‘Veel Hongaren zijn vastbesloten om op 28 juni te marcheren in de Pride in Budapest. De Europese Unie moet ondubbelzinnig aan hun zijde staan’, schrijven de Belgische directeurs van Amnesty International.
Volgende week – exact een maand voor de geplande Pride in Budapest – zullen de organisatoren wellicht een aanvraag indienen bij de autoriteiten om voor de dertigste keer door de straten van de Hongaarse hoofdstad te marcheren. De kans dat ze een verbod krijgen opgelegd, is groot. Eerder dit jaar nam het Hongaarse Parlement een wet aan die de facto de Budapest Pride verbiedt.
Hongarije gaat dertig jaar terug in de tijd
Dertig jaar lang is de Budapest Pride een uniek moment geweest van zichtbaarheid, solidariteit en vrijheid. Een pennentrek van het Hongaarse Parlement dreigt daar nu een einde aan te maken. Door de inderhaast goedgekeurde grondwetswijziging – letterlijk van de ene dag op de andere – is het nu toegelaten om samenkomsten te verbieden die “ingaan tegen de morele ontwikkeling van minderjarigen”.
Een vage verwoording die doet denken aan een vergelijkbare wet die in 2013 in Rusland werd aangenomen en tot brede censuur leidde. De Hongaarse wet voorziet ook in het inzetten van gezichtsherkenning op door de nieuwe wet verboden manifestaties. Het afschrikkingseffect daarvan is aanzienlijk, net als de hoge boetes en de draconische straffen voor organisatoren.
De wetswijziging is geen geïsoleerde actie, maar deel van een bewuste politieke strategie. Amnesty en vele andere organisaties en instellingen hebben herhaaldelijk gewaarschuwd voor het feit dat Viktor Orbán systematisch de bescherming van mensenrechten afbreekt. De persvrijheid wordt bedreigd, de rechtsstaat wordt aangevallen, het middenveld wordt het werken moeilijk gemaakt.
En sinds 2020 zijn er steeds meer aanvallen die specifiek gericht zijn tegen de rechten van LGBTI+ mensen. Die aanvallen zijn niet alleen ideologisch, maar ook cynische politieke berekening. Door de zondebok te maken van seksuele minderheden, wordt de aandacht afgeleid van echte problemen, zoals de economische toestand, en wordt verzet de mond gesnoerd. Het verbieden van de Pride is dan ook een agressieve symbolische stap: het ontzegt een volledige gemeenschap het recht op zichtbaarheid en op het eisen van gelijkheid.
En wat doet de Europese Unie?
Geconfronteerd met deze aanval op fundamentele rechten, schreef Europees Commissaris voor Gelijkheid Hadja Lahbib op sociale media: “Het recht op vreedzame samenkomst is een fundamenteel recht dat gerespecteerd moet worden doorheen de hele Europese Unie. We steunen de LGBTQI-gemeenschap, in Hongarije en in alle lidstaten”. Een lovenswaardig statement, maar nu moet de daad nog bij het woord komen. En het is dringend: op 28 mei zullen de organisatoren de aanvraag voor de Budapest Pride indienen, en de Hongaarse politie moet binnen de 48 uur antwoorden.
De Europese Commissie moet dus snel ingrijpen en ook de lidstaten moeten zich laten horen. De instrumenten daarvoor bestaan. Er kunnen voorlopige maatregelen gevraagd worden van het Europese Hof van Justitie. Of de lopende procedure tegen Hongarije voor inbreuken tegen het EU-Handvest kan worden versneld. Of er kan een nieuwe procedure worden opgestart voor het schenden van de EU-waarden, inclusief mogelijke sancties.
De instellingen en lidstaten van de Europese Unie moeten pal gaan staan voor de mensenrechten. Want de impact van het verbieden van de Pride dreigt veel verder te reiken dan Budapest of Hongarije. Het hele idee van een op waarden gebaseerde Unie en een Europese Unie waarin rechten en vrijheden worden gerespecteerd, staat op het spel. Zal de EU werkelijk accepteren dat een vreedzame mars voor gelijke behandeling en gelijke kansen na dertig jaar wordt verboden? Zullen ook onze vertegenwoordigers toestaan dat het recht op protest en het recht om te zijn wie we zijn door de autoritaire maatregelen van een lidstaat worden ondergraven?
De Pride is geen provocatie: het is een bevestiging van ieders waardigheid. Het is een moment van hoop. En hoop is weerbaar: vele Hongaren zijn vastbesloten om op 28 juni te marcheren in de Pride in Budapest. De Europese Unie moet ondubbelzinnig aan hun zijde staan.
Wies De Graeve is directeur Amnesty International Vlaanderen.
Carine Thibaut is directrice Amnesty International Belgique francophone.