Bert Bultinck

‘Er is geen enkele reden om te denken dat de vluchtelingencrisis van 2015 zich zal herhalen’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

‘Laten we stilzwijgend de mensenrechten, het fundament van de Europese Unie, varen?’, vraagt Bert Bultinck zich af.

‘Wir schaffen das’, je hoort het politici nog maar zelden zeggen. In Europa is de slogan uit de mode. Zelfs in Duitsland worden de woorden niet vaak meer gebruikt, en al zeker niet in de zenuwachtige aanloop naar de verkiezingen van 26 september. Nu de televisie elke dag wanhopige Afghanen laat zien, en de exodus van de Amerikaanse militairen een puinhoop is geworden, heeft de slagzin zijn glans definitief verloren. Merkel sprak de woorden met nadruk uit op een persconferentie eind augustus 2015, maar de frase werd paradoxaal genoeg vooral door de inspanningen van haar tegenstanders beroemd. De critici van Merkel stuurden de zin, compleet met bijbehorende ‘Willkommenskultur’, zo vaak terug naar afzender dat de oneliner een krachtig wapen werd van antimigratieactivisten. Vandaag klinkt ‘wir schaffen das’ als ironie.

Er is geen enkele reden om te denken dat de vluchtelingencrisis van 2015 zich zal herhalen.

Hebben de tegenstanders in de afgelopen zes jaar veld gewonnen? Verschillende prominenten van de CDU, de partij van Merkel, zeggen de voorbije weken niet ‘wir schaffen das’, maar ‘2015 darf sich nicht wiederholen’. Wat in 2015 gebeurd is, mag niet opnieuw gebeuren. Onder meer Armin Laschet, CDU-voorzitter en kandidaat-bondskanselier, plaatst dat zinnetje strategisch in een breder verhaal over humanitaire hulp aan Afghanistan. Hij pleit in één moeite voor een luchtbrug voor de Afghanen die het Westen geholpen hebben, waardoor de zin ‘2015 mag niet opnieuw gebeuren’ voor veel interpretaties open blijft. Dat is geen zeldzaamheid bij de fletse centrumpoliticus, en dat is in dit geval ook precies de bedoeling. De soundbite ‘2015 darf sich nicht wiederholen’ zal overblijven, het mensenrechtenvriendelijke verhaal eromheen zal vervagen. Zijn collega, CDU-partijsecretaris Paul Ziemiak, gebruikte niet toevallig precies dezelfde zin, maar kon zich de luxe permitteren om daarnaast wat minder op de vlakte te blijven: ‘We zullen de kwestie-Afghanistan niet met migratie naar Duitsland kunnen oplossen.’

Voor de Amerikaanse president Joe Biden is de chaotische uittocht uit Afghanistan, met dertien Amerikaanse slachtoffers na een terreuraanslag in Kaboel, een afgang. Maar ook voor de Europese Unie zitten er weinig goede kanten aan het Afghaanse avontuur. Deze week is er op alle vlakken topoverleg: tussen de Europese ministers van Binnenlandse Zaken, tussen de ministers van Defensie, tussen die van Buitenlandse Zaken én tussen de ambassadeurs. Maandag kwam de nieuwssite Politico met het bericht dat de verwijzing naar de vluchtelingencrisis van 2015 in de definitieve versie van een gemeenschappelijk EU-statement geschrapt zou worden. Sommige diplomaten vonden dat die passus paniekerig klonk, anderen vreesden dat de loutere vermelding van de crisis van zes jaar geleden een aanzuigeffect zou creëren. Verwarring troef. Voor Europa is 2015 niet minder dan een trauma.

Vreemd genoeg is er op dit ogenblik geen enkele reden om te denken dat de vluchtelingencrisis zich zal herhalen. Migratiespecialist Gerald Knaus, de architect van de Turkijedeal, benadrukt dat het gaat over duizenden – en niet honderdduizenden – Afghanen die met het Westen hebben samengewerkt, en noemt de vergelijking met 2015 volslagen misleidend en politiek gevaarlijk. Ter vergelijking: in Pakistan zijn er volgens de Verenigde Naties nu al minstens 1,4 miljoen Afghaanse migranten. Maar veel Europese leiders, van Emmanuel Macron tot Sebastian Kurz, klinken minder kalm. Kurz zei anderhalve week geleden al dat Oostenrijk geen Afghaanse vluchtelingen zou opnemen: het land heeft de afgelopen jaren al 40.000 Afghanen opgenomen, en dat is ‘disproportioneel veel’. De Franse president Macron is op zoek naar een ‘robuust antwoord’ op de instroom van vluchtelingen, en hoopt op een samenwerking met transitlanden als Iran, Pakistan of, opnieuw, Turkije.

De krant The New York Times sprak vorige week van een Europees ‘compassion deficit’, een tekort aan barmhartigheid. Dat legt de vinger op de wonde, zeker als het gaat over de moedige Afghaanse vrouwen en mannen die – lichtzinnig, zo blijkt nu – de woorden van het Westen geloofden, toen we het fluks over ‘nation building’ hadden, en ze hun leven riskeerden door met ons samen te werken.

Het Westen is al jaren, langzaam maar zeker, zijn migratiebeleid aan het verharden. De Afghanen krijgen de rekening gepresenteerd. Het drama in Afghanistan eindigt voor ons in een zoveelste ontnuchtering, in een pijnlijk verlies aan ambitie en in een migratievijandig klimaat. Laten we stilzwijgend – uiteraard zo zachtjes mogelijk – de mensenrechten, het fundament van de Europese Unie, varen? Was het allemaal maar om te lachen? De conclusie is hard. Ons dure en nobele zelfbeeld ligt aan diggelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content