Een maand nadat de Verenigde Staten en de Europese Unie een handelsakkoord hebben afgesloten, blijft veel onduidelijk. Mag de EU zich gelukkig prijzen dat de Amerikaanse invoerheffing ‘maar’ 15 procent bedraagt of heeft Europa zich gedragen als een vazal van de VS? Een evaluatie aan de hand van zes vragen.
De handelsstromen tussen de Europese Unie en de VS behoren tot de grootste ter wereld. Vorig jaar bedroeg de trans-Atlantische handel in goederen en diensten meer dan 1,68 biljoen euro. Europa voerde meer goederen uit naar de VS dan het invoerde, vooral auto-onderdelen, agrarische en farmaceutische producten. Voor goederen had Europa een handelsoverschot van 198 miljard euro.
Maar Europa importeerde dan weer meer diensten uit de VS dan het exporteerde, vooral in sectoren als financiële dienstverlening, intellectueel eigendom en adviesverlening. Voor diensten had Europa een handelstekort van bijna 148 miljard euro. Voor goederen en diensten samen had de EU in 2024 een handelsoverschot van 50 miljard euro ten opzichte van de VS. Tot voor kort ging de handelsrelatie gepaard met erg lage invoerheffingen: gemiddeld lagen die onder de 3 procent.
De Amerikaanse president Donald Trump vindt het Europese surplus in goederenhandel een probleem, maar over het Amerikaanse surplus in dienstenhandel zwijgt hij. Trump wil dat de Amerikanen meer Amerikaanse producten kopen en dat de Amerikaanse industrie opnieuw opleeft. Daarom verhoogde hij de invoerheffingen om de import van buitenlandse producten op de Amerikaanse markt af te remmen.
Zo geldt voor producten uit India een Amerikaans invoertarief van 50 procent, voor Zwitserland 39 procent, Canada 35 procent, China 30 procent, Japan en Europese Unie 15 procent en het Verenigd Koninkrijk 10 procent.
Een Amerikaanse federale rechtbank oordeelde eind augustus weliswaar dat het gros van Trumps tarieven illegaal zijn, maar de uitspraak werkt niet opschortend. Pas op 14 oktober zouden de tarieven verdwijnen – vermoedelijk belandt de kwestie voordien bij het Amerikaans Hooggerechtshof, waar Trump de meeste van de rechters aan zijn kant heeft staan.
1. Wat staat er in de overeenkomst tussen de EU en de VS?
Op 27 juli 2025 sloten EU-Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en Trump in Schotland een handelsakkoord. Het werd gepresenteerd als een ‘historische deal’, waarmee een tarievenoorlog vermeden werd. Eigenlijk is het niet meer dan een raamakkoord van nauwelijks vier bladzijden waarvan de details nog altijd wachten op verdere uitwerking.
Wat staat er in dat akkoord? In aanloop tot het akkoord had Trump een invoerheffing van 30 procent voor de EU in het vooruitzicht gesteld, maar dat werd uiteindelijk voor de meeste Europese goederen verlaagd naar 15 procent. Er blijft wel een heffing van 50 procent gelden op staal, koper en aluminium. Daarbij krijgen onder meer luchtvaartonderdelen en generische geneesmiddelen uit de EU een uitzondering, vooral omdat die voor de VS van cruciaal belang zijn.
Tegelijkertijd zal de EU haar standaarden versoepelen voor een heleboel Amerikaanse goederen – denk aan onder meer melkproducten, varkensvlees, en fruit en groenten. De Europese Commissie stelde donderdag ook voor om haar bestaande tarieven voor industriële producten uit de VS af te bouwen, wat de EU bijna drieënhalf miljard euro per jaar aan douane-inkomsten zal kosten – een omstreden stap die de lidstaten en het Europees Parlement weliswaar moeten goedkeuren.
Daarnaast zal de EU bekijken of enkele van haar wetten, zoals de verordening tegen ontbossing of de koolstofheffing voor producten uit landen met soepelere klimaatregels, minder nadelig kunnen uitvallen voor goederen uit de VS. Dat laatste lijkt vooral een handigheidje van Europese kant, want die regelgeving wordt momenteel al afgezwakt op verzoek van het Europese bedrijfsleven.
Verder verbindt de EU zich ertoe om tot 2028, wanneer het mandaat van Trump op zijn einde loopt, voor 750 miljard dollar energie, vooral olie en gas, aan te kopen in de VS. Daarnaast zouden Europese bedrijven voor circa 600 miljard dollar extra moeten investeren in de VS en zullen er ook nog meer militaire aankopen in de VS volgen.
2. Wat wil Trump met de invoerheffingen bereiken?
Enerzijds zegt Trump dat de invoerheffingen heel veel geld, ‘billions of dollars’ zullen opleveren voor de Amerikaanse schatkist. Ze moeten een bron van inkomsten vormen waarmee de VS hun schulden kunnen afbouwen, banen kunnen creëren en de economie kunnen versterken. ‘Tariffs will pay off our debt and MAKE AMERICA WEALTHY AGAIN!’, aldus Trump op zijn socialemediakanaal Truth Social. Van begin dit jaar tot 20 augustus brachten de importheffingen 133,7 miljard dollar op, een stijging van 134 procentpunten vergeleken met 2024. De verwachte inkomsten voor heel 2025 liggen tussen 172 en 300 miljard dollar. Dat is slechts een fractie van de 37.000 miljard dollar schulden die de VS torst.
Anderzijds zegt Trump dat hij met de invoertarieven bedrijven ertoe wil bewegen hun productie zo veel mogelijk naar de VS te verhuizen, want dat is de enige manier om die heffingen te vermijden. Er zijn indicaties dat die veramerikaniseringsstrategie werkt.
Uit angst voor Trumps heffingen besloot bijvoorbeeld brouwerij Duvel Moortgat al eind vorig jaar om haar bier La Chouffe voor de Amerikaanse markt voortaan daar te brouwen. In de farmaceutische sector kondigden farmareus AstraZeneca en het Belgische UCB zopas miljardeninvesteringen in de VS aan.
Volgens een rondvraag van de EFPA, de Europese koepelorganisatie voor de farmaceutische sector, kunnen Trumps tarieven ertoe leiden dat 85 procent van de kapitaalinvesteringen van de sector de komende jaren naar de andere kant van de Atlantische Oceaan verschuiven.
Maar niet alleen buitenlandse bedrijven brengen hun productie naar de VS over. Ook Amerikaanse bedrijven doen dat. Zo kondigde Apple al aan dat het meer in de VS zal investeren om de importheffingen op iPhones uit China en India zo veel mogelijk te vermijden. Ook Microsoft, Intel en Tesla hebben al aangekondigd dat ze meer in de VS zullen investeren zodat ze geen heffingen op ingevoerde producten of onderdelen hoeven te betalen.
3. Welke voordelen heeft de EU bij dit akkoord?
Een eerste voordeel voor de EU is dat met dit akkoord een escalatie werd voorkomen. Trump dreigde op een bepaald moment zelfs de invoertarieven tot 50 procent te verhogen. Er is geen regelrechte handelsoorlog ontstaan, beide handelspartners gaan elkaar niet meteen met almaar hogere invoertarieven om de oren slaan.
Zo’n handelsoorlog zou voor de EU zware gevolgen hebben gehad, zeker voor landen die veel naar de VS uitvoeren, zoals Duitsland met zijn auto-industrie en België en Ierland met hun farmaceutische sector. Dat er uiteindelijk werd afgeklokt op een importheffing van 15 procent, noemde Von der Leyen ‘het beste dat we konden bereiken’.
Door de deal vermeed de EU een handelsoorlog die zware gevolgen zou hebben gehad, zeker voor landen die veel naar de VS uitvoeren.
Dat de EU zelf geen hogere invoerheffingen lanceerde voor Amerikaanse producenten, wordt door een aantal economen omschreven als ‘verstandig’, want dat zou de prijs van Amerikaanse producten bij ons hebben opgedreven en vooral de Europese consument meer geld hebben gekost.
Sommigen bestempelen het ook als positief dat we volgens het akkoord meer energie moeten aankopen in de VS, want zo zal onze afhankelijkheid van Rusland verminderen – ook al lijkt de hoeveelheid gasaankopen die de EU belooft volstrekt onhaalbaar. En de afgesproken Europese investeringen in de VS kunnen EU-bedrijven toegang bieden tot de Amerikaanse markt.
4. Wat zijn de nadelen voor de EU in dit akkoord?
De importheffing van 15 procent is véél hoger dan de paar procent die golden vóór Trump aan de macht was. En de tarieven zijn ook ‘asymmetrisch’, zoals economen dat noemen: de VS heffen hoge tarieven op Europese producten, maar omgekeerd is dat niet het geval. Europese producten worden in de VS duurder en het zou dus best kunnen dat Amerikaanse consumenten minder Europese producten gaan kopen.
Vergeleken met de importheffing van 10 procent die het Verenigd Koninkrijk wist te bekomen, is de EU ook slechter af – bij het VK komen daar wel de bestaande Amerikaanse tarieven van voor het akkoord met de VS bovenop, bij de EU is dat niet het geval.
Het handelsakkoord onderlijnt het imago van de EU als zwakke speler en toont aan dat Trumps afdreigtactiek loont.
Het handelsakkoord onderlijnt het imago van de EU als zwakke speler en toont aan dat Trumps afdreigtactiek loont.
En er blijft de onzekerheid of Trump straks de invoerheffingen op sommige Europese producten toch niet zal optrekken. De regering-Trump voegde bijvoorbeeld al een vierhonderdtal goederen toe aan de lijst van producten waarin aluminium en staal verwerkt zit. Zo geldt op in de EU gefabriceerde motorfietsen niet langer een heffing van vijftien, maar wel van dertig procent.
De afspraken dat de EU voor 750 miljard dollar energie in de VS zal aankopen en dat de bedrijven er 600 miljard dollar extra zullen investeren zijn niet juridisch vastgelegd en moeilijk meetbaar. Dat kan in de toekomst aanleiding geven tot discussies.
Trump dreigde trouwens al met nieuwe heffingen omdat de EU niet wil ingaan op zijn eis om haar wetsvoorstellen voor digitale platformen in te trekken – de toplui van Amerikaanse socialemediareuzen zoals Apple, Meta en Alphabet staan erg dicht bij Trump. De Europese Commissie maakt zich echter sterk dat als Trump het akkoord niet honoreert, de EU haar tarieven voor de VS opnieuw zal optrekken.
5. Wie betaalt de hogere Amerikaanse invoerheffingen?
Dat is dé vraag die momenteel iedereen bezighoudt: wie zal opdraaien voor de hogere Amerikaanse invoertarieven? Trump zegt dat de rijke Europese landen die heffingen aan de VS zullen betalen. Dat is zeker niet zo: de heffingen zijn belastingen die de VS oplegt op geïmporteerde goederen uit andere landen. Ze worden geïnd door de US Customs and Border Protection en stromen rechtstreeks naar de US Treasury als federale inkomsten. Het is dus geen belasting die de buitenlandse overheden rechtstreeks aan de VS betalen.
Als er in de VS bijvoorbeeld auto’s uit Europa worden ingevoerd, moet de invoerder de heffing betalen. Dat zijn dus Amerikaanse bedrijven, maar niet zelden zijn die invoerders dochterbedrijven van de Europese bedrijven. Europese autoconstructeurs zoals Volkswagen en BMW hebben in de VS een dochterbedrijf dat de in Europa gefabriceerde auto’s importeert.
Hetzelfde geldt voor luxemerken zoals Hermès en Louis Vuitton en vele andere Europese producten. In die gevallen moet het Amerikaanse dochterbedrijf van de Europese producent dus die hogere heffingen ophoesten. Uiteindelijk komt de rekening dan toch bij het Europese bedrijf terecht.
De vraag is dan of de Amerikaanse invoerder de heffingen geheel of gedeeltelijk kan doorrekenen aan de Amerikaanse consument. Dat zal in heel wat gevallen gebeuren, en dan is het de Amerikaanse consument die opdraait voor de hogere tarieven.
Volgens het Budget Lab van de Universiteit van Yale zullen álle heffingen die Trump het voorbije half jaar in het leven riep – niet alleen die tegen de EU – het gemiddelde Amerikaanse huishouden in 2025 zo’n 2400 dollar kosten. Dat betekent dat vroeg of laat de hogere importheffingen in de VS zullen zorgen voor meer inflatie, het leven wordt er duurder.
Economen en politici waarschuwen ervoor dat de hogere Amerikaanse invoerheffingen ook in Europa het leven duurder kunnen maken.
Maar de Europese producenten en de Amerikaanse invoerder zullen er vanzelfsprekend over nadenken of ze de heffingen wel kunnen doorrekenen. Prijzen ze zichzelf dan niet uit de Amerikaanse markt? Om de heffingen te compenseren en het marktaandeel te behouden kunnen de Europese producenten hun prijzen in Amerika een beetje laten zakken, wat minder winst betekent.
Als een Europese producent die winst toch wil behouden, kan hij de Amerikaanse importheffingen spreiden en bijvoorbeeld de prijs in de VS én in Europa iets opdrijven. Dan zal dus ook de Europese consument indirect de hogere Amerikaanse heffingen betalen.
Economen en politici hebben er al voor gewaarschuwd dat de hogere Amerikaanse invoerheffingen ook in Europa het leven duurder kunnen maken en dus de inflatie omhoog kan duwen.
6. Heeft de Europese Unie zich laten bedotten?
Voorstanders van het handelsakkoord zeggen dat de EU dankzij haar pragmatische houding het Europese bedrijfsleven een veel zwaardere heffing heeft bespaard. En beter een slechte deal dan geen deal, zo luidt het. Chaos werd, zeker op korte termijn, ontweken en dat is goed.
Critici zeggen dat de vage afspraken over de aankoop van energie en investeringen in de VS de deur op een kier zetten voor nieuwe discussies.
Maar de stem van de critici klinkt luider. Zij vinden dat de EU haar principes volledig overboord heeft gegooid door akkoord te gaan met illegale Amerikaanse handelstarieven. De EU is dan wel tevreden dat het akkoord een verwijzing naar de afspraken van de Wereldhandelsorganisatie omvat, maar met de handelsovereenkomst legt de EU er zich juist bij neer dat Trump die afspraken schendt.
Het ontbrak de EU aan moed en eensgezindheid om met tegentarieven terug te slaan. En er wordt ook nog op gewezen dat de afspraken over de aankoop van energie en investeringen in de VS zeer vaag zijn en de deur op een kier zetten voor nieuwe discussies. En wie weet voor een hogere importheffing.
Op lange termijn kunnen de hoge Amerikaanse invoerheffingen zeker schadelijk zijn voor de Europese economie: het kan ons economische groei kosten en er kunnen jobs sneuvelen in de exportsectoren. Geopolitiek wordt de EU meer afhankelijk van de VS, door de afgesproken energie- en militaire aankopen.
Sommigen zeggen dat het handelsakkoord illustreert dat Europa aan het capituleren is aan de VS. Dat is een indruk die al bij velen overheerste na de NAVO-vergadering in juni in Den Haag, waar de Europese landen onder druk van de VS instemden om hun defensiebudget op te trekken tot 5 procent van het bbp. Zij zeggen dat Europa door het handelsakkoord meer dan ooit een vazalstaat werd van de VS.
Maar misschien zorgt het akkoord ervoor dat de EU werk maakt van het fameuze plan-Draghi, waarin wordt beschreven hoe de slabakkende Europese economie kan worden aangezwengeld. Dat houdt onder meer de afbouw van de vele remmende regels in. Er zou ook eindelijk werk worden gemaakt van een Europese kapitaalmarkt. En er zou ook meer in innovatie worden geïnvesteerd. In het beste geval zorgen Trumps invoerheffingen ervoor dat de Europese Unie naar zichzelf kijkt en werk maakt van een verdere economische en financiële integratie.