwassenen, de terugkeer van de normaliteit. Een jaar later is niets van dat alles uitgekomen.

Opluchting is geen politiek programma. De opluchting, nationaal en internationaal, bij de verkiezing van Joe Biden en Kamala Harris was groot, en werd enkel getemperd door de afwijzing van de Trumpaanhangers die, zoals hun voorman, de uitslag bleven betwisten en Biden als illegitiem beschouwden. De opluchting bleef bestaan toen Biden zijn regering samenstelde uit door de wol geverfde professionals – zij het in sommige gevallen met twijfelachtige belangen en donkere bladzijden in het verleden.

De Verenigde Staten hadden, in de periode tussen verkiezingen en machtsoverdracht, een trumpgezinde bestorming van het Capitool overleefd en 160.000 pandemiedoden begraven.

De grote boeman in de eerste maanden van de regering-Biden was niet langer Trump maar het coronavirus. De ploeg van Biden zette een massale vaccinatiecampagne op poten, die goed liep en de sterfte terugdrong. Maar de campagne stuitte op antivaxers en vaccinsceptici. De regering verlengde maatregelen om bewoners te beschermen tegen huisuitzetting en krikte het tijdelijke werkloosheidsgeld verder op.

Vanaf juni begon de opluchting plaats te maken voor ergernis. In juli maakten ‘de volwassenen’ in de ploeg- Biden een zootje van de evacuatie uit Afghanistan. Biden had het over een ‘buitengewoon succes’. En ondertussen had de deltavariant alle illusies van een terugkeer naar normaliteit gekelderd – ouders moesten nog altijd rekening houden met gesloten scholen. Wat de ploeg-Biden een ‘crisis van de ongevaccineerden’ noemde, trof iedereen – rechtstreeks of onrechtstreeks.

Bovendien waren de prijzen aan de pomp en in de supermarkt uit de pan aan het rijzen – de inflatie klom naar 6 procent, een niveau dat in dertig jaar niet meer was bereikt. De benzineprijzen stegen op jaarbasis zelfs met 70 procent. Armere gezinnen besteedden tot 20 procent van hun budget aan benzine. Biden minimaliseerde eerst en sprak van een tijdelijke opstoot van de prijzen. Tot dat niet langer vol te houden was. De indruk groeide dat de president de realiteit niet in de ogen wilde kijken, en weliswaar minder verbloemde dan zijn voorganger Donald Trump, maar toch ook verbloemde.

Populariteit duikt

De Biden-ploeg werkte aan allerlei dure plannen. Een eerste pakket moest de infrastructuur van het land verbeteren, een tweede moest het klimaat aanpakken en het sociaal vangnet verstevigen. Maar de Democraten ruzieden openlijk over bedragen en tactiek zodat maandenlang niets gerealiseerd werd. Linkse voorstanders van de hoogste uitgaven argumenteerden dat de programma’s breed ondersteund werden. Rechtse Democraten vonden dat de huizenhoge uitgaven de inflatie aanwakkeren en dat ook degenen die de programma’s breed ondersteunen beducht zijn voor belastingverhogingen. Dat geruzie duurde van juni tot november, en leidde nergens toe. Biden koos volgens de gematigden te vaak voor de linkervleugel. Die was het eindeloze oponthoud voor gesprekken met en toegevingen aan de ‘gematigde’ senatoren Joe Manchin en Kyrsten Sinema beu.

Ondanks honderdduizenden Amerikaanse coronadoden, stuitte Bidens vaccinatiecampagne op antivaxers.
Ondanks honderdduizenden Amerikaanse coronadoden, stuitte Bidens vaccinatiecampagne op antivaxers.© Getty Images

De populariteit van de president nam een duik. Tot juni was ze eerder stabiel gebleven, nooit onder de 50 procent en nooit veel hoger dan 55. In november zakte hij weg naar 41 procent, volgens een peiling die gehouden werd in opdracht van The Washington Post en tv-zender ABC. De gedetailleerde uitslag was erger. Van de 41 procent die Biden ondersteunde, deed slechts 19 procent dat met enthousiasme. In juni was nog 30 procent enthousiast over de president. Somberheid was troef onder de ondervraagden: over de economie, over de pandemie, over de richting die het land uitgaat. 63 procent van de ondervraagden vond dat de president niets of niet veel had gerealiseerd. Het enige lichtpunt was: 63 procent ondersteunde het infrastructuurplan van de president, en iets meer dan de helft de plannen voor milieu en de uitbreiding van het sociaal vangnet.

Kiezers zijn ondertussen vergeten dat ze Biden verkozen omdat ze Trump kwijt wilden - ze willen realisaties.
Kiezers zijn ondertussen vergeten dat ze Biden verkozen omdat ze Trump kwijt wilden – ze willen realisaties.© Getty Images

De 41 procent appreciatie in november is de op een na laagste score van een president in zijn eerste jaar. Alleen Donald Trump scoorde nog lager, maar diens peilingen hielden vaak een onderschatting in.

Is dat lage cijfer in de peilingen erg? Miles Coleman van de Universiteit van Virginia relativeert het. Hij is verbonden aan Crystal Ball, de afdeling van de faculteit politieke wetenschappen die kiesresultaten en peilingen analyseert, en op basis van de analyses prognoses geeft. ‘Zelfs in januari, bij zijn aantreden, was de populariteit van Biden niet veel hoger dan 55 procent. Vroegere presidenten behaalden dan 60 procent of meer. Als Biden lager start, is het niet onlogisch dat hij bij een dip nog lager uitkomt.’

Hij begon lager, zegt Coleman, ‘omdat het land zo gepolariseerd is dat een groot deel van de bevolking hem geen kans geeft’. Bovendien is Biden niet van het kaliber van Barack Obama of Donald Trump, met een aanhang die over brandende kolen zou lopen om hun kandidaat te verdedigen. Biden was eerder de goedige opa die bij zijn kiezers op sympathie kon rekenen, maar niet op vuur of liefde.

‘Hij werd de Democratische kandidaat omdat hij de meest geschikte persoon was om Trump te verslaan’, zegt Richard Pacelle, diensthoofd op de afdeling politieke wetenschappen van de Universiteit van Tennessee in Knoxville. ‘Maar in het zog van zijn verkiezingsoverwinning deden vreemd genoeg de Republikeinen het goed – op Trump na. Zo moest Biden het stellen met een verkleinde meerderheid in het Huis van Afgevaardigden en met een patstelling in de Senaat, waar beide partijen 50 zetels bezetten.’

Na enkele maanden zijn kiezers vergeten dat ze Biden verkozen omdat ze Trump kwijt wilden. Ze willen realisaties. Dat was het tweede probleem, zegt Pacelle: ‘Je kon argumenteren: met Biden nemen de volwassenen over. Maar die volwassenen moesten afrekenen met een heel ongedurige achterban, die vond dat alles bij wijze van spreken in enkele uren omgegooid moest worden om het land weer op de sporen te krijgen. Toen dat niet wilde lukken, kwam er een spervuur aan kritiek van de linkerzijde.’

En de realiteit was ook: de volwassenen blunderden geregeld. Pacelle noemt Afghanistan: ‘Ik kan niet begrijpen dat Biden met al zijn ervaring in de Senaat en als vicepresident, goed omringd bovendien, de terugtrekking in het honderd liet lopen.’

Critical Race Theory

Met tegenvallende peilingen valt te leven. Er viel veel minder te leven met de verkiezingen van 2 november. Op die dag vonden gouverneursverkiezingen plaats in de staten Virginia en New Jersey, allebei staten die in handen waren van Democraten en die dat in principe, volgens de demografische ontwikkelingen, moesten blijven.

Maar Virginia, waar Biden in 2020 10 procent meer stemmen behaalde dan Trump, ging naar de Republikeinse kandidaat. In New Jersey, waar Biden Trump versloeg met een voorsprong van 16 procent, behield de aftredende Democratische gouverneur na lang wachten en lang tellen nipt zijn post.

Miles Coleman zat op de eerste rij bij de verkiezingen van Virginia. Zijn universiteit is gevestigd in die staat, in Charlottesville. Terry McAuliffe, de Democratische kandidaat, gewezen gouverneur en partijleider, ‘praatte alleen maar over Trump’, zegt hij, terwijl zijn Republikeinse tegenstander Glenn Youngkin punten scoorde rond onderwijs. De buitenwacht onthield vooral dat de Republikeinen het vaak hadden over Critical Race Theory (CRT), het onderwijs over racisme als bepalend element in de VS, hoewel dat officieel niet wordt onderwezen in Virginia.

‘CRT was inderdaad wat de Republikeinse basis opzweepte’, zegt Coleman. Maar andere punten waren belangrijker om de onafhankelijke of meer gematigde kiezers te lokken, de Biden-kiezers. Ouders waren gefrustreerd over scholen die maar dicht bleven, in sommige gevallen al een jaar lang. Tijdens een kandidatendebat verklaarde McAuliffe dat ouders niet mogen opleggen wat leraars moeten onderwijzen. ‘Youngkin hoefde niet meer naar Critical Race Theory te verwijzen, hij kon gewoon McAuliffe citeren en beweren dat de Democraten zouden opleggen wat jongeren horen te leren. Tegen het eind van de campagne was Youngkin de onderwijskandidaat, daar waar Democraten doorgaans de onderwijsstemmen monopoliseren.’

‘Youngkin speelde het handig door afstand te houden van Trump, maar tegelijk thema’s aan te snijden zoals “integriteit van de verkiezingen”. Iedereen weet dat dat een soort code is om te verwijzen naar Trumps beschuldigingen rond gestolen verkiezingen. Dat werkt dus voor een Republikeinse kandidaat in een swingstaat: blijf wat weg van Trump, kies een of twee thema’s waarop je kunt scoren. Zo ging het ook in New Jersey, waar de Republikeinen van de hoge plaatselijke belastingen hun hoofdpunt maakten.’

Waar verloren de Democraten stemmen in Virginia? Coleman: ‘Voor een stuk in de suburbs (rijkere voorsteden, buitenwijken, in de buurt van Washington DC, nvdr), waar vrouwen die voor Biden kozen nu op Youngkin stemden, onder meer uit frustratie met het onderwijs. Maar het verbaasde mij vooral dat Youngkin massaal wist te mobiliseren op het platteland. Hij behaalde daar meer stemmen dan Trump in 2020.’ En er was in de gouverneursverkiezing in Virginia nog een belangrijk punt: de gematigde Youngkin wist tijdens de voorverkiezingen de meer Trumpgezinde kandidaat te verslaan.

Tweede ambtstermijn

De nederlaag in Virginia en het bijna- debacle in New Jersey schudden de Democraten en Biden helemaal wakker. Korte tijd na de nederlaag werd het infrastructuurplan, dat al maanden in het Huis van Afgevaardigden op een stemming lag te wachten, goedgekeurd. Zelfs met steun van enkele handenvol Republikeinen.

De president begon initiatieven te nemen die de benzineprijzen en inflatie onder controle moesten krijgen – misschien meer vertoon dan echte ingrepen. Hij liet financiers en medestanders, en even later het grote publiek, weten dat hij een tweede ambtstermijn ambieerde. Daarmee hoopte hij heethoofden die hun kandidatuur voor 2024 wilden stellen wat af te koelen, en de speculaties over de rivaliteit tussen transportminister Pete Buttigieg en vicepresident Kamala Harris voor de rol van troonopvolger in de kiem te smoren.

Maar echt koel werd het niet. De interne kritiek die voor 2 november al luid had geklonken, werd nog luider. Biden was te weinig zichtbaar, en liet te veel mediaruimte voor kopstukken uit de rechter- en linkervleugel van zijn partij, vond de ene. Zijn actie tegen inflatie was te lauw, vond de andere. Een derde trok de fysieke en mentale paraatheid van de 79-jarige in twijfel.

De meeste kritiek was anoniem. Links boegbeeld Alexandria Ocasio-Cortez (AOC) wilde met open vizier haar afkeuring laten blijken. In een interview met The New York Times schoof ze de schuld van de nederlaag in Virginia in de schoenen van Biden en van de gematigde Terry McAuliffe. Ze noemde het even eerder goedgekeurde infrastructuurplan ‘ontoereikend’, had kritiek op een aanpak van ’te veel beloven en te weinig realiseren’ die de achterban frustreerde, en hekelde het feit dat ze niet was uitgenodigd om campagne te voeren in Virginia.

De Democraten hebben nog een ander probleem met hun infrastructuurwet. Uit exitpolls onder de Bidenkiezers die in Virginia voor de Republikeinse kandidaat-gouverneur Youngkin stemden, bleek onder meer dat ze niet konden vertellen wat de boodschap van Biden was, behalve dat hij, zoals zij, anti-Trump was. En ze wisten evenmin wat er in de grote investeringspakketten van Biden zit. Ze wisten wel dat er eindeloos over geruzied was.

Coleman: ‘Dat is vergelijkbaar met de voor de Democraten desastreuze tussentijdse verkiezingen van 2010. Ze wisten toen hun grote verwezenlijking – Obamacare – niet te verkopen. Wat wel doordrong bij het brede kiespubliek waren de denigrerende opmerkingen daarover van de Republikeinen. Dat gebeurt ook nu met de investeringen van Biden. De Democraten zijn eerder geneigd om de tekortkomingen te benadrukken, en uit te leggen wat er allemaal ontbreekt, dan hun plan te bejubelen. Vergelijk het met een heel dure biefstuk die ik serveer op het deksel van een vuilnisbak. De kans is groot dat je hem niet opeet. En de Republikeinen zullen niet helpen.’

‘Biden moet nu één ding in zijn hoofd hebben’, zegt Coleman. ‘Hij moet zijn plannen, zijn biefstuk, verkopen aan het publiek. Hij moet dag in, dag uit zo concreet mogelijk duidelijk maken wat hij in bruggen en waterleidingen en breedband investeert. Dat kan hem weer doen stijgen in de peilingen.’

Pacelle: ‘Republikeinen bepalen al tien, vijftien jaar de verhaallijn. Met enkele slagzinnen zaaien ze angst over wat de Democraten zullen doen: defund the police, activistische rechters, een socialistisch regime installeren. Democraten kunnen daar niet tegenop, ze vertellen geen eigen verhaal en hebben geen vergelijkbare slagzinnen om de Republikeinen onderuit te halen.’

Linkse Tea Party

In 2022 wordt een nieuw Huis van Afgevaardigden verkozen en staat een derde van de Senaat ter verkiezing. Pacelle acht het heel waarschijnlijk dat de Republikeinen een meerderheid van enkele zetels verwerven in de Senaat. Het wordt volgens hem kantje boord wie de meerderheid krijgt in het Huis. Het overwicht in het parlement verliezen, zou het leven van Biden verder bemoeilijken.

Coleman is het daar niet mee oneens, maar hij houdt een slag om de arm. ‘Het is altijd lastig voor de regerende partij om behoorlijk te scoren in tussentijdse verkiezingen. Gewoon door de kiesdistricten te hertekenen hebben de Republikeinen al een voordeel voor het Huis van Afgevaardigden. In de Senaat staan Democratische zetels open in Arizona, Georgia en Pennsylvania. Dat zijn stuk voor stuk staten die minder Democratisch zijn dan Virginia. Het wordt niet vanzelfsprekend voor die aftredende Democraten om herkozen te worden.’

Maar, zegt hij, een jaar is lang in politiek. ‘Wie weet zakken de prijzen weer, wie weet verdwijnt de pandemie en slaat de populariteit van Biden om. Het is onwaarschijnlijk, het wordt een harde dobber, maar onmogelijk is het niet.’

Je kunt als analist maar beter voorzichtig zijn met voorspellingen. Het motto van Crystal Ball, de afdeling waar Coleman werkt, is: ‘Wie zich door de Kristallen Bol laat leiden, eet vroeg of laat glasscherven.’ Wat hij wel zeker weet: ‘De verdeeldheid bij de Democraten zal er niet beter op worden na een nederlaag in 2022. De linkervleugel van de partij zal de rechtervleugel de schuld geven en omgekeerd.’

Pacelle ziet, los van de uitslag in 2022, een linkse Tea Party ontstaan, naar analogie met de Tea Party die vanaf 2009 de Republikeinen naar rechts deed opschuiven. ‘In verreweg de meeste kiesdistricten is de voornaamste oppositie intern. In het ene district wordt de Democraat automatisch verkozen, in het andere de Republikein. Het enige wat er in die districten nog toe doet is de voorverkiezing. En bij voorverkiezingen dagen vooral de radicalen op. Zo raken steeds meer extreme figuren verkozen.’

Dat maakt samenwerking tussen de partijen steeds moeilijker. ‘Biden had samenwerking beloofd, hij heeft het ook geprobeerd, maar als het ergens resultaat leek te hebben, kreeg hij tegenwind van zijn linkervleugel. Dus dat werd niets, of toch niet veel.’

‘Onze grondwet is gericht op compromissen, op samenwerkingen tussen andersdenkenden’, legt Pacelle uit. ‘Maar dat gebeurt niet langer. Ik dacht een tijd dat we een grote crisis nodig hadden om weer meer samenwerking te krijgen. Maar we hebben in korte tijd twee zulke crisissen meegemaakt: covid en de bestorming van het Capitool. Ze hebben niets opgelost, integendeel, ze hebben de partijdigheid nog erger gemaakt.’

Nog eens Trump

In The Washington Post liet Barry Goodman, een geldschieter en campagnemedewerker van Biden, optekenen dat veel Democratische donoren ‘bidden dat Trump deelneemt’ aan de presidentsverkiezingen in 2024. ‘De Democratische kandidaat, wie dat dan ook wordt, zal Trump volgens mij verslaan. Als puntje bij paaltje komt zullen de mensen die despoot niet nog een keer verkiezen.’

Pacelle kan zich daar wel in vinden: Trump zou Bidens gedroomde tegenstander zijn in een volgende presidentsverkiezing. Maar hij verwacht geen vlotte rit van Biden richting herverkiezing. ‘Ik neem aan dat hij tijdens de voorverkiezingen een linkse tegenkandidaat krijgt. Hij zal de tegenstand wel overleven, want het partijapparaat staat aan de kant van de gematigden, maar hij zal onder druk staan.’

Coleman houdt opnieuw een slag om de arm, gezien het hoger geciteerde motto van zijn dienst over glasscherven eten: ‘Donald Trump gemakkelijk te verslaan? Ik denk ook dat mensen niet opnieuw vier jaar Trump zullen verkiezen. Maar met Trump weet je nooit.’

Partner Content