Durham-rapport: FBI ging zwaar in de fout tijdens onderzoek naar relatie Trump met Rusland

John Durham, in 2022. © Reuters
Rudi Rotthier

Na vier jaar is special counsel John Durham klaar met zijn rapport naar het FBI-onderzoek over het ‘samenspannen’ van de Trumpcampagne met Rusland. De conclusies? De FBI negeerde koppig ontlastend bewijsmateriaal. Ook werd Hillary Clinton beter behandeld door de FBI dan Donald Trump. Wat in het rapport niet wordt verklaard: waarom was en bleef Donald Trump zo lief voor Rusland?

Het is intussen een campagneklassieker voor Donald Trump. Hij heeft het al jaren over ‘Rusland Rusland Rusland’, en de ‘Rusland-vervalsing’. Hij heeft het nog vaker over de heksenjacht die de FBI tegen hem voerde.

In 2019 stelde Trumps minister van Justitie William Barr John Durham aan als speciaal aanklager met als opdracht uit te zoeken wat de FBI had uitgespookt in het onderzoek naar Russiagate, Trumps vermeend gecoördineerd samenspel met Rusland om de verkiezingsuitslag in 2016 te beïnvloeden. De nu 73-jarige Durham werd uitverkozen omdat hij de reputatie heeft niet naar politieke voorkeur te kijken. Trump bejubelt het eindrapport als bewijs dat hij het slachtoffer is van ‘de misdaad van de eeuw’. Anderen wuiven het weg als een maat voor niets.

De feiten voeren terug naar de fel betwiste presidentsverkiezingen van 2016. Democratische kandidaat en favoriet Hillary Clinton lag op meerdere fronten onder vuur van binnenlandse politiedienst FBI. Die onderzocht haar gebruik, als minister van Buitenlandse Zaken, van een privéserver waarop ze tegen alle richtlijnen in vertrouwelijke informatie liet verschijnen. Ze deed bewijsmateriaal verdwijnen. Daarnaast was er de vrees dat ze, via de Clinton Foundation, een gecompromitteerde verhouding had met buitenlandse actoren.

Dat eerste aspect werd uitentreuren door de FBI onderzocht, en kostte Clinton zeker stemmen, ook al omdat toenmalige FBI-chef James Comey enkele weken voor de verkiezingen openbaarde dat er nieuw bewijsmateriaal was opgedoken (onbelangrijk materiaal, bleek later). Dat onderzoek was eerder op gang gekomen, en werd bij elke campagnestop van Trump gebruikt om Hillary in de gevangenis te schreeuwen: ‘Lock her up!’

Over het tweede aspect, de onduidelijke banden tussen buitenlandse regimes en de Clinton Foundation, waarover onder leiding van Trumpaanhanger en latere medewerker Steve Bannon een boek werd gepubliceerd, kwam er alleen een verkennend onderzoek en werden maandenlang geen echte onderzoeksdaden gesteld. Dat was zoals het hoorde in de aanloop naar een presidentsverkiezing, als we het Durham-rapport mogen geloven. De FBI stelde zich terughoudend op om de verkiezing niet te beïnvloeden.

Trump wel, Hillary niet

Een derde element tegen Hillary neemt een cruciale plaats in in het rapport: er was in augustus 2016 een onbewezen aantijging op basis van ‘een betrouwbare buitenlandse bron’ opgedoken. De Hillarycampagne had volgens die bron plannen om Trump te verbinden met Rusland en hem samenwerking met de Russen in de schoenen te schuiven. Zo zou de Clinton-campagne proberen de beschuldigingen rond Hillary’s mails te counteren. Die onbewezen beschuldiging werd door de inlichtingendiensten breed gedeeld, onder meer met toenmalig president Barack Obama en zijn vicepresident Joe Biden. Maar ze leidde niet tot een onderzoek, zelfs niet tot een vooronderzoek.

De beschuldigingen tegen de Trumpcampagne, even onbewezen, leidden enkele dagen eerder, vanaf 31 juli 2016, wél tot een grootschalig onderzoek. Over die stap is het rapport vernietigend. De aanleiding was een gesprek tussen Trumpcampagnemewerker George Papadopoulos en Alexander Downer, de Australische ambassadeur in Londen. Papadopoulos zou gezegd hebben dat Rusland belastend materiaal over Hillary Clinton bezat en dat de Trumpcampagne zich daarvan bewust was. De Australiërs brachten de VS-inlichtingendiensten van de ontmoeting op de hoogte, waarna het onderzoek tegen de Trumpcampagne werd geopend.

Die beslissing gebeurde snel, aldus het rapport, en week af van de manier waarop FBI doorgaans omging met inlichtingen die presidentsverkiezingen konden beïnvloeden. Bovendien hadden bij het begin van het onderzoek ‘noch VS-justitie noch de inlichtingendiensten enig feitelijk bewijs van collusie’ tussen de Trumpcampagne en Rusland. Men baseerde zich op ‘ruwe, niet geanalyseerde, onbevestigde inlichtingen’. Daarna leed de FBI aan ‘bevestigingsvooroordeel’. Bewijsmateriaal dat indruiste tegen het uitgangspunt van collusie werd ‘genegeerd of weggeargumenteerd’.

En nog later dook het inmiddels beruchte Steele-dossier op, betaald door de Democratische Partij en de Clintoncampagne. Dat Steele-dossier, genoemd naar een gewezen Britse geheimagent, bevatte doorgaans onbewezen, vaak ontkrachte of onwaarschijnlijke beschuldigingen aan het adres van Trump. De meest bekende van die onbewezen aantijgingen was de zogenaamde plastape. Trump zou gechanteerd worden door de Russen nadat hij in de presidentiële suite van het Ritz Carlton hotel in Moskou had deelgenomen aan een sessie plasseks. Bedoeling was om het bed waarin Obama had geslapen te bevuilen.

Trump gedroeg zich ook verdacht. Hij verdedigde Poetin op een manier die geen enkele presidentskandidaat hem nadeed. Hij riep Rusland publiekelijk op gehackte mails vrij te geven (later, in oktober 2016, lekte WikiLeaks gehackte mails van de Democratische Partij en van Hillary’s campagneleider John Podesta).

Maar het uitgangspunt van het FBI-onderzoek, dat er actieve samenwerking was tussen Rusland en de Trumpcampagne om de presidentsverkiezingen te beïnvloeden, is nooit bewezen.

De FBI hield zich in het onderzoek naar Trump niet aan de eigen regels, aldus het Durham-rapport. De organisatie gebruikte het grotendeels ontkrachte Steele-dossier om van een rechter de toelating te verkrijgen om een verdachte af te luisteren.

Vanwaar dan de Ruslandliefde?

Waarom werd Hillary anders behandeld dan Trump? Het rapport signaleert – niet voor het eerst- dat enkele figuren aan de top van de FBI een voorkeur hadden voor Hillary, of een afkeer van Trump. Maar behalve partijdige vijandigheid speelde ook de verwachting dat Hillary de volgende president zou zijn. Zo sms’te FBI-advocaat Lisa Page aan haar minnaar, hoofdonderzoeker Peter Strzok: ‘Nog iets: zij kan onze volgende president zijn. Het laatste wat je moet doen is bij haar binnenvallen met je wapen op scherp.’ Voor het Trumpkamp was dat duidelijk minder een voorbehoud.

Vreemd genoeg doet het rapport geen aanbevelingen. De FBI liet weten dat er grondige hervormingen zijn gebeurd die een herhaling van Russiagate moeten uitsluiten.

Politiek en journalistiek zijn de reacties op het rapport in de VS verdeeld. Kranten die Pulitzer-prijzen wonnen met hun berichtgeving over Russiagate, The New York Times en The Washington Post, zijn geneigd het rapport af te schrijven als oude koek. De pro-Trumpper-beweging ziet haar grote gelijk.

Een zeldzame figuur in het midden is Peggy Noonan, de vroege speechschrijver van Ronald Reagan, die in haar column in The Wall Street Journal bereid is alles te aanvaarden wat het rapport beweert. Maar, schrijft, denk dan terug aan juli 2018. Trump en Poetin gaven in Helsinki een gezamenlijke persconferentie. Op dat moment was de consensus van de VS-inlichtingendiensten dat Rusland inderdaad was tussengekomen in de presidentsverkiezingen van 2016, onder meer via het hacken van materiaal, of via fake berichten op sociale media.

Trump gaf tijdens de persconferentie toe dat zijn eigen diensten aangaven dat Rusland was tussengekomen. Maar Poetin had dat krachtdadig ontkend, zei hij. ‘Ik zeg jullie dat president Poetin vandaag heel sterk en krachtig was in zijn ontkenning’. Hij dankte vervolgens Poetin voor zijn medewerking aan het onderzoek, en liet er geen twijfel over bestaan dat hij Poetin meer geloofwaardig vond dan zijn eigen inlichtingendiensten.

‘In mijn hoofd’, aldus Noonan, ‘is er nog altijd veel mysterie. Wat was dat vreemde ding tussen de heren Trump en Poetin? Mensen zeggen dat Trump gewoon gesteld is op dictators, maar ik weet het niet zo. Hij haalt iedereen door het slijk: zijn eigen vicepresident, ‘kleine rocket man’ (Kim Jong Un van Noord-Korea, red.), China tijdens de pandemie. Hij haalt nooit Poetin door het slijk.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content