Hoewel hij zelf niet deelneemt aan de verkiezingen, is Aleksandar Vucic alomtegenwoordig in de campagne. © ANDREJ ISAKOVIC AFP

Wie is Aleksandar Vucic, president van Servië en Europa’s favoriete autocraat?

Jeroen Zuallaert

Al bijna tien jaar werpt Aleksandar Vucic zichzelf op als de redder van Servië. Ondertussen breekt hij de democratische vrijheden steeds verder af. Toch zijn de verkiezingen van zondag nog geen gewonnen spel voor hem.

De Serviërs kunnen komende zondag niet voor hem stemmen, want het zijn lokale en parlementsverkiezingen. Maar de beeltenis van de president siert wel in alle straten op grote aanplakborden. Hij reist door het hele land waar hij wegen, scholen en ziekenhuizen belooft te bouwen. De kieslijst van zijn Servische Progressieve Partij draagt voor deze gelegenheid zijn eigen naam: Aleksandar Vucic – Servië mag niet stilstaan.

De Servische president heeft geen concrete aanleiding nodig om alle aandacht naar zich te trekken. Ook zonder verkiezingen in zicht is Vucic permanent in campagnemodus. Hij wordt er afgebeeld als de energieke leider die in hoogsteigen persoon kinderen redt uit een sneeuwstorm, voedselpakketten uitdeelt bij natuurrampen en in zijn schamele vrije tijd zijn kinderen kust voor het slapengaan. In een recente reclamespot stapt Vucic uit een koelkast om een zwangere jongedame een avondlijke versnapering aan te bieden. Voortdurend benadrukt hij hoe hij ploegt en lijdt ten behoeve van het Servische volk. Zijn tegenstanders schildert hij af als corrupte bruten die klaarstaan om het Servische volk in de afgrond te gooien. Een bekend campagnelied noemt hem ‘de Servische Eliot Ness’, naar de kreukloze politieagent die Al Capone ten val bracht.

Harde nationalist

De immer glimlachende, uit koelkasten stappende president lijkt schijnbaar in niets op de extreemnationalistische Vucic van de jaren negentig. Vucic wordt politiek actief onder de vleugels van Vojislav Seselj, een extreemnationalist die tijdens de Joegoslavië-oorlog het brein was achter verschillende etnische zuiveringen. In 1993 wordt Vucic verkozen voor Seseljs Radicale Partij, die ijvert voor een Groot-Servië. Kort na de Servische genocide in Srebrenica dreigt Vucic in het Joegoslavische parlement dat voor elke gedode Serviër ‘honderd moslims’ vermoord zullen worden. Als Seselj in 1998 een alliantie sluit met Slobodan Milosevic wordt Vucic minister van Informatie. Onder zijn bewind grossieren Servische media in anti-Kosovaarse propaganda. Journalisten die het aandurven om Milosevic te bekritiseren, krijgen zware boetes.

In 2000 wordt Milosevic na grootschalige protesten van de macht verdreven, en Vucic belandt in de oppositie. Maar dan ziet hij in 2008 plots op miraculeuze wijze het licht. Met enkele medestanders verlaat hij Seseljs Radicale Partij en sticht hij de Progressieve Partij (SNS), die verwarrend genoeg conservatief is van inslag. Plots voert Vucic zichzelf op als een passionele Europeaan, een corruptiebestrijder die afstand heeft genomen van zijn radicaalnationalistische verleden en zijn medeleven uitdrukt voor de ‘verschrikkelijke misdaad begaan in Srebrenica’. In 2012 wint de SNS de verkiezingen en wordt Vucic minister van Defensie, in 2014 wordt hij premier. Gaandeweg schakelt hij in zijn eigen partij alle politieke tegenstand uit. Wanneer hij in 2017 Tomislav Nikolic aan de kant schuift om zelf president te worden, stemt zelfs Nikolic’ eigen zoon voor Vucic.

Maar zijn oude gewoonten heeft hij verre van afgezworen. In 2014 voert hij een nieuwe mediawet in, waarbij alle staatsmedia geprivatiseerd worden en in handen komen van zijn vertrouwelingen. De toegang van de Servische oppositie tot de staatsmedia wordt zorgvuldig afgegrendeld, en onafhankelijke media worden geleidelijk aan doodgeknepen. Oppositieleiders zijn geregeld het slachtoffer van intimidaties en geweld. Staatsbedrijven en overheidsdiensten worden volgepropt met vertrouwelingen die kiezers aanleveren voor de zittende president. ‘Vucic runt Servië als een autocraat’, zegt Florian Bieber, Balkankenner aan de Universiteit van Graz. ‘Hij kan de hoofdredacteur van elke krant en elk tv-kanaal bellen en dicteren waarover die moet schrijven. Het is niet toevallig dat hij in Europa vooral goede contacten heeft met Viktor Orbán.’

In Belgrado maakt de verzamelde oppositie een reële kans om de lokale verkiezingen te winnen.
In Belgrado maakt de verzamelde oppositie een reële kans om de lokale verkiezingen te winnen. © ANDREJ ISAKOVIC AFP

Vriend van Europa

Toch reageren Europese leiders enthousiast wanneer Vucic in 2012 aan de macht komt. Sinds Kosovo zich in 2008 unilateraal onafhankelijk heeft verklaard, zijn er immers voortdurend schermutselingen. De sociaaldemocratische president Boris Tadic weigert Kosovo op enige wijze te erkennen. Maar in Europese hoofdsteden leeft het idee dat met een rechtse, Europeesgezinde regering zaken te doen zijn. Vucic speelt het spel mee en ondertekent in 2013 het Brusselse akkoord, waarin Servië tot op zekere hoogte de legitimiteit van de Kosovaarse instellingen aanvaardt. Voor het eigen publiek slaat Vucic een heel andere toon aan. Tijdens zijn verkiezingscampagne belooft hij de Serviërs ‘i Kosovo i Evropa’ (zowel Kosovo als Europa): Servië kan EU-lid worden én tegelijk ook Kosovo onder controle houden.

Vucic zit in een spreidstand die vrijwel geen enkele politicus kan volhouden. Officieel streeft hij Servisch EU-lidmaatschap aan. Het gros van de investeringen in Servië komt van Europese bedrijven. Sinds 2001 ontving Servië voor meer dan 3 miljard euro aan pre-toetredingssteun. Maar tegelijk vaart hij voortdurend uit tegen Europese waarden en zingt hij de lof van Rusland en China. Officieel veroordeelde Vucic de invasie in Oekraïne en hij leverde stiekem zelfs wapens aan Oekraïne, maar tegelijk spreekt hij graag over zijn vriendschap met Vladimir Poetin en doet hij niet mee aan de sancties tegen Rusland.

Ondanks zijn pro-Europese stellingname pookt Vucic voor zijn eigen publiek graag het radicaalnationalistische sentiment op. Net zoals Milosevic’ medestanders dat in de jaren negentig deden, spreekt ook hij voortdurend over hoe Serviërs in Kosovo het slachtoffer zijn van intimidaties. ‘Kosovo is, was en zal een deel van Servië blijven’, benadrukt Vucic ook in deze campagne. Het blijft niet bij slachtofferschap. Op 24 september valt een groep zwaargewapende Serviërs een Kosovaarse politiepatrouille aan in Banjska, een dorpje in Noord-Kosovo waar Serviërs in de meerderheid zijn. In het daaropvolgende urenlange vuurgevecht komen drie Serviërs en een Kosovaar om. Leider van de bende is Milan Radoicic, vicevoorzitter van Srpska Lista, de zusterpartij van de SNS in Kosovo en een trouwe bondgenoot van Vucic. Als reactie verzamelt Vucic tanks, artillerie en manschappen aan de Servisch-Kosovaarse grens. Vucic noemt Radoicic ‘een man die zich als een vrijheidsstrijder ziet’ en ‘zijn makkers nooit zal verraden’ maar tegelijk ook ‘een en ander uit te leggen heeft’.

In zekere zin is Vucic voor de Europese Unie de voorbije jaren de ideale president geweest. Zolang hij president is, zal Servië verder afglijden naar een autoritair regime dat geen realistische kans maakt om bij de Europese Unie te komen. Minder dan de helft van de Serviërs is onder Vucic nog vóór Europees lidmaatschap. Dankzij Vucic hoeven EU-landen niet eens ernstig na te denken over hoe Servië ooit EU-lid kan worden. ‘De rol van de Europese Unie in de regio is problematisch’, vindt Vjosa Musliu, Balkankenner aan de Vrije Universiteit Brussel. ‘De EU versterkt voortdurend autoritaire leiders in de westelijke Balkan. Het risico dat er onder Vucic nieuwe grensincidenten komen, is behoorlijk groot. Je kunt niet uitsluiten dat een van die incidenten tot een groter conflict leidt.’

Barstjes

In aanloop naar de verkiezingen van april 2022 beloofde Vucic alle jongeren al eens een presentje van honderd euro. Ook dit jaar verhoogde hij de pensioenen en ambtenarenlonen om zijn electorale basis veilig te stellen. Vooral op het Servische platteland lijkt Vucic vooralsnog voor een comfortabele meerderheid te hebben. In de peilingen haalt de SNS rond de 40 procent. Vucic’ coalitie lijkt voorlopig niet in gevaar.

Toch kan er deze keer een barstje komen in zijn schijnbare onaantastbaarheid. Nadat in mei van dit jaar twee verschillende schutters in twee dagen tijd drie schietpartijen in Servische scholen hadden aangericht, waren er al grote betogingen. Uit die protesten ontstond Servië tegen Geweld (SPN), een bonte coalitie van pro-Europese partijen die samen naar de kiezer trekken. Ondanks Vucic’ controle over het medialandschap en de staatsinstellingen maakt de verzamelde oppositie een reële kans om de lokale verkiezingen in Belgrado te winnen. Het zou een tegenslag zijn voor Vucic, die er zelf nooit in slaagde om burgemeester van Belgrado te worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content