Karmenu Vella

‘Hulpbronnen die via slimme technieken worden uitgespaard, worden ergens anders weer verkwist’

Karmenu Vella Europees commissaris voor Milieu, Maritieme Zaken en Visserij

‘Het succes van Europese groene industrieën moet een stimulans zijn voor de rest van de economie’, schrijft Europees Commissaris Karmelu Vella. Er zijn volgens hem genoeg economische argumenten om in te zetten op een groene toekomst.

Nu en dan wordt, zonder al te veel ophef, een economische trend vastgesteld die de beeldvorming aanzienlijk kan veranderen. Zo’n trend wordt vastgesteld in ‘Het milieu in Europa: Toestand en verkenningen 2015 (SOER)’. In het rapport wordt blootgelegd dat de Europese groene industrieën tussen 2000 en 2010 met 50 % zijn gegroeid. Dit nieuws lijkt waarschijnlijk niet echt belangwekkend, hoe prijzenswaardig ook. Het gaat echter vooral om de context van deze trend. Deze groei vond immers plaats in een periode met de hoogste pieken en laagste dalen van de laatste honderd jaar. De crisis trof bijna iedere sector van de economie, maar de groene industrieën bleven bloeien.

‘Hulpbronnen die via slimme technieken worden uitgespaard, worden ergens anders weer verkwist’

De bedrijven die wereldleiderschap toonden en milieuvraagstukken durfden aan te pakken, zijn de bedrijven die de recessie het best hebben weten te weerstaan.

We moeten hun voorbeeld volgen. Europa is een continent dat rijk is aan vaardigheden, maar arm aan hulpbronnen. Het gevaar om verstrikt te raken in het web van de recessie bleek een opmerkelijke bron van innovatie. We beginnen als maatschappij te leren om „meer te doen met minder”.

Toch zijn we nog ver verwijderd van een opwaartse spiraal. De hulpbronnen die via slimme technieken worden uitgespaard, worden ergens anders weer verkwist, het zogenaamde “rebound-effect”. Soms hebben pogingen om onze industrieën groen te maken, ongewilde gevolgen.

Het is een veel voorkomend probleem. In de transportsector heeft een efficiënter brandstofgebruik slechts een beperkte invloed op het totale gebruik gehad, aangezien Europeanen hierdoor steeds vaker voor de auto kozen.

In plaats van op afzonderlijke verbeteringen te vertrouwen, moeten we deze problemen op een meer systematische manier aanpakken en naar meer integrale resultaten op zoek gaan. Er zijn genoeg gebieden waarop we kunnen beginnen.

Circulaire aanpak

We moeten vooral manieren zien te vinden om hulpbronnen in de economie te houden, in plaats van ze slechts eenmaal te gebruiken en daarna weg te gooien. We hebben een circulaire aanpak nodig, die afval tot een minimum beperkt. Wanneer producten het einde van hun eerste „levensduur” hebben bereikt, moeten ze onmiddellijk worden ingezet voor materialen waarmee een tweede „levensduur” kan worden begonnen. Alleen wanneer dat materiaal nieuwe producten voortbrengt, kunnen we spreken van een echte productielevenscyclus. Dan begint de kringloopeconomie echt te werken.

Er zijn krachtige economische argumenten. Onderzoek door de industrieën wijst op aanzienlijke besparingen in materiaalkosten wanneer de aanpak van de kringloopeconomie wordt toegepast. Dit zou zelfs kunnen leiden tot een stijging van het bbp van de EU met 3%. We moeten ons niet afvragen of we deze weg al dan niet moeten inslaan. De vraag is meer hoe we dit soort benaderingen kunnen opschalen en kunnen zorgen dat de goede voorbeelden zich over de rest van de economie uitbreiden.

‘Het succes van Europese groene industrieën moet een stimulans zijn voor de rest van de economie.’

Het succes van Europese groene industrieën moet een stimulans zijn voor de rest van de economie. Voor het einde van 2015 zal de Commissie een nieuw en ambitieus programma voor de kringloopeconomie voorstellen, dat de volledige cyclus aanpakt. Dit pakket zal zich ook richten op doelstellingen ten aanzien van recyclingniveaus, slimmer gebruik van grondstoffen, intelligent productontwerp, hergebruik en reparatie van producten, en recycling. Dit alles is gericht op het creëren van een echte productielevenscyclus.

Ik wil de auteurs van het SOER-verslag, dat is gepubliceerd door het Europees Milieuagentschap (EEA), bedanken. Het is een schat aan informatie. Het biedt steekhoudende argumenten voor de kringloopeconomie en bevat bevindingen waaruit de komende vijf jaar EU-beleid zal voortvloeien.

Waarschuwingen

Deze bevindingen bewijzen dat de beschermde natuurgebieden van de EU (het EU Natura 2000-netwerk) een jaarlijks voordeel van 200 miljard EUR bijdragen aan de EU. Er is meer goed nieuws – het EU-beleid heeft aanzienlijke voordelen opgeleverd. Europeanen kunnen genieten van schonere lucht en schoner water, storten minder afval op vuilnisbelten en recyclen meer dan vijf jaar geleden. We moeten echter ook de nodige waarschuwingen in acht nemen als we willen voorkomen dat ons milieu achteruitgaat.

Het rapport toont aan dat de Europese Unie, en vooral de Commissie, een essentiële rol kan spelen in de zoektocht naar manieren om te garanderen dat het nieuws goed blijft. We moeten wetgevende maatregelen, marktgebaseerde instrumenten, onderzoek en innovatie combineren. We moeten stimuleringsmaatregelen, informatie-uitwisseling en ondersteuning van vrijwillige initiatieven inzetten om deze verandering van beeldvorming te bevorderen. Als de politieke wil, rechtszekerheid en publieke steun er zijn, volgen de investeringen vanzelf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content