Het Europees Hof van Justitie tikt voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen op de vingers over de manier waarop ze met Pfizergate omgaat.
Voor Commissievoorzitter Ursula von der Leyen komt er maar geen einde aan Pfizergate. In mei 2021, op het moment dat de Europese vaccinatiecampagne tegen de coronapandemie maar moeizaam op gang kwam, tekende de Europese Unie een contract van 35 miljard euro voor minstens 900 miljoen doses van het Pfizer-BioNTech-vaccin.
Het was de Amerikaanse krant The New York Times die reconstrueerde hoe het akkoord tussen Von der Leyen en de ceo van Pfizer, Albert Bourla, tot stand kwam – onder meer via sms-berichten. Verscheidene media vroegen om die berichten publiek te maken, maar de Commissie weigerde op dat verzoek in te gaan.
De Commissie zei de sms-berichten niet te kunnen terugvinden en beargumenteerde bovendien dat zulke communicatie geen belangrijke inhoud bevat. The New York Times diende vervolgens een klacht in bij het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. Dat oordeelde vandaag dat de uitleg van de Commissie niet volstaat. De Commissie moet geloofwaardige argumenten aandragen waarom ze de sms-berichten niet kan terugvinden en waarom die manier van communicatie onbelangrijk zou zijn, zegt het Hof. Het betekent niet dat de Commissie het sms-verkeer meteen openbaar moet maken. De Europese instelling denkt bovendien na over een beroepsprocedure.
Volgens professor Europese politiek Steven van Hecke (KU Leuven) is dit voor Commissievoorzitter een kwalijke zaak. ‘Op zich vond ik het niet erg dat Von der Leyen tijdens de coronapandemie het heft in handen wilde nemen. Er heerste een ongeziene crisis en de lidstaten waren vragende partij voor Europese vaccinaankopen. Dat ze daarover met een topman van een farmaceutisch bedrijf in contact stond, vind ik evenmin aanstootgevend.’
Er was nochtans een Europees onderhandelingsteam dat daarvoor verantwoordelijk was.
Steven Van Hecke: In crisistijd is het niet onlogisch dat de klassieke procedures minder dan voordien worden gevolgd en Von der Leyen per sms contact had met Bourla. Haar crisismanagement vond ik met andere woorden nog niet zo verkeerd, maar haar crisiscommunicatie was dat wel. Door de sms-berichten niet openbaar te maken, maakte ze de geheimzinnigheid er alleen nog maar groter op – een typisch voorbeeld van het Streisand-effect: hoe harder je iets tracht te verbergen, hoe meer dat begint op te vallen en het vermoeden leeft dat er iets te verbergen valt. Von der Leyen heeft het zichzelf moeilijk gemaakt. Ze had eenvoudigweg transparantie moeten scheppen en dan had er nu geen haan meer naar gekraaid.
‘Von der Leyens crisismanagement vond ik nog niet zo verkeerd, maar haar crisiscommunicatie was dat wel.’
Wat betekent dit voor de reputatie van Von der Leyen?
Van Hecke: Voor haar reputatie is dit geen goede zaak. Von der Leyen deed de voorbije jaren toch de wenkbrauwen fronsen omdat ze op persconferenties amper tot geen vragen toelaat, journalisten zelden interviews geeft en haar boodschappen steeds op voorhand strak geregisseerd de wereld instuurt – daarom nam ze in het begin van haar eerste termijn ook een apart communicatiebureau in de arm. Om die kritiek te pareren kondigde ze bij het begin van haar tweede termijn in december vorig jaar ook aan om transparanter te zullen optreden. Deze uitspraak zal er toch vooral toe bijdragen dat haar ietwat bedenkelijke imago als presidentiële Commissievoorzitter die de touwtjes strak in handen wil houden versterkt wordt.
Straalt dit ook slecht af op de Europese Unie in haar geheel?
Van Hecke: Toch wel. De Europese Unie presenteert zichzelf toch als een waardengemeenschap waarin ook transparantie een belangrijke factor speelt. Vaak is dat ook het geval – ze is op heel wat vlakken veel transparanter dan pakweg de Belgische of Vlaamse overheid. Maar wie de daad niet bij het woord voegt, komt allesbehalve geloofwaardig over. In die zin is dit voor de Europese Unie inderdaad geen goede zaak.