Migratie-expert Paul Scheffer: ‘Dit kan Poetins Vietnam worden’

Paul Scheffer: 'In een wereld waarin een deel democratisch is en een deel autocratisch, bestaat geen internationale stabiliteit.' © KAROLY EFFENBERGER
Jeroen de Preter

De Nederlandse hoogleraar Europese studies Paul Scheffer is behalve migratie-expert ook auteur van vandaag meer dan ooit pertinente geopolitieke beschouwingen. Knack sprak met hem over de oorzaken en gevolgen van Poetins oorlog. ‘Vandaag is Rusland de agressor, over tien jaar kan dat China zijn.’

Paul Scheffer was een jaar of 25 toen hij naar de Poolse hoofdstad Warschau trok om daar correspondent te worden. Zijn verblijf in het toen nog communistische Polen zou zijn kijk op Europa enorm beïnvloeden, zo blijkt regelmatig tijdens ons gesprek. ‘Vanuit Warschau bekeken’, zegt Scheffer, ‘ziet Europa er helemaal anders uit.’ In Polen leerde Scheffer schrijver, journalist en dichter Ryszard Kapuscinski kennen. ‘Hij schreef: “Angst heeft grote ogen.” Om dat citaat ten volle te begrijpen helpt historische kennis van de regio. Kapuscinski werd geboren in Pinsk, een stad die vandaag in Belarus, maar voor de Tweede Wereldoorlog in Polen lag. Net zoals de Oekraïense stad Lviv voor die oorlog in Polen lag. Kapuscinski heeft meegemaakt hoe zijn land na de oorlog op de landkaart is verplaatst. Hij vertelde me dat voor hen de Tweede Wereldoorlog was begonnen met de inval van de Sovjet-Unie. Dat zijn ervaringen die fundamenteel verschillen van de Nederlandse of de Belgische, en die geven een heel ander perspectief op Europa. Landen als Oekraïne en Polen zijn in het verleden door hun buren gekoloniseerd.’

Ik kan – zeker met het huidige echec in het achterhoofd – moeilijk geloven dat Poetin na Oekraïne ook Polen of een Baltische republiek zal aanvallen.

Tal van journalistieke reizen en gesprekken bevestigden Scheffers gevoel dat aan de randen van de Europese Unie het besef van kwetsbaarheid nog altijd veel groter is dan bij ons. Het is een kwetsbaarheid waarvan wij ons ‘in onze veilige, westelijke hoek’ te weinig bewust zijn, vindt hij. En mogelijk kan ook dat andere perspectief verklaren waarom de inval in Oekraïne zo veel West-Europese leiders en experts heeft verbijsterd.

Scheffer zelf heeft de Russische dreiging altijd ernstig genomen. In 2018 publiceerde hij De vorm van vrijheid, waarin hij betoogde dat duurzame vrede niet mogelijk is zonder duidelijke grenzen. Daarbij verwees hij uitdrukkelijk naar ‘de grijze zone’ tussen de Europese Unie en Rusland. Hij citeert de Tsjechische schrijver, dissident en politicus wijlen Vaclav Havel, die stelde dat Rusland niet werkelijk weet ‘waar het begint en waar het ophoudt’. Die onduidelijkheid zorgt voor conflicten waarvan we het einde nog niet hebben gezien. Poetin, zo zei Scheffer vier jaar geleden, wil Rusland ‘iets van zijn vroegere grandeur’ teruggeven. De grenzen van die ambitie vond Scheffer toen moeilijk in te schatten, ‘maar wie weleens in Warschau of in Vilnius komt, die weet dat daar een existentieel gevoel van bedreiging bestaat.’

U schreef in De vorm van vrijheid dat het Westen te weinig begrijpt van de traumatische periode na de ineenstorting van de Sovjet-Unie. Het lijdt weinig twijfel dat de uitbreiding van de NAVO dat trauma nog heeft vergroot.

Paul Scheffer: Ja, en je kunt je ook afvragen of, in 2008, de Amerikaanse aandrang richting een uitbreiding van de NAVO met Georgië en Oekraïne een goed idee was. Jaap de Hoop Scheffer, de toenmalige NAVO-secretaris-generaal, vond dat daarmee een grens werd overschreden. Hij verwees naar een persoonlijk gesprek met Poetin, waaruit duidelijk bleek dat die een dergelijke krenking nooit zou aanvaarden. In deze zienswijze is de uitbreiding van de westerse invloedssfeer te interpreteren als een soort Versailles 2.0, naar analogie met het Verdrag van Versailles na de Eerste Wereldoorlog, dat de kiem vormde voor het Duitse revanchisme.

Maar evengoed kun je waarschuwen voor een München 2.0, naar analogie met het Verdrag van München in 1938. Dat verdrag accepteerde de annexatie door Hitler van het Tsjechische Sudetenland. Het idee was: door gedeeltelijk toe te geven aan Hitler, kunnen we voor vrede zorgen. We weten wat er daarna gebeurde. De analogie met de annexatie van de Krim is duidelijk. Voor beide benaderingen valt iets te zeggen.

Tussen die twee analogieën in ligt een vergelijk dat Rusland niet vernedert, maar ook niet beloont voor zijn agressie.

Scheffer: Het maakt duidelijk hoe moeilijk zo’n diplomatieke uitweg is. Om een Versailles 2.0 te vermijden kun je denken aan een democratisch, maar neutraal Oekraïne. Maar bij zo’n uitkomst past natuurlijk wel een kanttekening in hoofdletters en met uitroeptekens. De Duitse buitenlandminister Annalena Baerbock zei onlangs nog dat neutraliteit vanuit Russisch perspectief iets heel anders is dan neutraliteit vanuit het Oekraïens perspectief. Voor Rusland houdt het een vetorecht in over allerlei belangrijke beslissingen die aan de veiligheidspolitiek raken. Sterker nog: Poetin heeft al bij herhaling laten blijken dat een onafhankelijk Oekraïne geen bestaansrecht heeft.

Guy Verhofstadt heeft ook dingen beloofd tijdens de revolte op het Maidanplein. Ik begrijp die hartstocht wel. Maar verstandig is het niet.

En dan is er nog die andere vraag, die eerder raakt aan de München 2.0-lezing. Is het aanvaardbaar dat Poetin na de annexatie van de Krim en de Donbas ook het zuidelijke gebied rond Marioepol en eventueel Odessa annexeert? Dat is toch ondenkbaar? En ik denk dat Oekraïne en de internationale gemeenschap dat ook niet zullen accepteren. Ook oorlogsmisdrijven als in Boetsja mogen niet worden vergeten. Het gevolg kan zijn dat we een bevroren conflict krijgen, met volgehouden internationale sancties die niet alleen Rusland maar ook ons veel pijn doen.

De Oekraïense president Volodymyr Zelensky blijft zeggen dat Europa Oekraïne onvoldoende steunt.

Scheffer: Dat begrijp ik maar al te goed. Toch vind ik niet dat Europa hier onmachtig toekijkt. Behalve de economische sancties zijn er de wapenleveringen, en die kunnen we beide intensiveren. Zeker voor een land als Duitsland betekent dat een enorme historische bocht. Het is ook mee dankzij die wapens dat de Russische opmars tot stilstand is gebracht. Dat was een maand geleden nog onvoorstelbaar. Bovendien houdt Europa de deuren open voor miljoenen vluchtelingen en kan het helpen bij de berechting van oorlogsmisdaden en de wederopbouw. De belangrijkste vraag die ik heb: is de bevolking voorbereid op de consequenties van langdurige economische sancties en opvang van vluchtelingen?

U gaat ervan uit dat de oorlog nog lang zal duren?

Scheffer: Wat zijn de contouren van een mogelijk vredesverdrag? Ik zie ze nog niet. En ook diplomaten en politici hebben geen helder beeld van wat een uitkomst zou kunnen zijn.

Het wordt een uitputtingsslag?

Scheffer:Niemand weet dat. Maar Rusland zou niet het eerste land zijn dat zich op een oorlog heeft miskeken. Dit kan Poetins Vietnam worden. En dan is het de vraag of wij op zo’n uitputtingsslag voorbereid zijn. Onze steunverklaring tegenover Oekraïne is pas te verantwoorden als we bereid zijn om de gevolgen op de lange termijn te dragen. Het woord ’tijdelijk’ valt vandaag iets te vaak, vind ik. Zelfs als er straks een vredesakkoord komt, zullen veel Oekraïense vluchtelingen niet meteen terugkeren. Sommige steden zijn verwoest en zullen pas over tien jaar heropgebouwd zijn.

Hetzelfde geldt voor de economische gevolgen van sancties en energieonafhankelijkheid. Het zou goed zijn mochten onze regeringsleiders daar helder over zijn, en dat ook op een symbolische manier benadrukken. Misschien kunnen autoloze zondagen helpen? Ik ben oud genoeg om te getuigen dat er echt wel ergere dingen zijn dan dat.

Tot voor kort geloofde onder meer Duitsland dat net die economische afhankelijkheidsrelatie met Rusland de vrede zou garanderen. Het onderliggende idee: wie ruzie maakt met een handelspartner, schaadt ook zichzelf.

Scheffer: Dat geloof wijst toch weer op ons gebrekkig voorstellingsvermogen. Alsof iedereen overal ter wereld redeneert als de homo economicus, en niemand ooit een conflict zou aangaan met zo veel economische repercussies. Dat iemand andere belangen dan de puur economische vooropstelt, kunnen wij ons blijkbaar moeilijk voorstellen. Poetin heeft ooit gezegd dat het uiteenvallen van de Sovjet-Unie de grootste tragedie van de 20e eeuw is. In zijn optiek is die kwestie belangrijker dan de Russische welvaart.

Maar ten gronde sneuvelt hier natuurlijk vooral de liberale illusie dat economische globalisering voor internationale stabiliteit en vrede zou zorgen. In werkelijkheid is het omgekeerde waar. Economische afhankelijkheid berust op internationale stabiliteit. Op het ogenblik dat die stabiliteit wegvalt, ontstaat deglobalisering. Dat zie je vandaag heel duidelijk. Bedrijven trekken massaal weg uit Rusland, en nemen de honderden miljoenen verlies erbij.

Het idee dat vrijhandel als vanzelf harmonie schept, is een illusie. Eigenlijk hadden we dat al langer moeten weten. Bij de opening van de wereldtentoonstelling van 1867 voorspelde de Franse schrijver Victor Hugo dat de spoorlijnen naar Madrid, Berlijn, Wenen of Londen ons in werkelijkheid allemaal naar dezelfde bestemming zouden brengen: de vrede. ‘Op de dag dat het eerste luchtschip zal vliegen,’ zo voorspelde Hugo, ‘zal de laatste tirannie ten grave worden gedragen.’ Hugo deed die uitspraken tijdens wat we later de eerste globaliseringsgolf zijn gaan noemen. Zijn idee over globalisering en eeuwige vrede werd brutaal aan flarden geschoten in 1914.

Met die geschiedenis in het achterhoofd hadden we ons misschien de illusie kunnen besparen dat de wereld na 1989 als vanzelf richting meer democratie en vrede zou evolueren. Vandaag zien we net het omgekeerde gebeuren. De Amerikaanse ngo Freedom House rapporteert al 16 jaar dat de democratie aan een mondiale terugtocht bezig. Dat mag je wel een serieuze recessie noemen.

Ook Angela Merkel, nochtans een baken van diplomatieke wijsheid, heeft zich hieraan mispakt. Ze heeft de lijnen met Poetin altijd bewust opengehouden. Op die manier zette ze als bondskanselier de Ostpolitik van haar voorganger Willy Brandt voort. Ook hij was ervan overtuigd dat je regimes kunt veranderen door handel en dialoog.

Scheffer: Wat in het geval van Duitsland zeker meespeelde is het beladen verleden. (denkt na) Ik werd ooit met een aantal mensen uitgenodigd om met Merkel te praten over migratievraagstukken. Ik herinner me nog goed hoe ze ons rondleidde in het nieuwe Bundeskanzleramt in Berlijn en vertelde over de worsteling met de architectuur van dat gebouw. Nu Berlijn opnieuw hoofdstad was geworden, mocht het zeker een bepaalde uitstraling hebben. Maar tegelijk mocht het gebouw op geen enkele manier herinneren aan die fatale hoogmoed van vroeger.

Paul Scheffer: 'Poetin vindt het uiteenvallen van de Sovjet-Unie de grootste tragedie van de 20e eeuw. Voor hem is dat belangrijker dan de Russische welvaart.'
Paul Scheffer: ‘Poetin vindt het uiteenvallen van de Sovjet-Unie de grootste tragedie van de 20e eeuw. Voor hem is dat belangrijker dan de Russische welvaart.’© KAROLY EFFENBERGER

Om dezelfde reden heeft Duitsland zich na de Tweede Wereldoorlog altijd ver proberen te houden van machtspolitiek, zeker in zijn relatie met Rusland, en de enorme historische schuld die daar nog openstond. In oorsprong was de Duitse Ostpolitik natuurlijk ook doordrongen van het idee dat toenadering voor een zekere democratische dooi zou zorgen. Maar in de praktijk zag je dat, al lang voor de val van de Muur, door de ontspanning steeds minder werd gesproken over mensenrechten. Willy Brandt wilde in 1985 niet op bezoek bij de Poolse dissident Lech Walesa omdat hij vreesde dat het de machthebbers zou bruuskeren.

Dus nee, het idee dat je met ontspanning en handel de mensenrechten als vanzelf in de goede richting krijgt, is nooit een correcte analyse geweest. Havel heeft ooit gezegd dat ontspanning tussen landen alleen maar gebouwd kan zijn op ontspanning in het binnenland. Als regeringen hun eigen burgers onderdrukken, zo geloofde Havel, zal die onderdrukking vroeg of laat de grens oversteken. Dat zien we nu in Rusland.

Na 1989 waren we ervan overtuigd dat handel automatisch zou leiden tot dooi. Die gedachte schuilde ook achter de beslissing om in 2001 China op te nemen in de Wereldhandelsorganisatie. In werkelijkheid zag je de omgekeerde evolutie. Wat is er sindsdien gebeurd in Hongkong? En wat zal er straks gebeuren in Taiwan? China heeft met zijn 14 buurlanden territoriale conflicten. Wat leren wij daarvan? Denken we voldoende na over wat er voor ons ligt?

Wat ligt er voor ons?

Scheffer: Achter het conflict met Rusland sluimert een conflict met China. Ik zie in het Nederlandse bedrijfsleven veel mensen die zeggen: economische afhankelijkheid van China is hetzelfde als afhankelijkheid van de VS. ‘Voer gewoon handel,’ zeggen ze, ‘met mensenrechten, autocratie en onderdrukking van Oeigoeren heeft dat allemaal niets te maken.’ Die loskoppeling van handel, veiligheid en democratie getuigt van een grote naïviteit. Dat zien we in de omgang met het Chinese IT-bedrijf Huawei. En als China zich had ingekocht in de Vlaamse netwerkbeheerder Eandis, zou dat zeker geen stap in de richting van internationale stabiliteit geweest zijn.

Wij schilderen Europa graag als “een museum” af, maar er zit een verborgen vitaliteit in ons continent.

In een wereld waarin een deel democratisch is en een deel autocratisch, bestaat geen internationale stabiliteit. Vandaag is Rusland de agressor, over tien jaar kan dat China zijn. De belangrijkste les van deze oorlog moet zijn dat Europa zijn afhankelijkheidsrelatie van dit soort regimes op cruciale gebieden als energie en informatica zo klein mogelijk moet houden.

De oorlog in Oekraïne dwingt Europa ook om na te denken over zijn eigen grenzen. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zei kort na de inval dat Oekraïne op termijn kan toetreden tot de EU. ‘Ze horen bij ons en we willen hen erbij’. Was dat verstandig?

Scheffer: De vraag stellen is ze beantwoorden. Ik herinner me hoe Guy Verhofstadt (Open VLD) tijdens de revolte op het Maidanplein met een belofte kwam die nog verder ging. Ik begrijp die hartstocht wel. Maar verstandig is het niet. Helemaal los van de Russische opstelling, je helpt de Oekraïners niet vooruit door ze iets voor te spiegelen wat nog zeker 10 of 15 jaar onrealistisch zal blijven. Het zal de volgende jaren al moeilijk genoeg zijn om de Unie zoals ze nu is bij elkaar te houden.

Door de oorlog in Oekraïne zijn we de autoritaire verleiding in Polen en Hongarije even vergeten, maar die kwestie zal zeker terugkeren. De vraag hoe je die landen integreert in een geheel waarin bijvoorbeeld de rechtsstatelijkheid wordt nageleefd, zal nog genoeg moeite kosten. De gedachte dat zulke landen vanzelf convergeren naar ons model is een illusie gebleken.

Was de toetreding van Polen en Hongarije een vergissing?

Scheffer: Nog niet zo lang geleden werd er ernstig gedebatteerd over de vraag of we een kleinere kern van landen in de Unie nodig hebben. Mijn antwoord op die vraag is nee. Door de Unie op die manier te verkleinen, haal je de zone van de instabiliteit dichter naar je toe. Het moet onze ambitie zijn om de unie van 27 landen te versterken, ook wat betreft de veiligheidspolitiek. Daarom moeten we ons ook inniger verhouden tot de landen net over die nieuwe grens. We zijn er na 1989 wel in geslaagd om de uitbreiding te realiseren, maar we zijn er niet in geslaagd om een duurzame verhouding te vinden met landen als Turkije en Oekraïne. Juist de halfslachtige toezeggingen van lidmaatschap leiden tot begrijpelijke frustraties. Ook los van lidmaatschap kunnen we veel bijdragen aan een land als Oekraïne.

In De vorm van vrijheid schrijft u dat de expansiedrang van Rusland voor ‘een existentieel gevoel van bedreiging’ zorgt in landen die vroeger deel uitmaakten van het Warschaupact. Volgens de Pools-Amerikaanse historica Anne Applebaum hebben die goeie redenen om zich bedreigd te voelen. Ze gelooft dat Poetin een terugkeer naar de wereld van voor 1989 ambieert.

Scheffer: Ik kan – zeker met het huidige echec in het achterhoofd – moeilijk geloven dat Poetin na Oekraïne ook Polen of een Baltische republiek zal aanvallen. We moeten ons voorbereiden op zo’n mogelijkheid, maar het is niet verantwoord om ervan uit te gaan dat een uitbreiding van de oorlog onvermijdelijk is. We kunnen de steun aan Oekraïne vergroten, maar directe militaire inmenging zou tot een onvoorspelbare escalatie leiden. Van een versterking van de NAVO in het Oosten gaat een afschrikwekkende werking uit op het eigen grondgebied. En net als tijdens de Koude Oorlog zijn we geneigd de kracht van het Russisch leger te overschatten. Bovendien kun je je de vraag stellen hoe gemotiveerd dat leger is. Per slot van rekening vechten ze tegen een buurland waarmee ze heel veel historische banden hebben.

De Duitse politoloog Herfried Münkler stelde zich, om een andere reden, dezelfde vraag. Hij zei dat ook in Rusland het ‘postheroïsche tijdperk’ is aangebroken. Sterven voor het vaderland is daar niet langer vanzelfsprekend.

Scheffer: Dat zou ik niet durven te zeggen. Wat ik wel weet is dat wij Europeanen stelselmatig aan zelfonderschatting doen. Wij schilderen Europa graag als ‘museum’ af. Onze weerbaarheid zou tanen. Ik heb onderzocht hoe de rest van de wereld daar naar kijkt, en kwam tot de conclusie dat er zoiets als een verborgen vitaliteit van Europa bestaat. Buiten Europa overheerst het beeld van een continent met een sterke rechtstaat, relatief beperkte ongelijkheid, een groot vermogen tot pacificatie en een bloeiende universitaire en stedelijke cultuur. Het had eerder gekund en gemoeten, maar die weerbaarheid spreken we vandaag ook aan in onze houding tegenover Rusland en, de voorbije jaren, in de manier waarop we zijn omgegaan met de pandemie.

Wat zijn de contouren van een mogelijk vredesverdrag voor Oekraïne? Ik zie ze nog niet.

Legde de coronapandemie niet precies onze zwakte bloot?

Scheffer: De pandemie heeft ons tot bijzonder verregaande maatregelen gedwongen. Op bepaalde ogenblikken hebben we de samenleving gesloten. Toch heeft dat niet tot maatschappelijke ontwrichting geleid. Je hoort weleens zeggen dat wij louter consumenten zijn geworden. Misschien is dat zo in vredestijd, maar als het er echt toe doet – zie de pandemie, maar ook de oorlog in Oekraïne – verschijnt er plots een samenleving die tot meer in staat is dan we dachten en die een waardengemeenschap wil zijn.

Met de kanttekening dat we de vraag moeten stellen of we onze reactie op de oorlog in Oekraïne zullen volhouden. Zullen we de prijs van de economische sancties willen blijven betalen als het echt pijn doet? Zullen we over een jaar nog even ruimhartig staan tegenover de vluchtelingen? Zelensky is bang dat er gewenning in het Westen zal optreden. Het deed me denken aan Havel. Hij schreef ooit dat het totalitarisme een aanslag is op het verhaal: op een gegeven moment valt er niets nieuws meer te melden. Dat was de eenzaamheid in het Oosten. Dat begreep de toneelschrijver Havel, en dat begrijpt de acteur Zelensky.

Critici merken op dat het Westen zich minder ruimhartig opstelde tegenover de Syrische vluchtelingen.

Scheffer: Ik heb het nog eens nagekeken. Sinds de vorige vluchtelingencrisis heeft Nederland rond de 100.000 Syriërs opgenomen. Aan die aantallen zitten we nu nog niet. Ik ben tijdens de crisis in 2015 op wel 60 plekken geweest waar vluchtelingen werden onthaald. Overal zag je bij wijze van spreken meer vrijwilligers dan vluchtelingen. Die grotere ruimhartigheid zie je natuurlijk wél in Polen. Dat kan ook niet verbazen. Het is een buurland, dat bovendien historisch heel sterk met Oekraïne verbonden is. (toont een kaart uit het interbellum) Kijk, voor de Tweede Wereldoorlog lag een stad als Lviv in Polen. De Poolse bevolking bestond toen voor 14 procent uit Oekraïners.

U had het tijdens ons gesprek herhaaldelijk over de kloof tussen Polen en de westelijke lidstaten. De oorlog lijkt die kloof minstens tijdelijk te verkleinen. Zou het kunnen dat het conflict op wat langere termijn de integratie ten goede komt?

Scheffer: Ik sluit niet uit dat de Polen, en ook de Hongaren, sinds kort iets beter beseffen hoezeer ze de bescherming van de Unie nodig hebben. Dat besef zou ertoe kunnen bijdragen dat ze wat makkelijker bereid zullen zijn om, naast de materiële voordelen, ook de juridische verplichtingen van het EU-lidmaatschap erbij te nemen. Al maak ik me over Orban niet te veel illusies. Hoe dan ook zal het, als dit conflict voorbij is, opnieuw moeten gaan over de autoritaire verleiding en de rechtsstatelijkheid in die landen. Als je een beetje vertrouwd bent met de geschiedenis, weet je dat het een werk van de lange adem wordt. Het heeft een generatie gekost om Frankrijk en Duitsland te verenigen. Het zal nog een generatie kosten om ook de integratie tussen de westelijke en de oostelijke staten te verdiepen. Voorlopig lijkt me de grens van de verdere uitbreiding bereikt.

Paul Scheffer

– Geboren in 1954 in Nijmegen

– Vanaf 1978: correspondent in Parijs en Warschau

– 1986-1992: bij de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de Nederlandse sociaaldemocratische partij

– Vanaf 1992: medewerker NRC Handelsblad

– 2007: publiceert Het land van aankomst, een studie over migratie in Europa en Amerika

– 2003-2011: bijzonder hoogleraar grootstedelijke problematiek, Universiteit van Amsterdam

– 2011-2021: hoogleraar Europese Studies, Universiteit van Tilburg

– 2018: publiceert De vorm van vrijheid, over het belang van grenzen

Partner Content