Ria Laenen

‘Poetin is geen in de tijd vastgeroeste imperialistische tsaar’

Ria Laenen Docent Russische en Internationale Politiek aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van KU Leuven

Ria Laenen, docent Russische en Internationale Politiek aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van KU Leuven, kijkt kritisch naar de vele commentatoren en media die Poetin als een nieuwe tsaar afschilderen: ‘Poetin begrijpt de complexiteit van de wereld van 2017 misschien beter dan vele andere wereldleiders.’

Sinds de annexatie van de Krim door Rusland in het voorjaar van 2014 is het aantal Westerse nieuwsmagazines waarop een beeld van Russisch president Poetin als leider van een dreigende wereldmacht prijkt niet meer bij te houden. Het meest recente voorbeeld is de cover van The Economist van 26 oktober waarop Poetin als de nieuwe tsaar wordt afgebeeld onder de titel ‘A tsar is born’.

'Poetin is geen in de tijd vastgeroeste imperialistische tsaar'
© The Economist

Terwijl Poetin dat imago van een tsaarlijke reïncarnatie waarschijnlijk niet ongenegen is, mogen we er niet van uitgaan dat zijn buitenlandbeleid gelijkloopt met dat van een tot implosie gedoemd imperium.

Het Rusland van Poetin is niet de liberale democratie die we in het Westen voor ogen hadden bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, maar het is tegelijkertijd geen anachronisme en inzake buitenlandbeleid moderner dan op het eerste zicht lijkt.

Hybride oorlogsvoering, ‘creeping annexation’, en moeilijk te traceren vormen van inmenging in zowel Amerikaanse en Europese politiek zijn maar enkele van de handelskernmerken van Poetins beleid. Het Russische buitenlandbeleid kan bijgevolg op zijn minst als zeer assertief omschreven worden.

Over de drijfveren achter het buitenlandbeleid van Poetin zijn de meningen verdeeld. Volgens sommigen is hij vooral belust op wraak voor het onverteerde prestigeverlies dat Rusland leed door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de oostelijke uitbreiding van de NAVO. Anderen zien zijn buitenlandavonturen vooral als een poging om zijn interne machtspositie veilig te stellen door de nadruk te leggen op bedreigingen van buitenaf in de hoop de interne uitdagingen onder de radar te laten verdwijnen.

Poetin is geen in de tijd vastgeroeste imperialistische tsaar.

Het ene sluit het andere niet uit. Onmiskenbaar zijn er momenteel heel wat interne uitdagingen in Rusland. De huidige toestand van de Russische economie is niet rooskleurig, maar het land blijft wel een kernmacht met geopolitieke troeven én vetorecht in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

De concrete beleidsdaden die Poetin stelt ten aanzien van het buitenland, zijn speeches en beleidsdocumenten vormen het materiaal waarop we zijn aangewezen in een poging om gegronde uitspraken te doen over de manier waarop de man in het Kremlin naar de wereld kijkt.

Bij die concrete beleidsdaden springt Ruslands optreden in twee recente nog lopende conflicten in het oog, namelijk Ruslands rol in Oekraïne en in Syrië. De Russische houding getuigt in beide gevallen helemaal niet van een koerswijziging. Integendeel, het is het (voorlopige) culminatiepunt van een proces dat al ruime tijd geleden werd ingezet, namelijk de haast obsessieve zoektocht naar erkenning door de rest van de wereld als grootmacht.

Die zoektocht vormt al sinds het midden van de jaren negentig – dus vóór Vladimir Poetin op het nationale politieke toneel verscheen – de leidraad van Ruslands buitenlandbeleid, maar werd toen door het Westen genegeerd. Uit diezelfde periode stamt ook Ruslands assertieve toon ten aanzien van het zogenaamde ‘Nabije Buitenland’, de post-Sovjetruimte, die Rusland toen al claimde als exclusieve invloedssfeer.

Toen Vladimir Poetin aantrad als Ruslands president in 2000, bleek hij de juiste man op het juiste moment te zijn om de eis – voor een erkenning als grootmacht – kracht bij te zetten. Olie- en gasprijzen schoten de hoogte in op de wereldmarkt, wat Poetin toeliet om de Russische economie op volle toeren te laten draaien en in de periode 2000-2008 (zijn eerste twee ambtstermijnen als president) indrukwekkende groeicijfers voor te leggen.

Het Russische energiebeleid werd al snel één van de speerpunten van Poetins buitenlandbeleid, vooral ten aanzien van Europa en landen in het ‘Nabije Buitenland’ die in grote mate afhankelijk zijn van Russische energiebevoorrading.

Dit economisch sterkere Rusland kreeg plots wél geopolitieke aandacht, zeker na de eerste Russisch-Oekraïense gascrisis in januari 2006, door Katja Yafimava, senior researcher aan het Oxford Institute for Energy Studies in haar boek The Transit Dimension of EU Energy Security: Russian Gas Transit Across Ukraine, Belarus, and Moldova (Oxford University Press in 2011) omschreven als het scharniermoment waarop de Russische staat een psychologische grens overschreed waardoor Gazprom als een bedreiging begon te worden gepercipieerd door de Europese Unie. Alhoewel de energierelatie tussen Rusland en de Europese Unie er één is van wederzijdse afhankelijkheid, slaagde Rusland er toen in het beeld te laten ontstaan dat het alle troefkaarten in handen heeft – daarbij gretig gebruik makend van de interne verdeeldheid van de Europese lidstaten over hoe om te gaan met het herrezen Rusland.

Rusland wil niet alleen een geo-economische grootmacht zijn die teert op de grootste reserves aan natuurlijk gas ter wereld. Het Rusland van Poetin is een Euraziatische grootmacht die haar nationale belangen tegelijkertijd in rationele economische, politieke en veiligheidstermen formuleert en ook op een constructivistische manier verwijst naar taal, religie, traditie, cultuur en identiteit.

De nationale belangen – waarrond overigens een vrij grote consensus bestaat – overstijgen op die manier de grenzen van de Russische Federatie. Dat werd onder meer duidelijk gemaakt aan de wereld in de zomer van 2008 tijdens de vijfdaagse Russisch-Georgische oorlog. Dat Vladimir Poetin op dat moment niet de president was van Rusland doet eigenlijk niet bijster veel ter zake. De stoelendans die hij had uitgevoerd met Dimitri Medvedev belette hem niet om inzake buitenlandbeleid de macht in handen te houden.

Met de kortstondige militaire invasie van Georgië stuurde het Kremlin een niet mis te verstane boodschap aan zowel de Georgische president als aan de rest van de wereld die kan samengevat worden als volgt: ‘Hier trekken wij de lijn in het zand: dit is onze invloedssfeer en daarbinnen kan van NAVO-lidmaatschap geen sprake zijn.’

Niet onbelangrijk is dat Rusland beroep deed op het recht op verdediging van burgers in het buitenland als legitimatiemiddel voor de interventie. De Russische paspoortpolitiek liet immers een ruime definitie van Russisch staatsburgerschap toe, waardoor de grote meerderheid van de bevolking van de de facto van Georgië onafhankelijke regio’s Zuid-Ossetië en Abchazië een Russisch paspoort bezitten. In beleidsdocumenten profileert Rusland zichzelf telkens weer als de verdediger van de rechten van de Russische ‘compatriotten’ in het buitenland. De zeer rekbare definitie van wie in aanmerking komt als Russische ‘compatriot’ geeft aan hoe Rusland zichzelf niet ziet als een reguliere staat, noch als een natiestaat die er alleen zou zijn voor de etnische Russen maar wijst veeleer in de richting van een zelfbeeld als de rechtmatige vertegenwoordiger van een Euraziatische beschaving.

Die ‘Russische wereld’ (roesski mir) reikt geografisch van ‘Minsk tot de Mongoolse steppe’, zoals Steven Derix schrijft in zijn interview met dé ideoloog bij uitstek van die visie, Aleksander Doegin. Binnen die Euraziatische visie zijn er tal van argumenten aan te voeren voor de annexatie van de Krim, wat in maart 2014 in een concrete beleidsdaad werd vertaald.

De zeer rekbare definitie van wie in aanmerking komt als Russische ‘compatriot’ geeft aan hoe Rusland zichzelf niet ziet als een reguliere staat.

In de speech die Poetin gaf op 18 maart 2014 waarin hij de Krim voorstelde als een nieuw onderdeel van de Russische Federatie verwijst hij naar een mix van strategische, historische, culturele, en religieuze elementen om aan te tonen dat de Krim vanuit zijn visie onbetwistbaar een integraal onderdeel vormt van Rusland. Vele Russen, ook Russen die kritiek hebben op Poetin, delen die visie en weigeren wat er gebeurde als annexatie te zien maar spreken bij voorkeur over de hereniging van de Krim met Rusland.

Dit type van argumentatie staat ver van onze zienswijze en in een poging om dit alles toch enigszins te bevattelijk te maken is de verleiding groot om Poetin en zijn wereldbeeld te vergelijken met dat van een 19de-eeuwse imperialistische tsaar. Maar vergis u niet: Poetin begrijpt de complexiteit van de wereld van 2017 misschien beter dan vele andere wereldleiders en slaagt er vandaag in de door hem zo gewilde plaats aan tafel bij de hertekening van de wereldkaarten in te nemen.

Op woensdag 15 november geeft Ria Laenen een lezing aan de KU Leuven in het kader van de lezingenreeks ‘1917-2017: de Russische (R)evolutie’. In een reeks van tien lezingen maken academici uit verschillende disciplines de stand van het land op: waar staat Rusland 100 jaar na de Russische Revolutie? Het volledige programma raadplegen en inschrijven doet u hier.

Partner Content