Een jaar oorlog in Oekraïne: hoe Poetin het Westen verenigt én isoleert

Poetin
Militaire begraafplaats in Kharkiv © Getty
Kamiel Vermeylen

Op 24 februari 2022 kondigde de Russische president Vladimir Poetin een ‘speciale militaire operatie’ tegen Oekraïne aan. Een jaar later woedt de oorlog in alle hevigheid voort en lijkt een diplomatieke oplossing verder weg dan ooit.

En plots was het op donderdag oorlog. Precies een jaar geleden, in de vroege ochtend van 24 februari 2022, begon Rusland aan zijn grootschalige invasie van Oekraïne. In enkele dagen tijd hoopte de Russische president Vladimir Poetin de regering van Volodymyr Zelensky omver te werpen en van het land een vazalstaat te maken. De Oekraïense natie, aldus Poetin, heeft geen recht op zelfbeschikking en maakt onverminderd deel uit van de Russische invloedssfeer. Honderdduizenden mensenlevens heeft die overtuiging intussen gekost, en miljoenen families zijn op de vlucht.

Met zijn imperialistische veldtocht heeft Poetin de Oekraïense bevolking helemaal tegen Rusland gekeerd. Uit een recente rondvraag blijkt dat het Oekraïense vertrouwen in de eigen regering en het leger flink is toegenomen, en lidmaatschap van de NAVO en de Europese Unie was nog nooit zo populair. De warme ontvangst waarop het Russische leger rekende, kwam er tot grote verrassing van veel soldaten niet. En in Rusland namen miljoenen mensen de benen om te vermijden dat ze de wapens moesten opnemen.

Veiligheidsgaranties

Poetin heeft niet alleen Oekraïne maar het hele Westen de oorlog verklaard. Hij benadrukt dat de NAVO-uitbreiding naar het oosten, onder impuls van de Verenigde Staten, de ware reden voor zijn ‘speciale militaire operatie’ is. Dat argument houdt geen steek. Van NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne was voor 24 februari 2022 geen sprake. Daar bestond bij de lidstaten, die een land unaniem moeten uitnodigen, simpelweg geen appetijt voor. En nadat Poetin in 2008 beweerde dat de Krim bij Oekraïne hoort, zijn alleen Kroatië, Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië tot de Verdragsorganisatie toegetreden.

Dat deden die landen uit eigen beweging. Poetins NAVO-argument gaat volledig voorbij aan de soevereiniteit die Centraal- en Oost-Europese landen sinds de val van het IJzeren Gordijn koesteren. In De Tragedie van Centraal-Europa uit 1984 beschreef de Tsjechische Nobelprijswinnaar Milan Kundera treffend hoe Centraal-Europa, waaronder Oekraïne, de gewelddadige Sovjetbezetting ervoer: ‘Voor Centraal-Europa en haar passie voor verscheidenheid komt niets zo vreemd over als Rusland, dat met zijn uniformiteit, standaardisatie en centraliseringsdrift vastberaden is om elke natie van zijn rijk tot een Russisch volk om te vormen.’

Vandaag probeert Rusland dat in Oekraïne opnieuw met harde hand af te dwingen. Maar Oekraïne vecht terug, en het weet waarom. Dat grotere landen onverminderd het recht hebben om de marsrichting van kleinere landen in hun omgeving te bepalen, zoals Poetin meent, wordt niet (meer) aanvaard. Ook doorzichtige pogingen daartoe niet. Dacht Poetin werkelijk dat zijn Euraziatische Economische Unie uit 2015 een geloofwaardig alternatief bood voor de ervaren Europese interne markt?

Denazificatie

Poetins argumentatie doet in het Westen wel vaker de wenkbrauwen fronsen. Zo legitimeert hij zijn oorlog met een flinke dosis historisch revisionisme. Verwijzend naar de Russische overwinning op het nazi-Duitsland van Adolf Hitler, beweert Poetin dat hij Oekraïne wil bevrijden van het fascisitische en nazistische gedachtegoed waarvan het nog steeds doordrongen zou zijn. Terwijl iedereen het erover is dat neonazistische en andere extremistische strekkingen niet langer centraal aanwezig zijn in Oekraïne.

De nazi-verwijten passen in een herinneringspolitiek die Poetin al veel langer voert, en waarin ‘nazisme’ veeleer wordt begrepen als een aanval op alles wat niet pro-Rusland is. De historicus Nikolay Koposov, die in Rusland niet meer mag doceren, argumenteert dat Moskou de begrippen ‘denazificatie’ en ‘Holocaust’ slechts hanteert om te benadrukken hoe fantastisch Poetin het als opvolger van Jozef Stalin doet. De Duitse politoloog Claus Leggewie merkt op zijn beurt op dat Poetin in Oekraïne meent te bestrijden wat hij zelf is geworden, maar gegeven de Russische geschiedenis niet wil en mag zijn.

Tegenover het Westen doet Poetin, geholpen door de geestelijke leider van de Russisch-Orthodoxe kerk Patriarch Kirill, daar nog een schep bovenop met de bewering dat ‘in het Westen pedofilie wordt geadverteerd als de norm’. Die verklaring moet het bredere narratief van Poetin over het ‘Westen in verval’ bevestigen en het beeld versterken dat Rusland tegen zulke vermeende decadentie moet worden beschermd. Of hij dat werkelijk gelooft, is onduidelijk.

Grote woorden

Het Westen mag dan eensgezind reageren op de Russische agressie tegen Oekraïne, op het mondiale terrein is het door Poetin een tijdlang wel degelijk geïsoleerd. Die tijd lijkt weliswaar voorbij, nu 141 landen in de Verenigde Naties donderdagavond Rusland aanmaanden het Oekraïens grondgebied te verlaten. Maar aan de economische sancties tegen Rusland, die voorlopig een relatief beperkt effect hebben, weigert het gros van de landen in het Zuiden deel te nemen. Intussen moeten Europese troepen in vrijwel heel de Afrikaanse Sahelregio plaats ruimen voor het Russische Wagner-huurlingenleger. Alleen in Niger kunnen ze hun aanwezigheid min of meer consolideren.

Het werpt voor Europa de vraag op hoe het zich moet positioneren. Met grote woorden beroept de Europese Unie zich vaak op morele argumenten, maar op het economische domein na heeft ze nauwelijks materiële macht om die in de praktijk af te dwingen. ‘Zolang de Verenigde Staten de wereld min of meer op orde kunnen houden is dat een comfortabele positie’, stelt professor Internationale Politiek Alexander Mattelaer (VUB en Egmont Instituut). ‘Maar Washington wordt in heel wat delen van de wereld niet meer als een legitieme autoriteit aangezien.’

Tegen die achtergrond gaat het debat ook over Europa als geopolitieke macht. Een hermilitarisering van de Europese Unie, zoals vooral Frankrijk die bepleit, staat haaks op het vredesproject waaruit de Europese Unie is geboren. Volgens professor Europese politiek Steven Van Hecke (KU Leuven) sluit het ene het andere evenwel niet uit. ‘Doorgaans doen we allerlei verklaringen die we niet kunnen nakomen. Als we dan toch een assertiever handelsbeleid voeren of onze defensie-industrie nieuw leven in willen blazen, komen we onze woorden tenminste na.’

Machtsorde

Hoe de oorlog zal evolueren, blijft tot op zekere hoogte giswerk. De recente Veiligheidsconferentie in München kwam tot de conclusie dat een wapenstilstand vooral in de beginfase van een oorlog waarschijnlijk is. Daarna duurt het gemiddeld twee jaar voor de kans op een vergelijk opnieuw toeneemt. Momenteel, zo luidde de conclusie, is er tussen Kiev en Moskou te weinig vertrouwen en toont geen van beide partijen zich bereid om verregaande toegevingen te doen.

Het einde van het wapengekletter lijkt dus niet voor meteen. Onder politici wordt er ondertussen fel gediscussieerd over het verdere verloop van de oorlog. Zeker in de beginmaanden van de Russische invasie viel er vooral bij West-Europese leiders te horen dat Oekraïne niet mag verliezen en Rusland niet mag winnen. Sommigen vrezen dat een grootschalige escalatie van het conflict tot een nucleaire confrontatie tussen de NAVO en Rusland zou kunnen leiden. Bovendien zou een zware Russische nederlaag een stabiele machtsorde op het Euraziatische continent op termijn onmogelijk maken.

In Oost-Europa vinden ze die houding naïef. Een stabiele machtsorde met Rusland is alleen mogelijk door zich voldoende tegen de imperialistische aspiraties van Moskou te bewapenen. Bovendien heeft de West-Europese benadering er net voor gezorgd dat Poetin de afgelopen vijftien jaar in Moldavië, Georgië en Oekraïne haast ongestoord zijn gangen kon gaan, klinkt het. En de dreigementen met nucleaire wapens tot slot, vinden ze in Warschau en omstreken slecht pokerspel.

Totaaloorlog

‘Elk land oordeelt natuurlijk op basis van zijn geschiedenis en plaats op de wereldkaart,’ zegt Mattelaer, ‘maar de Centraal- en Oost-Europese argumenten hebben tot op zekere hoogte succes. Vooral in Duitsland begint men langzaam maar zeker te beseffen wat er op het spel staat. En ook de Franse president Macron weet intussen dat diplomatieke toenaderingen tot Poetin geen zin meer hebben.’

Toch blijven de financiële inspanningen van de West-Europese landen ver achter bij de hulp die de Baltische Staten, Polen en Bulgarije aan Kiev geven. Zij trekken een veel groter deel van hun bruto binnenlands product uit. Het is voornamelijk op hun initiatief dat de Europese lidstaten alweer een nieuw sanctiepakket voorbereiden – het tiende intussen.

De ‘speciale militaire operatie’ in Oekraïne loopt voor de Russen veel moeizamer dan verwacht. Maar het is duidelijk dat een aftocht voor Poetin momenteel niet aan de orde is. Gelukkig wordt in Moskou, Berlijn, Parijs en Washington intensief aan escalatiemanagement gedaan om erger te voorkomen. Dat de Amerikanen de Russen van te voren op de hoogte brachten van de ‘geheime’ reis van de Amerikaanse president Joe Biden naar Kiev, is tot op een zekere hoogte geruststellend. Alle partijen lijken voorlopig te beseffen dat niemand iets te winnen heeft bij een totaaloorlog.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content