Wat vzw Humain wil doen met het geld van de Ultima: ‘Beeldvorming over vluchtelingen bijsturen’

© FRANKY VERDICKT

Getroffen door de onmenselijke toestanden in de Noord-Franse vluchtelingenkampen richtten Sofie D’Hulster, Patrick Legein en Sarah Verhofstadt vzw Humain op.

Herinnert u zich het moment waarop u dacht: ‘Actie!’?

Sofie D’Hulster: Ja. Dat was in november 2015. Op Facebook zag ik berichten van Patrick Legein, een jeugd- en welzijnswerker uit Gent, over zijn hulp aan het vluchtelingenkamp in het Franse Duinkerke. Die beelden – kinderen in de modder, hun menswaardigheid ontnomen – botsten met mijn ‘mensenrechtenreflex’. Ik belde Patrick. Vanaf dan stonden we haast elke week in het kamp, met voedsel, kleren en steeds meer vrijwilligers van allerlei pluimage en uit alle hoeken van Vlaanderen. Onze groep werd bekender en kreeg giften. Om alles legaal te laten verlopen, richtten we in april 2016 vzw Humain op.

De vzw verleent ‘humanitaire bijstand aan mensen in nood’. Wat betekent dat?

D’Hulster: We spreken over mensen in nood omdat we ook anderen helpen. Voedseloverschotten uit Duinkerke schenken we aan Gentse armoedeverenigingen. We formuleerden drie taken. Ten eerste: voor humanitaire bijstand zorgen, zoals eten en warme kledij. Als iemand een volle maag heeft, herleeft hij. Dan is er ruimte om connectie te maken en een veilige haven te creëren. De beeldvorming over vluchtelingen bijsturen is de tweede taak. Ons derde doel is wegen op het beleid.

We zijn verheugd met de waardering van de onafhankelijke jury, maar we overwegen goed hoe we het geld aanwenden.

Zo motiveert de Ultimasjury haar beslissing: ‘In haar strijd tegen de ontmenselijking van vluchtelingen zet vzw Humain kritische analyse, warme ondersteuning en psychologische bijstand voorop.’

D’Hulster: Mooie woorden, hè? Maar onze missie is overbodig worden. Daarom zetten we fors in op lezingen. Ik weet zeker dat de mensen die onlangs giftige reacties hebben gepost bij de berichten over de vluchtelingen die vanuit De Panne naar Engeland wilden varen anders zouden reageren na na zo’n lezing. Vluchtelingen zijn ook vaders, moeders, broers en zussen. Als je dat beseft, herken en erken je de mens in de ander.

U zet ook in op jazzconcerten.

D’Hulster: (lacht) Toen jazzstudent Simon Verplancke vertelde dat hij iets wilde doen met de verhalen van vluchtelingen, nodigden we hem uit om mee te gaan naar het kamp. De volgende keer nam hij een dictafoon mee. Daarna nam hij de muzikanten Hendrik Lasure, Thijs Troch en Elias Devoldere mee, en vervolgens negen vrouwelijke auteurs. Het gevolg is een boek, een plaat en een concertreeks onder de noemer Le ravage d’Ali Baba. Intussen broeden Simon en Sarah Verhofstadt op een schoolvoorstelling.

Investeert u daar het Ultimas-prijzengeld van tienduizend euro in?

D’Hulster: Mogelijk. We zijn verheugd met de waardering van de onafhankelijke jury, maar we overwegen goed hoe we het geld aanwenden. Dit is geld van een regering die fors bespaart op cultuur én een beleid voert waarin het bijna bon ton is om denigrerend over vluchtelingen te praten. Dus investeren we het bedrag in het bijsturen van die beeldvorming.

Partner Content