‘Waar blijft de politieke daadkracht om van toegankelijk openbaar vervoer een prioriteit te maken?’
‘Als u morgen in een rolstoel belandt en u wil de trein nemen, kan u maar best hopen dat u in een toegankelijk station belandt’, schrijft rolstoelgebruiker Reinhart Niesten (VFG). Bij de start van de Week Van de Mobiliteit vraag hij aandacht voor de toegankelijkheid van het openbaar vervoer.
Als persoon met een handicap is het dagelijks een uitdaging om de trein te nemen. Heel wat organisaties en ervaringsdeskundigen, mezelf inclusief, zetten zich al jaren in om de toegankelijkheid van het openbaar vervoer te verbeteren. Helaas: alle betogingen, overlegmomenten, adviezen … ten spijt, zijn de treinen en stations van de NMBS nog stééds allesbehalve toegankelijk voor mensen met een beperkte mobiliteit. Als fervent pendelaar en rolstoelgebruiker voel ik me dan ook genoodzaakt de knuppel nog eens in het hoenderhok te gooien, met dit opiniestuk en met de campagne Onze Grote Boodschap. Want er is heel wat mogelijk om deze toegankelijkheidscrisis te overwinnen.
Snel actie ondernemen
De voorbije maanden hebben we namelijk geleerd dat de coronacrisis van het ondenkbare het nieuwe normaal kan maken. Plotseling mochten we ons kot nog enkel uit voor essentiële verplaatsingen. En in functie van het algemeen belang namen de politici snel ongeziene maatregelen, van tijdelijke werkloosheid tot hinderpremies. Snel actie ondernemen blijkt dus wel degelijk mogelijk.
Hoe komt het dan toch dat de toegankelijkheid van het openbaar vervoer, dat door een grote groep uit onze bevolking ook als een aanslepend probleem wordt ervaren, een ware processie van Echternach is? Hoe komt het dat er geen politieke daadkracht is om van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer een politieke prioriteit te maken?
Voorbeeldrol van de NMBS?
Nochtans verklaarde de topvrouw van de NMBS, Sophie Dutordoir, meer dan een jaar geleden in het magazine van de Revabeurs een voorbeeldrol te willen spelen. Die voorbeeldrol wordt tot nu toe als volgt ingevuld. Als u morgen in een rolstoel belandt en u wil de trein nemen, kan u maar best hopen dat u in een toegankelijk station belandt. Twee op de drie stations zijn namelijk niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers.
U vergat een dag op voorhand te reserveren? Dan zal u uw reis waarschijnlijk moeten uitstellen, want bij één op de vier Belgische stations moet u uw reservatie minstens 24u op voorhand doorgeven. Misschien hebt u geluk, en wil u gebruik maken van de één op de tien stations met drie uur reserveringstijd. U moet dan meestal wel nog een hele tijd aan de telefoon hangen om uw trein te reserveren en – herhaaldelijk – uw gegevens bezorgen aan de NMBS-medewerker van dienst. Wil u via internet reserveren? Dat kan, maar enkel 24u vooraf. U dacht dat internet supersnel was? En als klap op de vuurpijl kocht de NMBS in januari van dit jaar nieuwe treinstellen die niet voldoen aan de standaardhoogte van 76 cm.
Met een beetje geluk zal ik dus ooit met mijn rolstoel autonoom de trein kunnen nemen wanneer mijn dagen in het rusthuis te eentonig worden.
Ambitieuze inhaalbeweging
Maar hoe moeten we ons de voorbeeldrol waar mevrouw Dutordoir naar verwijst dan wel voorstellen? In Nederland kan u inmiddels in 143 NS-stations reisassistentie inschakelen en tot één uur vooraf uw trein reserveren. De resterende 104 stations krijgen in de komende 5 jaar reisassistentie. Bovendien kan u reserveren via een gebruiksvriendelijke app.
Ook in België kan er op korte termijn heel wat gerealiseerd worden, zoals reserveren via de NMBS-app. Alleen moeten we tegelijk werk maken van een haalbare, maar ambitieuze inhaalbeweging om de perrons en treinen versneld toegankelijk te maken. Enkel zo kan iedereen binnen redelijke termijn volledig zelfstandig en zonder reservering reizen.
Toegankelijkheid in ieders belang
Moeten we wachten tot deze toegankelijkheidscrisis in de buurt komt van de hoogdringendheid van de coronacrisis om toegankelijkheid eindelijk op de politieke agenda te krijgen? Een grote groep mensen krijgt nu al door ons ontoegankelijk openbaar vervoer niet de noodzakelijke kansen. Kansen om hun sociaal netwerk uit te bouwen, maar ook kansen op opleiding én werk. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft het aantal personen met een handicap op niet minder dan 15% van de bevolking geschat. En dan hebben we het nog niet over ouders met kinderwagens, ouderen die moeilijker te been zijn of jongvolwassenen die net hun been hebben gebroken bij een skiongeluk. Iedereen vaart wel bij een toegankelijk openbaar vervoer.
De coronacrisis heeft bewezen dat, als het maatschappelijk belang primeert, wat vandaag wordt afgedaan als sciencefiction heel snel realiteit kan worden. Ook de toegankelijkheidscrisis oplossen, zo werd duidelijk, is in het algemeen belang.
Ook u, beste politici en NMBS-directie, bent niet vrijgesteld van de kans ooit tot de groep van minder mobiele personen te behoren. Bovendien heeft u naar aanleiding van de coronacrisis bewezen daadkrachtig te kunnen optreden.
Waarom zouden we dan nog tientallen jaren wachten om ervoor te zorgen dat iedereen autonoom de trein kan nemen?
Reinhart Niesten is stafmedewerker bij VFG vzw, Vereniging voor Personen met een Handicap. Als fervent pendelaar en rolstoelgebruiker roept hij op om de ontoegankelijkheid van het openbaar vervoer aan te pakken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier