Nu ze in eigen land en in de rest van de wereld steeds meer geïsoleerd raken, wordt het bondgenootschap tussen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en zijn Hongaarse collega Viktor Orbán alsmaar onvoorwaardelijker en inniger. Tot hun beider tevredenheid. ‘Vanuit Boedapest kan hij ervoor zorgen dat Europa alleen blaft en niet bijt naar Israël.’
‘Ze koesterden allebei heel wat wrok tegen het establishment en de media, en ze waren verbeten hun terugkeer naar de macht aan het voorbereiden. Dat schept een band.’ Zo beschrijft de Hongaarse onderzoeksjournalist Szabolcs Panyi de eerste ontmoeting tussen Viktor Orbán en Benjamin Netanyahu in het Koning David Hotel in Jeruzalem.
Het is de zomer van 2005, Viktor Orbán is 42 en oppositieleider, de 56-jarige Netanyahu is minister van van Financiën in de regering van premier Ariel Sharon. ‘Na hun eerste termijn als premier hadden ze allebei een flinke oplawaai gekregen bij de volgende verkiezingen. Netanyahu werd een van Orbáns rolmodellen, net zoals de voormalige Duitse bondskanselier Helmut Kohl of de Italiaanse ex-premier Silvio Berlusconi. Orbán heeft in heel wat opzichten veel geleerd van de manier waarop Netanyahu steeds weer aan de macht wist te komen en zich daaraan vastklampte.’
Sinds die ontmoeting werden de banden tussen de twee staatsleiders steeds inniger, en dat dient hun ideologische en persoonlijke belangen. ‘Orbán en Netanyahu vinden elkaar in hun afkeer van het internationalisme. Voor hen is de wereld geen gemeenschap. Zij zien alleen een natiestaat met vrienden en vijanden, en in die wereld kunnen ze elkaar goed gebruiken’, zegt de Nederlands-Joodse schrijver Arnon Grunberg.
Volgens Panyi is er ook een zekere persoonlijke affiniteit. ‘Je zou zelfs van een soort camaraderie kunnen spreken. Orbán en Netanyahu behoren tot de zeldzame groep leiders die al heel lang meedraaien. Ze hebben geen fundamentele overtuigingen of ideologieën, maar stemmen hun boodschap af op wat hen aan de macht houdt. Al spelen ze wel in een andere categorie: Netanyahu is ouder en heeft meer ervaring met macht. Hij hielp zijn Hongaarse collega bijvoorbeeld om connectie te maken met de Amerikaanse president Donald Trump.’
Maar de voorbije jaren haalde Orbán ook regelmatig de kastanjes uit het vuur voor zijn Israëlische collega. Midden mei trapte Hongarije voor de zesde keer in vijf jaar tijd op de rem in Europa. Alle EU-lidstaten wilden Israëlische kolonisten op de Westelijke Jordaanoever met sancties bestraffen, maar ‘jammer genoeg blokkeert één lidstaat het voorstel’, zei EU-buitenlandchef Kaja Kallas over de vetostem van Hongarije.
‘Nu zelfs een traditionele pro-Israëlische lidstaat als Nederland – mét schaduwpremier Geert Wilders – kritisch wordt voor het regime van Netanyahu, wordt het veto van Orbán voor hem nóg belangrijker. Vanwege de unanimiteitsvereiste in het Europees buitenlandbeleid kan Orbán vanuit Boedapest ervoor zorgen dat Brussel alleen blaft en niet bijt’, zegt professor Europese politiek Steven Van Hecke (KU Leuven).
‘Orbáns alliantie met Netanyahu beschermt hem tegen aantijgingen van antisemitisme.’
Op bezoek
De strategie van dat bondgenootschap werkt. Door Israëls oorlog tegen terreurorganisatie Hamas in de Gazastrook staat Netanyahu steeds meer geïsoleerd op het internationale toneel. Hij kan Orbán – de twee sloten begin april een versterkt economisch en militair partnerschap – dus goed gebruiken om zijn blazoen op te poetsen en Israëls belangen te verdedigen. In mei kon Netanyahu ongemoeid Boedapest, het geografische hart van Europa, bezoeken ondanks het aanhoudingsbevel van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag tegen hem, op verdenking van oorlogsmisdaden in Gaza.
Meer nog, eerder had premier Bart De Wever (N-VA) laten weten dat ook België Netanyahu niet zou aanhouden mocht die zich op ons grondgebied begeven. Daarmee was het bezoek voor Orbán en Netanyahu al geslaagd nog voor het begonnen was. En ondertussen keurde het Hongaarse parlement een wet goed waardoor Hongarije zich over een jaar kan terugtrekken uit het ICC.
Toplocatie
Ook zakelijk brengt de relatie tussen beide staatshoofden op. Al in 2010 verwierf Orbán de omstreden Israëlische spionagesoftware Pegasus. ‘Dat was tot op zekere hoogte een diplomatieke gift van Netanyahu’, weet Panyi. In 2021 toonde Orbán in Jeruzalem interesse om samen coronavaccins te ontwikkelen – dat werd geen succes. Recenter kocht het Hongaarse telecombedrijf 4iG zich in bij de Israëlische producent van communicatiesatellieten SpaceCom. 4iG-topman Géllert Jászai mocht vorig jaar mee met Orbán en SpaceX-baas Elon Musk op visite bij Trump in diens buitenverblijf Mar-a-Lago. In 2023 kwamen Hongarije, Israël en Duitsland overeen om samen gevechtsdrones te ontwikkelen, momenteel overweegt Orbán om Israëlische artillerie te kopen. ‘Lage vennootschapsbelasting, gunstige politieke relaties en stijgende defensiebudgetten maken van Hongarije een toplocatie voor Israëlische producenten’, schrijft het Israëlische magazine IsraelDefense.
Om hun macht te consolideren grijpen Orbán en Netanyahu vaak naar hetzelfde autoritaire receptenboek. Netanyahu tracht al maandenlang het Israëlische Hooggerechtshof te kortwieken, en Orbán snoert kritische media en middenveldorganisaties de mond.
Panyi kan erover meespreken. Op zijn telefoon werd enkele jaren geleden de Pegasustechnologie gevonden. ‘De Hongaarse inlichtingendiensten gebruikten Pegasus niet alleen voor legitieme redenen zoals de nationale veiligheid, maar ook voor het overleven van het regime-Orbán. Journalisten zoals ik, oppositiefiguren, advocaten en zelfs enkele van zijn eigen ondergeschikten werden in de gaten gehouden’, zegt Panyi.
‘Netanyahu wil de laatste bewakers van de democratie uitschakelen’
Antisemitisme
‘U bent een ware vriend van Israël’, zei Netanyahu tijdens een bezoek in 2017 aan Orbán. De warme woorden komen van beide kanten. ‘In mijn thuisland hebben Israël en uw premier een zeer goede reputatie als vriend van Hongarije’, aldus Orbán in 2021 in Jeruzalem. ‘Ik kan niet anders dan zijn werk in Hongarije proberen te kopiëren.’
Dat laatste mogen we letterlijk nemen. Na Netanyahu riep ook Orbán de hulp in van de Amerikaans-Joodse spindoctors George Birnbaum en Arthur Finkelstein. Zij adviseerden om de Hongaars-Amerikaanse Holocaustoverlever en Joodse filantroop Georges Soros als aartsvijand af te schilderen. Geen persoon, zo waarschuwen Orbán en Netanyahu nu, die het internationalisme en liberalisme zó belichaamt als Soros. Zijn migratievriendelijke standpunten en zijn steun aan middenveldorganisaties die zowel de Israëlische als Hongaarse regering op de korrel nemen, zijn voor Netanyahu en Orbán – die dankzij een beurs van Soros in Oxford kon studeren – een doorn in het oog.
Die aanhoudende kritiek op Soros leverde zowel Orbán als Netanyahu kritiek op. In 2017 lanceerde Orbán een postercampagne over heel Hongarije. ‘Soros mag niet als laatste lachen’, stond op een afbeelding die de zakenman als manipulerende miljardair voorstelde. Het deed denken aan het taalgebruik dat in 1944 leidde tot de deportatie van ruim 550.000 Joden in Hongarije. Enkele weken na de posteractie tikte András Heisler, toenmalig topman van het Joods Wereldcongres, de twee daarvoor op de vingers na een bezoek aan de Grote Synagoge in Boedapest. ‘De Joden in Hongarije worden bang. Dat mag niemand onverschillig laten’, zei hij aan Orbán. Ook Netanyahu kreeg ervan langs. ‘De lauwe reactie van Israël is een koude douche voor ons.’
Het publiek applaudisseerde, maar Orbán en Netanyahu reageerden niet, schrijft de Hongaars-Joodse historicus György Dalos in Het Systeem Orbán. Vandaag zien we hetzelfde gebeuren. Eind vorig jaar onthulden prominenten van Orbáns Fideszpartij een standbeeld voor de Hongaarse schrijver István Csurska, die bekendstond om talloze antisemitische uitspraken.
‘Het Jodendom in Israël en het Jodendom daarbuiten hebben steeds minder met elkaar te maken’, zegt Grunberg. ‘Voor Netanyahu is antisemitisme tegen de Joodse diaspora niet echt van belang. Hij laat bijvoorbeeld een minister een conferentie over antisemitisme organiseren en nodigt daarbij de intellectuele nazaten uit van het fascisme en politici van partijen met antisemitische trekken.’
Vuile werk
Panyi noemt Orbán geen antisemiet, maar dat imago kleeft wel niet zonder reden aan hem. ‘Zeker rond de eeuwwisseling wilde hij uit machtsoverwegingen extreemrechtse Hongaren paaien, en dus volgden er logischerwijs beschuldigingen van antisemitisme. Zijn alliantie met Netanyahu beschermt hem tegen die aantijgingen. Dat is een van de belangrijkste voordelen die Orbán uit de relatie met de Israëlische premier haalt. Bovendien bekijkt Orbán het Jodendom en Israël vanuit een rechts-nationalistisch oogpunt en ziet hij parallellen met Hongarije: beide landen worden omringd door vijandige buren en moeten voortdurend vechten om te overleven.’
‘Voor Netanyahu is antisemitisme tegen de Joodse diaspora niet echt van belang.’
Waar uiterst rechts vroeger uitdrukkelijk met antisemitisme in verband werd gebracht, toont het zich dezer dagen een trouwe bondgenoot van Israël. In 2006 zei Vlaams Belang-kopstuk Filip Dewinter al dat ‘Joden onze wapenbroeders zijn in de strijd tegen radicale islam.’ Ook het Hongarije van Orbán, het enige EU-land waar de Joodse gemeenschap groter is dan de moslimpopulatie, werpt zich op als veilige haven voor Joden. ‘Kijk eens hoe veilig het hier voor Joden is’, was Orbáns boodschap toen de Rode Duivels voor hun wedstrijd tegen Israël naar Debrecen moesten uitwijken omdat geen enkele Belgische stad uit veiligheidsoverwegingen de organisatie op zich wilde nemen. Grunberg is niet overtuigd. ‘Ik zie daar sporen in van Jodenhaat. De Joden mogen het vuile werk opknappen om hen dan als zondebokken opzij te schuiven zodra het werk is opgeknapt.’
Hongarije, het gidsland voor Vlaams Belang: ‘Opvallend genoeg wil Orbán de EU uitbreiden’
Eigen belang
Orbán en Netanyahu weten als geen ander politiek te overleven, maar toch is het niet ondenkbaar dat ze weldra van elkaar afscheid moeten nemen.
De Israëlische premier stuit op steeds grotere protesten in eigen land, er hangen hem drie corruptiezaken boven het hoofd en hij moet zijn coalitie met uiterst rechts voortdurend bij elkaar harken om te overleven tot aan de parlementsverkiezingen in het najaar van 2027. ‘De Israëlische premier heeft maar één fascinatie en ideologie en dat is Netanyahu zelf. Zijn eigen overleven is voor hem belangrijker dan het welzijn van de mensen die hem hebben gekozen. Dat geldt misschien voor meer politici, maar oorlog zet de zaken natuurlijk op scherp’, zegt Grunberg.
Orbán scoort al maanden slechter in de peilingen dan oppositieleider Peter Magyar. De Hongaarse premier koos zopas de kant van de ultranationalistische Roemeense presidentskandidaat George Simion, van wie de 300.000 Hongaren in Roemenië een grote afkeer hebben. Dat zien waarnemers als een zeldzame misser die Orbán het premierschap kan kosten bij de verkiezingen in april volgend jaar.
Roemenië kiest pro-Europese president: waarom de uiterst rechtse favoriet in het zand beet