Louise Reyntjens

‘Waarom we best twee keer nadenken voor we de nationaliteit van iemand afnemen’

Louise Reyntjens Onderzoeker Instituut voor de Rechten van de Mens (KU Leuven)

‘Een wetsvoorstel waarbij veroordeelde terroristen op automatische wijze hun nationaliteit verliezen is een verwerpelijk idee’, schrijft onderzoekster Louise Reyntjens (KU Leuven).

‘Terroristenleider verliest nationaliteit. Uitstekend, maar zou gewoon automatisch moeten gebeuren bij een veroordeling voor terrorisme.’ Dat tweette onze staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Theo Francken, vandaag. Deze ochtend werd het langverwachte arrest over de nationaliteitsafname van Fouad Belkacem uitgesproken. Hij verloor hiermee zijn Belgische nationaliteit. Hoewel vele mensen dit arrest ongetwijfeld als een overwinning in de strijd tegen terrorisme zien, zijn voorstellen zoals dat van onze staatssecretaris niet zonder meer aan te nemen.

Waarom we best twee keer nadenken voor we de nationaliteit van iemand afnemen.

Een wetsvoorstel waarbij veroordeelde terroristen op automatische wijze hun nationaliteit verliezen is een verwerpelijk idee. Nationaliteitsafname doet immers afbreuk aan het hart van iemands identiteit. Bovendien is de mogelijkheid reëel dat men binnenkort ook op een juridische muur botst: binnenkort zal het Europees Hof voor de Rechten van de Mens namelijk uitspraak moeten doen over de vraag of deze maatregel gekwalificeerd kan worden als ‘straf’. Indien het antwoord hierop positief klinkt, zou de huidige praktijk van nationaliteitsafname, waarin deze als bijkomende straf wordt opgelegd na de hoofdgevangenisstraf mogelijk op losse schroeven komen te staan. Volhouden dat deze maatregel slechts een bijkomende straf is, waarmee men het ne bis in idem verbod omzeilt, lijkt moeilijk wanneer ook Straatsburg de verregaande gevolgen van nationaliteitsafname onderschrijft. Alvorens zulke uitspraken te doen, zou men aldus twee keer moeten stilstaan wat het betekent iemand van zijn nationaliteit te beroven. Een rechter zelfs drie keer.

Oorsprong van nationaliteitsafname

Nationaliteitsafname, in zijn formele vorm, is slechts een recent fenomeen: het is ontstaan in de late negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw. Dit ontstaan ging hand in hand met het nationalisme; deze opkomst zorgde ervoor dat staten zich in toenemende mate bewust werden van hun verantwoordelijkheden jegens een duidelijk afgebakende groep mensen, hun staatsburgers. Dit leidde er op zijn beurt toe dat de praktijk van verbanning, de de facto voorloper van nationaliteitsafname, gedelegitimeerd werd. Staten konden niet langer hun verantwoordelijkheid ten aanzien van hun burgers simpelweg van zich af schuiven door deze te verstoten uit de gemeenschap.

Natuurlijk resulteerde deze focus op de eigen burgers in een bijkomende focus, zij het met een minder positieve connotatie, op niet-burgers, de vreemdelingen. Hierin waren inbegrepen diegenen die hun burgerschap vals verworven hadden door middel van fraude, zij werden immers niet als ‘echte’ burgers beschouwd. Daarom concentreerde de eerste nationaliteitsafname wetgeving zich voornamelijk op zulke situaties.

De eerste echte piek in de praktijk van nationaliteitsafname zoals we haar nu kennen, kwam echter pas aan het begin van de Eerste Wereldoorlog. De Eerste Wereldoorlog bracht angst en wantrouwen teweeg ten aanzien van burgers met een vreemde afkomst, met name Duitse afkomst. Nationaliteitsafname werd dan ook gebruikt om ‘de ontrouwen’ van hun nationaliteit te beroven. In die zin past de huidige trend van nationaliteitsafname in dit plaatje; tijden van politieke en economische instabiliteit worden immers gekenmerkt door het in vraag stellen van vreemdelingen en burgers met een migratie-achtergrond, zoals genaturaliseerde inwoners. Dit was toen zo; dit is nog steeds zo.

Na Wereldoorlog II, waarbij het Nazi-regime maar evengoed zogenaamd democratische mogendheden volop gebruik maakten van deze mogelijkheid, bleef het ontnemen van nationaliteit eerder een uitzondering. De opkomst van de mensenrechten had hierin natuurlijk een grote rol te spelen. Helaas kenden Westerse landen sinds 2001 opnieuw een heropleving van deze praktijk. In tijden van terrorisme, wordt de ‘vreemdeling’ (opnieuw) aanzien met wantrouwen en intolerantie. Burgers met een dubbele nationaliteit, dewelke een migratieachtergrond demonstreert, bijgevolg ook. Zij zullen altijd een tweederangsburger blijven, de mogelijkheid behoudende de banden door te knippen, zelfs al werden ze geboren in België.

Verregaande maatregel

We denken best twee keer na voor we iemand zijn of haar identiteit afnemen. Want niet iedereen ziet vandaag in dat het afnemen van iemands identiteit wel een erg verregaande maatregel is. Het hebben van een nationaliteit is niet enkel belangrijk als bescherming tegen uitsluitings- of verwijderingsbevoegdheid. Natuurlijk zullen velen de uitwijzingsmogelijkheid net als argument vóór het ontnemen van nationaliteit zien, aangezien men er zonder meer vanuit gaat dat dit de veiligheid in een land zal herstellen. Belkacem zit echter reeds zijn gevangenisstraf uit. Vanuit veiligheidsstandpunt, is de maatschappij op dit moment voldoende beschermd hierdoor.

Vreest men voor de situatie na de gevangenisstraf, dan is het wenselijk erop te wijzen dat het Europees Mensenrechtenhof op dit moment een zaak hangende heeft waarin exact het argument gemaakt wordt dat nationaliteitsafname als straf aanzien moet worden, en niet langer als burgerlijke maatregel (wat het in Frankrijk is). Een positief antwoord hierop zou munitie zou kunnen geven aan het ontwapenen van nationaliteitsafname als bijkomende straf in België. Wanneer men dan reeds een hoofdgevangenisstraf opgelegd heeft gekregen, zoals Belkacem, mag hem geen tweede hoofdstraf worden opgelegd.

Want dat is exact wat nationaliteitsafname doet: het idee om een individu van zijn burgerschap te ontdoen, bevat zulke verreikende gevolgen dat het nauwelijks als iets anders dan een straf kan worden beschouwd. Het is de moderne versie van een vogelvrijverklaring: het hebben van een nationaliteit geeft iemand immers de mogelijkheid om claims te maken tegen zijn regering wanneer zijn rechten geschonden werden.

Juridisch limbo

Het is de basis voor alle andere bescherming van rechten en mensenrechten, de kapstok waaraan deze worden opgehangen. Zonder nationaliteit ben je immers onzichtbaar, onzichtbaar voor de wet en de bijhorende bescherming. Het plaatst je in een juridisch limbo. De kwalificatie van nationaliteitsafname als een civiele maatregel ondermijnt dan ook de erkenning van de ernstige gevolgen die deze praktijk met zich meebrengt.

Natuurlijk kent België slechts de mogelijkheid iemand van zijn nationaliteit te ontnemen wanneer ze nog een tweede nationaliteit hebben. In het geval van Belkacem, zal dit echter veeleer een louter theoretische nationaliteit zijn, zonder enige effectieve banden met het land in kwestie. Bovenstaand argument zal daarom ook gelden voor zijn geval; zij het in afgezwakte mate. Wanneer hij bovendien in België zou blijven (na zijn straf), waarvan het Grondwettelijk Hof in haar arrest van Februari 2018 stelde dat dit kan, daar uitwijzing niet noodzakelijk volgt op nationaliteitsafname, geldt dit argument zelfs onverlet.

Maar het belang van nationaliteit gaat verder dan de loutere juridische gevolgen die deze toekent: de status van burgerschap biedt een individu legitimiteit, in die zin dat medeburgers claims van andere medeburgers als méér legitiem beschouwen. Dit wordt op zijn beurt natuurlijk gevoed door het feit dat burgers eerder geneigd zullen zijn te klagen wanneer hun rechten geschonden worden, daar zij de relevante nationale procedures kennen. Of, als dat niet het geval is, omdat ze de taal kennen, wat hen toelaat een beroep te doen op mensen die deze wél kennen.

Toegang tot onderwijs

Burgers kunnen bovendien handelen zonder angst de aandacht van autoriteiten op zichzelf te vestigen wanneer ze klacht willen neerleggen. Daarnaast kan burgerschap het gevoel van ergens thuishoren vergroten en bijgevolg de sociale integratie, zelfs als de materiële omstandigheden dezelfde blijven. Daarnaast is nationaliteit ook van belang op sociaaleconomisch vlak. Het kan toegang bieden tot bepaalde banen, bijvoorbeeld in de publieke sector, waar deze vaak worden voorbehouden voor eigen burgers. Waar de toegang tot onderwijs doorgaans geen onderscheid maakt tussen burgerschap en niet-burgers, is de toegang tot bepaalde beurzen soms wel beperkt, waardoor de toegang tot onderwijs dit indirect ook is.

Bovenstaande argumenten zijn een betoog voor het belang van nationaliteit; waarom we even moeten stilstaan voor we iemands nationaliteit willen afnemen. Dit is is geen betoog per se voor de zaak van Fouad Belkacems zelf. Dit thema gaat verder dan één geïsoleerd geval. Terrorisme is een reëel maatschappelijk gevaar. Ons op een efficiënte manier hiertegen wapenen zal op verschillende vlakken dienen te gebeuren. Maar over voorstellen zoals dat van onze staatssecretaris, dient twee keer nagedacht te worden: een eerste keer over het effectieve nut ervan voor de maatschappij, een twee keer – niet noodzakelijk in die volgorde – over de impact ervan op het individu; ondanks zijn feiten, nog steeds een mens, rechthebbende op mensenrechten. Tijden van politieke en economische instabiliteit werden immers gekenmerkt door het in vraag stellen van vreemdelingen of mensen met een migratieachtergrond; laten we vermijden om terug in dezelfde gewoonten te vervallen, of, als we dat al gedaan zouen hebben, op een gepaste manier bij te sturen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content