Gerald en Francesca Knaus: ‘Europa moet het wapenarsenaal van Oekraïne worden’

© Francesco Scarpa / Esi & Christina Arutyunova

De Europese Unie heeft 27 landen vrede en welvaart gebracht, maar heeft soms moeite om mensen te inspireren. In hun nieuwe boek pleiten de Oostenrijkse Europa-experts Gerald en Francesca Knaus voor een herontdekking van dat politieke wonder. ‘De geschiedenis van de EU is niet saai – het zijn de vertellers die dat ervan hebben gemaakt.’

De Europese Unie heeft al haar 27 lidstaten ongeziene vrede en welvaart gebracht, betogen de Oostenrijkse Europa-experts Gerald en Francesca Knaus in hun onlangs verschenen boek Welches Europa brauchen wir? (Welk Europa hebben we nodig?). In plaats van die Unie altijd weer af te schilderen als een grijs technocratenbastion, moeten we volgens vader en dochter Knaus meer oog hebben voor dat mirakel. En – nog belangrijker – dat mirakel meer dan ooit verdedigen. ‘Donald Trump, Elon Musk én Vladimir Poetin: allemaal richten ze hun pijlen op Duitsland, dé pijler van de EU, die ze onderuit willen halen. We moeten dat dus bloedserieus nemen.’

De Europese Unie is niet meer of minder dan een mirakel. Gerald Knaus, internationaal gewaardeerd migratie-expert, en zijn dertig jaar jongere dochter Francesca, vandaag politiek adviseur in het Duitse parlement, wijzen daar in hun omvangrijke apologie van het Europese project herhaaldelijk op. Ze doen dat met argumenten die overtuigen. Zo stellen ze vast dat oorlogen tussen de lidstaten ondenkbaar zijn geworden. Dat is helaas niet het geval voor het twintigtal Europese landen dat geen deel uitmaakt van de Unie of de Schengenzone. Zo goed als allemaal vormden ze sinds het einde van de Koude Oorlog het decor voor gewapende conflicten. Al even wonderbaarlijk zijn de economische prestaties. Ooit straatarme landen zoals Roemenië of Portugal zagen hun welvaart razendsnel groeien nadat ze waren toegetreden tot de Unie.

Tegelijk is er de vaststelling dat dit wonderlijke project weinig harten sneller doet kloppen. Een uitzondering is de Oostenrijkse schrijver Robert Menasse. Met zijn romans probeerde hij zijn enthousiasme over te dragen op lezers. Al liet hij zich ook al ontvallen dat dat geen makkelijke klus is. De geschiedenis van de EU gaat mensen al heel snel vervelen, aldus Menasse.

‘Met de verhalen over de stichters van de Europese Unie zou je een Netflix-dramaserie kunnen maken.’

In jullie boek stellen jullie de vraag: zijn de geschiedenis en de hoofdrolspelers ervan ‘saai’, of ligt het aan de vertellers?

Gerald: Aan die laatsten. De geschiedenis van de EU telt genoeg spannende verhalen. Ik denk aan het verhaal van jullie landgenoot Paul-Henri Spaak, die zich ontwikkelde van een verdediger van de neutraliteit tijdens de jaren dertig tot een van de belangrijkste voorvechters van de NAVO en de Europese Unie. Bijzonder avontuurlijk en spannend is ook verhaal van Jean Monnet, een Franse cognacverkoper die tijdens de twee wereldoorlogen de geallieerden hielp om oorlogen tegen Duitsland te winnen, om dan na de Tweede Wereldoorlog de architect te worden van een vredesproject met Duitsland in een hoofdrol. Daarnaast heb je ook de dramatische verhalen van de uitbreidingsgolven na de val van de Muur, aangetrokken door buitengewone persoonlijkheden als Vaclav Havel in Tsjechië, en Toomas Ilves in Estland.

Het gaat in elk van die gevallen over mensen erin slaagden om een politiek mirakel te realiseren. Maar spijtig genoeg worden hun verhalen nauwelijks verteld aan de universiteiten of door onze storytellers: onze schrijvers en filmmakers. We hebben die verhalen nochtans meer dan ooit nodig. De situatie in Europa vandaag doet denken aan die van Europa in 1948. Ook toen hadden we te maken met de dreiging van een imperialistische grootmacht in het oosten, ook toen hadden we te maken met een Amerika waarvan we niet wisten of we erop konden rekenen en ook toen had je antidemocratische partijen die toen op Stalin inzetten.

Francesca, u hebt drie jaar Europese Studies gevolgd. In het boek merkt u op dat er ook tijdens die colleges zelden of nooit met passie over het Europese project gesproken werd. Er was vooral aandacht voor de technische kant van de zaak.

Francesca: Het opmerkelijke was dat er wél dramatische verhalen verteld werden over het ontstaan van natiestaten. Daar ging het over helden, veldslagen, revoluties en idealen. Voor alles ging het over mensen die handelden. Maar toen het ging over de geschiedenis van democratieën die  samenkwamen om Europese instellingen te creëren die duurzame vrede ambieerden en daar wonderlijk genoeg ook nog eens in zijn geslaagd, werd er plots nauwelijks nog over menselijke actoren verteld. Dan ging het niet langer over politieke strijd en idealen, maar over academische theorieën en verdragen. Natuurlijk is het van groot belang om die verdragen te kennen. Maar het is niet de materie waarmee je mensen enthousiasmeert.

Die technocratische benadering is me ook heel erg opgevallen aan de universiteit van Amsterdam, waar ook Max Kohnstamm heeft gestudeerd. Kohnstamm, een Nederlander, was de eerste secretaris-generaal van de Hoge Autoriteit, de voorloper van de Europese Commissie. Hij deed aan die universiteit zijn eindexamens in mei 1940, terwijl de Wehrmacht Nederland binnenviel. Kohnstamm organiseerde mee het verzet van de studenten aan de universiteit, en zou daarvoor in het concentratiekamp van Amersfoort belanden. Hij overleefde de oorlog, en zette zich daarna in voor een verzoening met Duitsland. Het is een indrukwekkend verhaal, maar aan de universiteit vond je nauwelijks een spoor van hem terug.

Hoe verklaart u dat?

Francesca: Ik denk dat het te maken heeft met een fout beeld dat van die founding fathers bestaat. Het idee is dat het om een paar oude witte mannen ging die achter gesloten deuren technocratische beslissingen namen. Maar dat idee klopt niet. Om te beginnen was Max Kohnstamm eind jaren veertig nog een prille dertiger. Het klopt ook niet dat het allemaal technische kwesties waren die achter gesloten deuren werden besproken.  In wezen ging het over soevereiniteitskwesties en nationale identiteit, essentiële onderwerpen dus, die in de media en in parlementen hartstochtelijk werden besproken. Maar blijkbaar voelt men de noodzaak niet om dit zo wezenlijke stuk geschiedenis met bezieling te vertellen. Ik heb een van de professoren in Amsterdam ooit gevraagd of het een idee zou zijn om de nieuwe bibliotheek naar Max Kohnstamm te vernoemen. Het antwoord was iets in de trant van: ‘Dat is moeilijk, want dat was een oude blanke man.’

Gerald: Wij zijn ervan overtuigd dat die verhalen ook jonge mensen kunnen inspireren. De memoires van Jean Monnet zijn misschien wel het pakkendste wat je kunt lezen over de politiek van de vorige eeuw. Met de verhalen over de stichters van de Europese Unie zou je een Netflix-dramaserie kunnen maken. De serie Borgen heeft laten zien dat je van Deense politiek spannende televisie kunt maken. Op een even meeslepende manier kun je vertellen over de ontstaansgeschiedenis van de NAVO, de Raad van Europa en de Europese Unie. We moeten die inspirerende verhalen meer dan ooit vertellen, niet het minst omdat ‘de andere kant’ wél pakkende verhalen vertelt. De rechts-extremisten en vijanden van de EU realiseren zich veel beter dat je die nodig hebt om te overtuigen. ‘Omvolking’, ‘het verraad van de elites’ en ‘de EU als project tegen nationale staten’, het zijn allemaal mythes, maar ze zijn vandaag helaas krachtig. 

‘Ik denk dat wij onvoldoende beseffen hoe die Europese integratie, bijvoorbeeld voor mensen in Oekraïne, een kwestie van leven of dood is.’

Jullie laten het niet na erover te schrijven: de wonderlijke geschiedenis van het Europese project kent ook heel donkere bladzijden.

Gerald: Robert Schuman, een van de founding fathers van dit vredesproject en vele jaren de Franse buitenlandminister, zag er net als veel anderen geen graten in om revoluties in de Franse kolonies gewelddadig neer te slaan. Europese lidstaten hebben ook belangrijke fouten gemaakt bij de invasies in Afghanistan, Libië en Irak.  Die donkere bladzijden uit onze geschiedenis moeten niet alleen tot bescheidenheid nopen, ze bevatten ook een belangrijke les. Je kunt vrede en vrijheid pas geloofwaardig uitdragen als je ze ook buiten de EU nastreeft.

Is het Europese project ook niet deels slachtoffer van zijn eigen succes? Wie in België of Duitsland is opgegroeid, vindt vrede een vanzelfsprekendheid.

Francesca: Het volstaat om wat meer naar het oosten te reizen om te beseffen dat het geen vanzelfsprekendheid is. Een studiegenoot van mij in Amsterdam werkt vandaag bij het ministerie van Klimaat en Energie in Tallinn, Estland. Hij vertelde me onlangs dat hij zich vrijwillig heeft aangemeld om met het leger mee te trainen voor het geval er een Russische aanval komt.  Een goede vriendin van me werkt in Kiev aan hervormingen van de rechtsstaat die Oekraïne moeten voorbereiden op het lidmaatschap van de EU. Ze ligt al drie jaar lang bijna dagelijks onder vuur. Ze zegt me dat voor Oekraïners het EU-perspectief het enige is wat hen vandaag hoop geeft. Ik denk dat wij onvoldoende beseffen hoe die Europese integratie, bijvoorbeeld voor mensen in Oekraïne, een kwestie van leven of dood is. En we beseffen misschien nog minder wat het zou betekenen als er in Duitsland een regering aan de macht komt die zou beslissen om eruit te stappen. Het zou bijvoorbeeld betekenen dat België de Duitsers weer moet vrezen, een beetje zoals de Canadezen vandaag de VS moeten vrezen. 

Gerald: Het politieke wonder Europa is dat Luxemburgers niet bang meer hoeven te zijn voor Duitsland. Vandaag lijkt het idee dat Luxemburg een Duitse aanval moet vrezen misschien absurd, maar dat was het voor het ontstaan van de Europese instellingen allerminst. En die instellingen liggen nu onder vuur.  In de Duitse peilingen staat de AfD op kop, een partij die pleit voor een Dexit. Het is een partij waarvan de voorzitter Alice Weidel Frankrijk als vijand ziet, en waar Björn Höcke, een van de leidende denkers, zegt dat Poetin de bondgenoot van Duitsland is. Het is een anti-Europese partij, die nog een stuk radicaler is dan de Deense Volkspartij of zelfs de PVV van Geert Wilders.  En die partij krijgt vandaag de steun van de Amerikaanse president Donald Trump, Elon Musk én Vladimir Poetin. Allemaal richten ze hun pijlen op Duitsland, de pijler van de EU, die ze onderuit willen halen. We moeten dat dus bloedserieus nemen.

Een andere bedreiging komt van de lidstaten zelf. Europese afspraken worden steeds vaker en met steeds groter gemak met voeten getreden.

Gerald: Dat laatste is een even groot gevaar als Poetin. De EU is een vrijwillige rechtsorde, en geen centralistisch imperium met stoottroepen die ingrijpen wanneer de lidstaten de gemaakte afspraken met voeten treden. De EU is geen staat, en zal dat ook nooit worden. Daarom is het net zo belangrijk dat alle staten de samen bepaalde regels van het spel respecteren. Het heeft geen zin om in Brussel akkoorden te sluiten als die nadien toch niet worden gehonoreerd. Het is daarom van cruciaal belang dat nationale rechters kunnen ingrijpen wanneer regeringen hun Europese verplichtingen niet nakomen. Voormalig Eurocommissaris Frans Timmermans en Koen Lenaerts, de Belgische voorzitter van het Europees Hof van Justitie, hadden dat meteen in de smiezen toen de vorige Poolse regering vanaf 2015 de eigen rechtsstaat begon af te bouwen. Met torenhoge boetes hebben de twee de Poolse aanval weten af te slaan.  Het is belangrijk om ook in de toekomst duidelijk te maken dat alle Europese hulp en financiering wordt opgeschort als een lidstaat bijvoorbeeld de onafhankelijkheid van justitie ondergraaft.

Een belangrijk punt in  jullie boek is dat Oekraïne al veel eerder de kans had moeten krijgen om tot de EU toe te treden. De huidige oorlog was er dan niet geweest.

Gerald: Het zou te gemakkelijk zijn om achteraf een hele generatie politici daarvoor te bekritiseren. Maar ik herinner me wel de vergaderingen in Brussel in 2005. Nederland en Frankrijk hadden net bij referendum tegen het Grondwettelijk Verdrag van de EU gestemd. Het gevoel was, oké, we moeten nu stoppen met de uitbreiding. Op de korte termijn was dat begrijpelijk. Politici waren geschokt. Maar het was een fatale fout dat we daarna niet zijn blijven praten. In Oekraïne had je in 2004 de Oranjerevolutie, waarbij mensen het signaal gaven: ‘Geef ons dezelfde kans als de Baltische staten, Roemenië en Bulgarije.’ Ik heb in Oekraïne gewoond. Voor 2014 was Oekraïne een corrupt land met veel problemen. Maar dat was Roemenië 20 jaar geleden ook. We hebben de Oekraïners de kans niet gegeven om dat Roemeense parcours te lopen. Als we in 2005 de moedige beslissing hadden genomen om met Oekraïne te onderhandelen, was het land misschien wel samen met Kroatië in 2013 toegetreden. Dan hadden we onszelf misschien de bloedigste oorlog sinds de Tweede Wereldoorlog bespaard.

In Rusland wordt de NAVO-toetreding van voormalige Sovjet-landen als een westerse provocatie afgeschilderd.

Gerald: Dat is een ronduit foutieve interpretatie. Toen Litouwen in 2004 tot de NAVO toetrad, werd de dienstplicht opgeschort en het leger afgebouwd. Er waren geen tanks en geen plannen van de NAVO om in te grijpen – onder meer op verzoek van Duitsland, dat Rusland niet op de tenen wilde trappen. De uitbreiding van de NAVO was provocatief noch agressief. Wat Poetin in 1999 in Tsjetsjenië deed, hele steden tot as herleiden en tienduizenden mensen om het leven brengen, is wél een agressief en imperialistisch project. Maar gewelddadig imperialisme is geen succesrecept. Zoals eerder gezegd: op het moment dat de founding fathers van de EU op eigen bodem het Europese vredesproject aan het organiseren waren, begingen we in onze toenmalige kolonies regelrechte gruweldaden. Het vredesproject van de EU houdt intussen al meer dan 70 jaar stand. De imperia van Europa zijn al lang geschiedenis. Zo zal het ook met Rusland aflopen – als we Oekraïne meer hulp bieden hopelijk al snel.

‘Willen we Poetin uit het zadel tillen, dan moet Rusland deze oorlog verliezen.’

Nu er opnieuw een grootschalige oorlog op Europese bodem plaatsvindt, trekken de EU-lidstaten gemiddeld 0,2 procent van hun bruto binnenlands product uit voor Oekraïne. Erg overtuigend is dat niet.

Francesca: Landen zoals Denemarken, de Baltische staten en Polen trekken veel meer geld uit per hoofd van de bevolking, omdat zij wél beseffen dat Oekraïne vandaag voor onze veiligheid en democratie strijdt. In 1940, toen het Verenigd Koninkrijk de enige overgebleven West-Europese macht was die het naziregime bestreed, overtuigde Jean Monnet de Amerikaanse president Franklin Roosevelt om hét wapenarsenaal van de Britten te worden. Vandaag is Oekraïne het Verenigd Koninkrijk van weleer, en Europa de Verenigde Staten. Europa moet ditmaal het wapenarsenaal van Oekraïne worden.

Gerald: Ik ontmoette de liberale Russische oppositieleider Boris Nemtsov regelmatig, voordat hij in 2015 op straat in Rusland werd vermoord. Hij legde me uit dat een regimewissel in Rusland altijd mogelijk is wanneer Rusland een oorlog verliest. De geschiedenis geeft hem gelijk. Na de oorlog tegen Japan in 1905, na de Eerste Wereldoorlog, na de oorlog in Afghanistan, die tot de implosie van de Sovjet-Unie bijdroeg… Telkens greep iemand anders de macht. Willen we Poetin uit het zadel tillen, dan moeten Rusland deze oorlog verliezen. Poetin heeft zich al misrekend, ook omdat we hem voor de oorlog niet duidelijk hebben gemaakt dat we Oekraïne zouden steunen, zoals we dat sinds 2022 hebben gedaan. Hij dacht dat het gemakkelijk zou zijn, dat het in een handomdraai zou lukken. Als Europeanen mogen we niet nog eens de fout maken om Poetin ervan te overtuigen dat we zwak zijn.

Waarom proberen heel wat West-Europese politici Poetin dan niet van het tegendeel te overtuigen?

Francesca: De Duitse bondskanselier Friedrich Merz was onlangs in Vilnius, waar hij terecht benadrukte dat de verdediging van Litouwen ook die van Duitsland betekent. Op dezelfde manier is de verdediging van Oekraïne de verdediging van Litouwen.  We leggen te weinig en onvoldoende helder uit waarom het in ons eigen belang is om Oekraïne te steunen, of waarom we de Baltische staten moeten bijspringen als Poetin ook daar zou binnenvallen. Politici, scholen, journalisten … allemaal zouden ze vandaag de Baltische staten moeten bezoeken en er ervaren welke onderdrukking de drie landen hebben meegemaakt, en welke bedreiging die NAVO-landen dagelijks van Rusland en Belarus ervaren. Het gaat om lotsverbondenheid. Het is niet anders dan de Amerikaanse vliegtuigen die West-Berlijn bleven bevoorraden tijdens de blokkade in 1948 door de Sovjets, nota bene dezelfde vliegtuigen die enkele jaren voordien de stad nog hadden gebombardeerd. Vilnius is het West-Berlijn van vandaag.

Gerald Knaus

1970: Geboren in Bramberg am Wildkogel, Oostenrijk.

Sociaal wetenschapper en migratie-expert.

Stichtend lid van het Europees Stabiliteitsinitiatief (ESI) en de Europese Raad voor Buitenlandse Betrekkingen (ECFR).

Is een van grondleggers van de vluchtelingendeal tussen de EU en Turkije (2016).

Francesca Knaus

2000: Geboren in Mödling, Oostenrijk.

2018: Studeerde EU-studies aan Universiteit van Amsterdam.

2021: Won met European Debate Initiative de Europese burgerschapsprijs van het Europees Parlement.

2021: Werkt in de Duitse Bondsdag rond buitenlandpolitiek en mensenrechten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise