Komt er na de gascrisis een olieschok? ‘Op termijn wordt Poetin de grote verliezer van dit verhaal’

© Getty

De beweegredenen van de OPEC Plus-landen zijn zo troebel als de olie die ze produceren. De aangekondigde productieverlaging draait om geld, maar minstens evenveel om geopolitiek gewin. Komt er na de gascrisis een olieschok?

Energiezekerheid heeft een prijs. Met dat argument verdedigde OPEC-voorzitter Haitham Al-Ghais vorige woensdag een maatregel die een schokgolf door de wereldeconomie joeg: een productiebeperking van 2 miljoen vaten ruwe olie per dag, hetzij 2 procent van de totale wereldproductie. Dat lijkt niet veel, maar het was ruim voldoende voor hoogspanning op de internationale oliemarkt. Sinds die aankondiging op 5 oktober is de prijs van Brent-olie gestegen van 89,21 naar 98,45 dollar per vat. Niet alleen OPEC, een kartel van dertien olieproducerende landen met Saudi- Arabië als dominant lid, zit achter de productievermindering. Het ging in Wenen immers om een OPEC Plus-vergadering, bijgewoond door tien bondgenoten. Waaronder Rusland.

Het is niet het einde van de wereld. Maar een bagatel zou ik het ook niet noemen.

Hans Bevers, Degroof Petercam

Alle olieproducerende landen hebben financieel belang bij hogere prijzen voor hun zwarte goud, maar voor Rusland geldt dat net iets meer. Meer nog dan gas vormt olie voor Moskou de voornaamste bron van inkomsten. De olie-export was vorig jaar goed voor 45 procent van de federale begroting. Extra middelen zijn sowieso welkom om de peperdure oorlog in Oekraïne te financieren, maar dat is niet de enige verklaring voor het leedvermaak van de Russische delegatie in Wenen.

Voor de Oekraïneoorlog importeerde Europa 30 procent van zijn olie uit Rusland. Ondanks verwoede pogingen om die afhankelijkheid snel af te bouwen, blijft de blootstelling een feit. Galopperende prijzen aan de pomp, stijgende productiekosten alom, inflatiedruk en koopkrachtpaniek zullen er niet minder op worden. En maatschappelijke onrust in de vijandelijke hoofdsteden van de Europese Unie – daar drinken ze in het Kremlin tegenwoordig champanska op.

Geopolitiek even betekenisvol is de houding van Saudi-Arabië dat als OPEC-leider niet aarzelt om volop de Russische kaart te trekken. Olie is een troebel goedje, en dat geldt evenzeer voor het machtsspel rond de grondstof die ondanks alle milieubezwaren nog altijd het levensbloed van de wereldeconomie vormt. Knack legde daarom enkele pertinente vragen voor aan een panel experts.

1. Hoe hoog kan de olieprijs oplopen?

Analisten van de Amerikaanse investeringsbank Goldman Sachs zien de Brent-index volgend jaar stabiliseren rond 110 dollar per vat. ‘Maar het is helemaal niet zeker dat het zo’n vaart loopt’, zegt Moniek de Jong, onderzoeker energiebeleid aan de Universiteit Gent. ‘Een van de vele onzekerheden is de Chinese economie. Momenteel draait die door allerlei coronabeperkingen nog altijd op een laag toerental. Maar als de Chinese economie straks aantrekt zal de vraag naar olie fors stijgen met een opwaartse prijzendruk als gevolg.’

Hans Bevers, hoofdeconoom van de Belgische zakenbank Degroof Petercam, citeert een oude beurswijsheid: olieprijzen voorspellen is meer kunst dan wetenschap. ‘Tijdens de eerste dagen van de Russische invasie hoorde je constant doemberichten van energiespecialisten’, zegt hij. ‘Ze hadden het toen nog minder over gas, maar vooral over de olieprijs die op termijn tot 200 dollar per vat zou stijgen. Dat is niet gebeurd, ook al doordat de vooruitzichten voor de wereldeconomie almaar versomberden. OPEC heeft daar in juni trouwens ook al met een productiebeperking op gereageerd.’

2. Waarom is er nu meer paniek in de markt?

Na die beperking in juni is de prijs tot 120 dollar gestegen, aanzienlijk hoger dan de prognoses na de recente productiebeperking door OPEC Plus. ‘Kijk naar de timing’, zegt Lucia van Geuns, energiespecialiste van het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS). ‘OPEC Plus haalt vanaf november 2 miljoen vaten uit de markt, terwijl op 5 december het Europese embargo op Russische maritieme olie van kracht wordt. Eerst alleen voor ruwe olie, vanaf februari geldt het ook voor geraffineerde olieproducten.’ Het embargo slaat op de export met tankers. Pijpleidingen zijn vrijgesteld, vooral onder druk van landen zoals Hongarije, Tsjechië en Slowakije die geen zeehavens hebben en erg afhankelijk zijn van Russische olie die via de zuidelijke Droezjba-pijplijn geleverd wordt.

Maar dat doet weinig af aan de potentiële impact van de sanctie. Met 7 miljoen vaten per dag staat maritieme olie voor 80 procent van de Russische productie. Bovendien komt het Europese embargo boven op boycotmaatregelen die de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk eerder namen. ‘En dan is er nog het prijsplafond voor Russische olie dat de G7 aan het Europese embargo wil koppelen’, zegt Van Geuns. ‘Dat alles maakt deze situatie zo onvoorspelbaar. Zal Rusland in deze omstandigheden nog olie willen exporteren? Niets is zeker, Moskou heeft al gedreigd met een boycot.’

‘De ongerustheid is erg groot’, beaamt Hans Bevers. ‘Op zich is de huidige marktprijs geen kraker die de wereldeconomie kan destabiliseren. Maar de oliemarkt is erg volatiel, een groot stuk van de handel verloopt via termijncontracten, met traders die speculeren op stijgingen en dalingen. Dat creëert een hefboomeffect waardoor prijsevoluties fel kunnen escaleren.’

3. Hoe werkt zo’n embargo in combinatie met een prijsplafond?

Europa en de G7, de groep van de rijkste industrielanden waarin ook Amerika, Japan, het VK en Canada zitten, proberen hun sancties universeel uit te breiden. Voorlopig met weinig succes: India en China hebben al aangekondigd dat ze Russische olie blijven importeren. ‘Het is de bedoeling om het embargo via transport en verzekeringen af te dwingen’, zegt Van Geuns. ‘Dat zijn cruciale diensten in de oliemarkt waarvan het Westen de sleutels in handen heeft. Europese reders mogen geen Russische olie meer naar derde landen vervoeren, weliswaar met uitzondering van Griekenland, Malta en Cyprus die samen de bulk van de internationale tankervloot controleren. Zij mogen dus nog wel exporteren, maar alleen naar afnemers die het prijsplatform hanteren. Ladingen mogen bovendien uitsluitend worden verzekerd door Europese maatschappijen zoals Lloyd’s, en die moeten erover waken dat het prijsplafond wordt gerespecteerd.’

De cap, zoals het prijsplafond in het jargon heet, ligt nog niet vast, maar Van Geuns verwacht een cijfer rond 60 dollar per vat. ‘De technische productiekosten voor Russische olie bedragen zo’n 40 euro per vat’, rekent ze voor. ‘Tel daar nog wat distributiekosten bij, en het is duidelijk dat Poetin met zo’n cap weinig of niets meer verdient aan zijn olie.’

4. Hoe effectief worden deze sancties?

‘Het Europese embargo werd al in mei aangekondigd’, stelt Moniek de Jong vast. ‘Rusland heeft dus zes maanden gekregen om zich voor te bereiden. Een embargo met onmiddellijke ingang was veel effectiever geweest, maar daar was Europa zelf niet klaar voor.’ Rusland is niet bij de pakken blijven zitten. De voorbije maanden werd de dalende vraag vanuit Europa gecompenseerd door extra uitvoer naar de Aziatische markt, vooral India en China. ‘Weliswaar met forse kortingen’, zegt Van Geuns. ‘Dat is best ironisch, want het effect van die kortingen verschilt niet zo heel veel met het prijsplafond dat de G7 wil opleggen’.

Toch is het niet duidelijk wie aan het langste eind trekt. India koopt massaal Russische olie met korting, die het vervolgens raffineert en exporteert. Ook naar Europa dat Russische olie nochtans in de ban heeft geslagen. Zal India die handel voortzetten als straks het sanctiepakket van de EU en de G7 van kracht wordt? ‘Waarom niet’, vraagt De Jong retorisch. ‘De herkomst van olieproducten valt erg moeilijk te traceren, een tanker kan ruwe olie uit verschillende bronnen bevatten. En wat als ladingen in internationale wateren naar onverdachte tankers worden overgepompt? Dat is een beproefde methode, het is niet ondenkbaar dat Rusland daar de voorbije maanden al mee heeft geëxperimenteerd.’

Rusland beschikt vooral over oude olievelden: je kunt ze stilleggen, maar het is lastig en erg duur om ze weer op te starten.

Lucia van Geuns, Haags Centrum voor Strategische Studies

De Russen hoeven het warm water niet uit te vinden, vult Van Geuns aan. ‘Ze hebben veel kunnen leren van Iran en Venezuela, landen die al lang onder een embargo leven, maar hun olie toch nog altijd op de internationale markt slijten. Op termijn zie ik een parallelle markt ontstaan, waarbij Russische olie wordt getransporteerd door tankers die onder de vlag varen van landen die weinig vatbaar zijn voor internationale sancties. Je ziet daar nu al voortekenen van. Oude, versleten tankers op weg naar een sloopwerf in Bangladesh maken plots rechtsomkeer. Blijkbaar worden ze opgekocht voor die parallelle markt.’ Echt staatsgeheim is dat allemaal niet. Volgens de Britse scheepsmakelaar E.A. Gibson heeft Rusland tussen mei en augustus 1 miljard dollar uitgegeven aan tweedehandse tankers van de zogenaamde ijsklasse, ideaal om de verboden Europese wateren te omzeilen.

5. Hoe geloofwaardig is Poetins dreigement met een exportboycot?

Schiet de Russische president met een exportboycot niet in zijn eigen voet? ‘Een kat in het nauw maakt rare sprongen’, zegt Van Geuns. ‘Iedereen stelt dezelfde vraag: hoe hard zullen de Russen het spelen? Zullen ze echt alle olie van de markt halen om de disruptie en de economische schok in Europa te maximaliseren? Dat gaat Rusland erg veel kosten, maar met een leider zoals Poetin weet je nooit. Toch zou het geen vanzelfsprekende stap zijn. Stoppen met exporteren impliceert de beperking van de productie. Dat is technisch niet zo eenvoudig, zeker niet in Rusland dat vooral over oude olievelden beschikt. Je kunt ze wel stilleggen, maar het is lastig en erg duur om ze weer op te starten.’

Ook De Jong spreekt van een dubbeltje op zijn kant. ‘Europa koppelt zich veel sneller dan verwacht af van het Russische gas’, zegt ze. ‘Dat beseft Poetin als geen ander, en daarom gooit hij nu een tweede economisch wapen in de strijd. Maar een exportboycot blijft een gewaagde gok, want olie is nu eenmaal Ruslands voornaamste bron van inkomsten.’

6. Zit er geen logica in de productie-beperking?

Het is een logische prijsondersteunende correctie, zegt de OPEC-voorzitter en daar zijn ook veel precedenten voor. OPEC werd precies opgericht om de olieprijs via productieafspraken op peil te houden. ‘Op het eerste gezicht kun je het zo wel zien’, vindt De Jong. ’De olieproducenten hebben geleden onder de coronacrisis. Weinig vraag, lage prijzen, minder inkomsten. Na het hoogtepunt van de pandemie is de wereldeconomie weer gaan aantrekken, maar door technische en financiële problemen konden niet alle producenten hun velden herstellen om hun productie te verhogen. Dus ja, de beperking kan worden gezien als een manier om inkomsten te genereren, voor hersteloperaties maar ook exploratie van nieuwe velden.’

Saudi-Arabië wil onderstrepen dat het niet langer de handpop is van de Verenigde Staten.

Moniek de Jong, Universiteit Gent

Maar naast die winstmaximalisatie ziet De Jong een duidelijke geopolitieke agenda, ook bij OPEC. ‘Saudi-Arabië wil onderstrepen dat het niet langer de handpop is van de Verenigde Staten. De productiebeperking is niets minder dan een klap in het gezicht van president Joe Biden. Straks zijn er in Amerika tussentijdse verkiezingen. Het laatste wat Biden tijdens die midterms kan gebruiken zijn ontsporende prijzen aan de pomp. Daarom heeft hij de voorbije maanden zijn strategische voorraad al aangesproken.’

7. Kunnen de VS niet zelf meer oppompen om de olieprijs te drukken?

‘Zo eenvoudig is het niet’, zegt Van Geuns. ‘Amerika is de grootste olieproducent ter wereld, maar produceert vooral voor de eigen markt. Bovendien is het Saudi-Arabië niet, waar één staatsoliebedrijf de hele productie controleert. Er zijn honderd producenten, klein en groot. Er wordt vooral schalieolie opgepompt, een dure technologie die veel milieubezwaren oproept. Vooral sinds corona raken investeerders nog moeilijk aan kredieten.’

Het lijkt ongerijmd: Washington, dat OPEC tot productieverhoging wil bewegen, is de drijvende kracht achter embargo’s tegen twee van ’s werelds grootste producenten, Iran en Venezuela. De voorbije dagen klonk meermaals de roep om die politiek te herzien. ‘Voor Iran zie ik dat niet gebeuren’, zegt Van Geuns. ‘Dat ligt te gevoelig voor de Amerikaanse politiek in het Midden-Oosten. Maar met Venezuela lopen er wel gesprekken. Amerika heeft een overschot aan lichte olie zoals benzine maar een tekort aan middenderivaten zoals diesel. De zware Venezolaanse olie zou goed van pas komen.’

8. Hoe schadelijk is dit alles voor de Europese economie?

‘Het is niet het einde van de wereld’, zegt Hans Bevers. ‘Maar een bagatel zou ik het ook niet noemen. De huidige inflatie komt vooral door verstoringen langs de aanbodzijde van de economie. Na het basiseffect van de gasprijs dreigt daar met olie opnieuw een basiseffect bovenop te komen, met zelfversterkende prijseffecten op andere goederen en diensten. Voor centrale banken wordt het op korte termijn nog lastiger dan nu al het geval is, met een verzwakkende groeidynamiek en misschien nog oplopende inflatie. Veel valt er helaas niet aan te doen.’

Moniek de Jong ziet een lichtpunt in de vergelijking tussen olie en gas. ‘Europa is deze keer minder kwetsbaar’, zegt ze. ‘Oké, de brandstofprijzen zullen stijgen met meer inflatie als gevolg. Maar anders dan bij gas dreigt er voor olie geen schaarste. België heeft een strategische voorraad voor negentig dagen, terwijl die voor gas slechts twaalf dagen dekt. Dat verschil zie je in alle lidstaten. De wereldmarkt voor olie is veel diverser, transport en opslag zijn veel goedkoper. Lng moet worden gekoeld, schepen, terminals en pijpleidingen kunnen niet zomaar als buffer worden gebruikt. Bij olie volstaat bij wijze van spreken een tanker voor de kust als strategische reserve.’

9. Wie lacht er het laatst?

‘Op de korte termijn heeft Poetin de beste kaarten’, zegt De Jong. ‘Hij gaat hier veel geld mee verdienen voor zijn oorlog in Oekraïne, en hij kan een tandje bijsteken in het destabiliseren van het Westen via het inflatie-effect. Op de langere termijn echter wordt Poetin de grote verliezer van dit verhaal. We zijn getuige van een fundamentele verschuiving op de energiemarkt. Europa zal minder gas en olie verbruiken en zal die producten bij andere leveranciers kopen. Het is nu zaak om het tijdens die transitie vol te houden. Onze leiders moeten creatief zijn, ze moeten de pijn van de burgers verzachten en tegelijkertijd de bevoorrading verzekeren. En bovenal: ze moeten dringend inzetten op de transitie naar een duurzame energiebevoorrading.’

Lees ook:

Partner Content