Hoe het Israël van Bibi Netanyahu steeds meer alleen staat
Wereldwijde steun maakte na 7 oktober snel plaats voor woede over de verwoestende oorlog in Gaza. Israël voelt zich eenzaam, maar vastberaden om Hamas te verslaan. Toch neemt de verdeeldheid ook intern toe.
In het Yarkon-park in Tel Aviv was tot voor kort een bloeiend festivalterrein, maar de laatste maanden bleef dat leeg. Weinig artiesten staan te springen om naar een land-in-oorlog af te reizen. Het laatste grote concert, op 4 oktober toen tienduizenden fans uit hun dak gingen bij een wervelende show van Bruno Mars, lijkt alweer een eeuwigheid geleden. De Amerikaanse superster, voor de gelegenheid gekleed in het blauw-wit, sprak op het podium een paar woorden Hebreeuws: een stukje erkenning waarnaar de Israëliër nog steeds hunkert. Want het gebeurt maar zelden dat een artiest uit de A-categorie Israël aandoet. Mars zou drie dagen later, op 7 oktober, een tweede uitverkocht concert geven. Dat ging uiteraard niet door.
Zelfs als straks de wapens zwijgen, is de kans klein dat sterren de weg naar Israël zullen weten te vinden. Zij willen voorlopig niet worden geassocieerd met een land dat door een steeds groter deel van de wereld als een paria wordt beschouwd. Jarenlang vochten Israëliërs voor de erkenning en legitimiteit van hun eigen staat, maar nu zien zij die langzaam uit hun handen glippen. Ze voelen zich alleen, in de steek gelaten door de internationale gemeenschap die het bloedbad van 7 oktober ver naar de achtergrond heeft gedrukt. De beelden van dode kinderen en platgebombardeerde wijken in Gaza domineren.
Ultieme Joodse nachtmerrie
Volgens Yossi Klein Halevi leven Israëliërs in de ultieme Joodse nachtmerrie: ze worden eerst afgeslacht en vervolgens als crimineel bestempeld. De vermaarde schrijver ziet met afschuw hoe het ‘trauma van eenzaamheid’ is teruggekeerd. Duizenden jaren werden Joden als de Ander gezien. Van de bijbelse profeet Bileam, die hen tot eenzaamheid veroordeelde, tot aan de Holocaust.
‘Een eigen staat was de laatste wanhopige poging om te worden geaccepteerd door de wereld,’ zegt de 71-jarige Halevi. ‘In plaats daarvan zijn we verwikkeld in een permanente oorlog en wordt ons bestaansrecht zelfs in het Westen in twijfel getrokken. Iedereen in Israël – van links tot rechts – heeft het gevoel dat we weer als abnormaal worden beschouwd. Een volk dat andere standaarden krijgt opgelegd. Iedereen zou hard terugslaan na zo’n bloedbad.’
Israëliërs zien inmiddels achter elke boom een vijand. Vaak terecht, soms ook niet. Het isolement draagt er aan bij dat een deel van het land er niet langer voor terugdeinst om er met gestrekt been in te gaan, zowel in Gaza als daarbuiten. De Verenigde Naties waren nooit populair, maar nu worden hoge functionarissen zonder pardon tot persona non grata verklaard. Zelfs het Rode Kruis wordt op één hoop geveegd met Hamas omdat de hulporganisatie te weinig zou doen om de gegijzelden bij te staan.
‘Wie vooral profiteert van ons isolement, is extreem-rechts,’ zegt Halevi. ‘Die kunnen nu zeggen dat de niet-Joden ons verafschuwen zoals ze dat altijd al deden. En omdat we het toch nooit goed doen, kunnen we net zo goed zo bruut mogelijk tekeergaan. Gelukkig nemen de extreem-rechtse partijen geen oorlogsbesluiten, dat doen sobere mensen als Yoav Gallant, Benny Gantz en zelfs Benjamin Netanyahu. Maar hoe meer we alleen komen te staan, hoe meer macht zij krijgen.’
(Lees verder onder de preview)
Songfestival
Vanuit hun ommuurde land kijken veel Israëliërs verontrust naar de boze buitenwereld, waar de veilige ruimtes voor Israëliërs en Joden steeds kleiner worden. Van Amerikaanse universiteiten tot de pleinen in Europese hoofdsteden. Een Joodse student werd deze maand in Berlijn door een pro-Palestijnse studiegenoot het ziekenhuis in geslagen. Het slachtoffer is de kleinzoon van een atletiektrainer die tijdens de Olympische Spelen van München (1972) door Palestijnse terroristen werd gedood. De veiligheidsdiensten kunnen deze zomer bij de Spelen in Parijs hun borst nat maken.
De internationale sportwereld is een van de vele arena’s waar Israëliërs zich niet langer welkom voelen. De Ierse basketbalvrouwen weigerden deze maand de hand te schudden van hun Israëlische tegenstanders, terwijl een official bij het WK zwemmen in Qatar het vertikte om de deelneemster uit Israël aan te kondigen. Een groep landen probeert Israël geboycot te krijgen bij wereldvoetbalbond FIFA. Voor de muziekwereld geldt hetzelfde. Internationale artiesten, ook uit een lagere categorie dan Bruno Mars, komen voorlopig niet naar Israël. En veel Israëlische acts hebben voorstellingen in het buitenland afgezegd uit angst voor protesten en geweld.
De roep neemt ook toe om Israël uit te sluiten van het Eurovisie Songfestival, dat in mei in het Zweedse Malmö wordt gehouden. Dat komt hard aan. De ‘douze points’ betekenden voor Israël decennialang veel meer dan twaalf punten. Het was een vorm van acceptatie. Nu vreest het land voor betogingen in Malmö, dat een grote moslimminderheid heeft, en artiesten die zich op het podium zullen uitspreken tegen Israël. Nota bene rond de jaarlijkse Holocaust-herdenking.
‘We zitten opnieuw in het verdomhoekje,’ zegt Yaniv Kepler (72). ‘Dat zijn wij als Israëliërs, als Joden, gewend.’ De gepensioneerde zakenman tuurt over het water van Gordon Pool, het zwembad aan de kust van Tel Aviv. Een seculierliberaal bolwerk, waar de elite van de stad – met haar open blik naar de wereld – elke dag haar baantjes trekt. Kepler: ‘Ik snap de kritiek op de oorlog en het mag ook wel een onsje minder, maar wat moeten we dan? Hamas moet verdwijnen. Dat staat buiten kijf.’
Hij reist minder dan vroeger, maar zijn ervaring is dat de soep in het buitenland minder heet gegeten wordt. ‘Veel mensen staan nu niet achter ons, maar ik denk dat de kritiek van korte duur is. Ik geloof in een stille meerderheid, niet in de kleine groep fanatici die nu overal herrie schopt.’
(Lees verder onder de preview)
Marokkaanse drugsdealers
Niet iedereen is zo hoopvol gestemd. De internationale boycotbeweging, jarenlang niet meer dan een ergernis, is op stoom gekomen. Vooral voor de jongeren in Israël betekent dat een shock. Zij kenden louter de opwaartse stroom, waarbij banden werden aangehaald met een reeks Arabische staten. Zij gingen met een jeep crossen in de Wadi Rum, lagen languit met een joint op het strand in de Sinaï en vlogen naar Dubai om te shoppen. Nu openen Jordaniërs zaken met namen als ‘7 oktober’ en ‘Al-Aqsa vloed’ en weigeren Marokkaanse drugsdealers zelfs hun hasj aan Israëliërs te verkopen.
Over de woede van die oude vijanden kunnen zij nog enigszins hun schouders ophalen. Dat ligt anders met Europa en de Verenigde Staten. ‘De meeste Israëliërs zien kritiek uit die landen als hypocriet,’ zegt Halevi. ‘Onwetendheid van mensen die niet weten hoe het is om een oorlog te voeren tegen een vijand die burgers als menselijk schild inzet. Zij vinden het Westen op z’n best naïef, op z’n slechtst kwaadwillend.’
Toch moet Israël volgens Halevi de kritiek niet negeren. ‘We moeten ons de zorgen over Palestijnse burgerslachtoffers ter harte nemen en morele verantwoording afleggen bij onze bondgenoten.’ Dat neemt volgens de schrijver niet weg dat Israël het recht heeft om zichzelf te verdedigen. ‘We zijn op 7 oktober ontwaakt uit de illusie dat we kunnen samenleven met terreurbewegingen aan onze grenzen, zowel in Gaza als Libanon. Die dreiging moeten we wegnemen, ook al brengt ons dat in conflict met onze beste vrienden. Het is pijnlijk, maar we hebben geen andere keus.’
Hij maakt zich veel meer zorgen over de onterechte kritiek, die volgens hem steeds grotere en bizarre vormen aanneemt. ‘Het toppunt is de zaak voor het Internationaal Gerechtshof. Wij waren de slachtoffers van een genocidale beweging, maar worden daar nu zelf van beschuldigd.’ De meeste Israëliërs waren volgens hem niet eens verbaasd over de rechtszaak, eerder ontnuchterd. ‘Zo ver is het dus gekomen. We worden gezien als illegitiem land.’
(Lees verder onder de preview)
Meer dan 230 dode soldaten
De kloof met het buitenland wordt steeds groter, maar ook in Israël groeien de tegenstellingen, vooral die tussen regering en bevolking. Een meerderheid wil dat het kabinet zo snel mogelijk opstapt, vanwege het falen rond 7 oktober en het ontbreken van toekomstplannen voor Gaza, maar ook door het belabberde economische vooruitzicht.
‘Ik ben geen fan van de huidige regering,’ zegt Moran Segev (41), die vorig jaar volop demonstreerde tegen de omstreden juridische hervormingen. De protestbeweging van toen neemt nu weer langzaam de handschoen op tegen de regering. Segev: ’Wat mij betreft stappen ze vandaag nog op, maar dat neemt het probleem van Hamas niet weg.’ Hij is begaan met het leed van de Palestijnen. ‘Niemand wil dode baby’s zien, maar het is Hamas dat daar schuldig aan is. Als dat de gijzelaars vrijlaat, is de oorlog voorbij. Zo simpel is het.’
Was het maar zo simpel. Binnen het oorlogskabinet, maar ook in de samenleving, is groeiende onenigheid over wat de hoogste prioriteit moet hebben: de vernietiging van Hamas of de vrijlating van de gijzelaars, waarvoor het land enkele grote offers zal moeten brengen. Een conflict tussen twee fundamenten van de staat, die is opgericht om de Joodse bevolking te beschermen, maar tegelijkertijd het ‘leave no man behind’ hoog in het vaandel heeft staan.
Met meer dan 230 dode soldaten speelt ook het conflict over de dienstplicht weer op. Het leger wil die, met het oog op toekomstige conflicten, verlengen en de last voor reservisten verzwaren. Tegelijk blijven de ultraorthodoxen, ondanks een kleine symbolische bijdrage kort na 7 oktober, weigeren het zwart voor het groen te verruilen.
Brothers in arms
Zo ziet de Israëliër zich in toenemende mate vervreemd van het buitenland, de regering en een deel van de eigen bevolking. ‘De solidariteit in het land neemt af,’ zegt Halevi. ‘En ook ik raak elke ochtend weer depressief als ik me realiseer dat Netanyahu nog steeds aan de macht is.’ Maar, zo stelt hij, de Israëliërs hebben zich na 7 oktober van hun beste kant laten zien. ‘We zijn ondanks de vele verschillen samengekomen en hebben onszelf gemobiliseerd.’
Hij doelt op de vele initiatieven uit de bevolking, die de vele gaten opvulden die de overheid liet vallen. Of het nou ging om het oogsten van de velden langs Gaza of het bijstaan van de getraumatiseerde slachtoffers: burgers schoten massaal te hulp. Zo ook organisaties als Brothers in Arms, de reservisten die zich vorig jaar verenigden tegen de juridische hervormingen maar na 7 oktober overal bijstand verleenden. Halevi: ‘Daar moeten we ons aan vastklampen.’
Brothers in Arms is ook de titel van het succesalbum van de Britse rockgroep Dire Straits. Israël zal het in juni met The Dire Straits Experience, een coverband, moeten doen. Een van de zeldzame buitenlandse acts die in deze moeilijke omstandigheden op het programma staan. Er zijn nog kaartjes beschikbaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier