Uitgelegd: Wat u moet weten over de vernieuwde kinderbijslag

. © BELGA

Lees hier een overzicht van de concrete veranderingen aan het systeem van de vernieuwde kinderbijslag.

Concreet krijgt elk nieuw kind in Vlaanderen geboren vanaf 1 januari 2019 160 euro, dus ongeacht of de ouders nu werknemer, zelfstandige, werkloze of leefloner zijn. “Vlaanderen grijpt hiermee de historische kans om elk kind een gelijkwaardige en sterke start aan het leven te bezorgen”, klonk het bij een verheugde welzijnsminister Jo Vandeurzen (CD&V).

Hij maakt zich sterk dat het armoederisico voor zowat alle gezinnen kleiner wordt. Het deel van het totale budget dat zal worden ingezet voor sociale toeslagen stijgt van 3,4 procent naar 12 procent, verduidelijkte Vandeurzen intussen op twitter. “Dat is maal drie.” Geen enkel gezin zal er op achteruitgaan, verzekert de CD&V’er.

Alle kinderen die voor 2019 geboren zijn, kunnen blijven rekenen op het oude systeem. Inclusief dus de leeftijdstoeslagen. Zelfs als ze nadien nog nieuwe broers of zussen krijgen. Die laatsten zullen dan wel onder het nieuwe systeem vallen.

Ook sociale en zorgcorrecties maken deel uit van het akkoord onder de Vlaamse coalitiepartners. Opnieuw wordt hierbij niet meer gekeken naar het sociaal statuut van de ouders, maar naar het gezinsinkomen. Tot 29.000 euro bruto per jaar komt er vijftig euro bij per maand en per kind. Vanaf het derde kind wordt dat 80 euro.

Grote gezinnen die meer verdienen, maar minder dan 60.000 euro, krijgen vanaf het derde kind ook een toeslag van 60 euro per maand. Ook als die eerste kinderen onder het oude systeem vallen.

En dan is er nog de zorgtoeslag op de kinderbijslag. Voor kinderen met een bijzondere ondersteuningsnood door een handicap of een aandoening zal dat bedrag afhangen van de specifieke noden. Daarnaast komt er voor weeskinderen 160 euro bovenop het basisbedrag, voor halve wezen 80 euro. En een pleegkind krijgt 61 euro extra.

Vergelijkingen maken met het huidige systeem is erg moeilijk, zo zette Vandeurzen zich al schrap voor de tabellen die ongetwijfeld maandag in de kranten zullen opduiken. Het oude systeem was erg complex en ook het nieuwe bevat nog verschillende correcties, dus de CD&V’er waarschuwde ervoor niet zomaar te spreken in termen van winnaars en verliezers.

GROEIPAKKET

De nieuwe kinderbijslag staat trouwens niet op zichzelf. De Vlaamse regering koos ervoor om ze op te nemen in een ruimer “groeipakket”, samen met de geboortepremie, de schooltoelagen en een nieuwe participatiepremie voor kleuters. Die laatste bedraagt 300 euro en wordt in twee schijven uitbetaald. De kleuterparticipatie ligt in Vlaanderen al erg hoog, maar dit extraatje moet een bijkomende stimulans worden, zo klonk het.

Concreet krijgen ouders 150 euro wanneer ze hun kleuter op driejarige leeftijd inschrijven op school. Is het kind minstens honderd halve dagen aanwezig en volgt een hernieuwde inschrijving op vier jaar, dan komt daar nog eens 150 euro bij. “Dit is belangrijk omdat uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat kleuters die te weinig op de schoolbanken zitten meer kans hebben om achterstand op te lopen in hun schoolcarrière”, aldus Crevits.

Belangrijk voordeel van de integratie in één “groeipakket” is voorts dat de huidige schooltoelages – zeg maar de beurzen – op termijn automatisch en samen met de kinderbijslag zal worden toegekend. De huidige doelgroep blijft behouden, verduidelijkte onderwijsminister Hilde Crevits. Bovendien zullen ook HBO5-studenten, die anders dan bachelor- en masterstudenten in het hoger onderwijs geen beurs kunnen genieten, voortaan ook op een studietoelage kunnen rekenen als ze aan de voorwaarden voldoen.

Zeker in het secundair onderwijs zullen de gemiddelde schooltoelages – voortaan dus de ‘selectieve participatietoeslagen’ – omhoog gaan. Gemiddeld zullen die in het middelbaar 630 euro per jaar bedragen, tegenover gemiddeld 442 euro nu. Voor kinderen van 6 tot 12 jaar gaat het om een stijging van gemiddeld 130 euro per jaar naar 194 euro.

Nieuw is voorts de kinderopvangtoeslag voor ouders van peuters die een beroep doen op niet-inkomensgerelateerde kinderopvang. Het gaat om 3,17 euro per dag per kind. Dat moet niet alleen de opvangmogelijkheden voor ouders vergroten, maar ook het ondernemerschap in de sector een boost geven. Tot slot wordt ook de bestaande geboortepremie in het groeipakket opgenomen als een “startbedrag” van 1.100 euro.

PRAKTISCHE UITBETALING

En dan is er nog de praktische kant. N-VA, CD&V en Open Vld willen immers ook efficiëntiewinsten boeken en zoveel mogelijk inzetten op een automatische toekenning van rechten.

Concreet komt er een nieuw extern verzelfstandigd agentschap dat de uitbetaling van het groeipakket moet verzekeren. Daarnaast zullen maximaal vier private uitbetalingsactoren – denk aan de huidige kinderbijslagfondsen – aan de slag kunnen. Kind en Gezin wordt dan weer de regisseur en de regulator van het beleid en de transitie.

Dat de hele operatie pas in 2019 in de praktijk wordt uitgerold, heeft vooral te maken met die praktische werf, verzekerde minister-president Geert Bourgeois (N-VA). En natuurlijk met het wetgevende werk dat nog moet gebeuren, inclusief het afsluiten van een reeks samenwerkingsakkoorden met de federale regering.

VOOR ELK WAT WILS

Het resultaat lijkt alvast voor elk van de coalitiepartners wat wils te bevatten. Zo had vooral N-VA de jongste weken en maanden aangedrongen op een hoog basisbedrag, terwijl CD&V genoeg sociale en zorgcorrecties wilde om de kinderarmoede te kunnen bestrijden. Open Vld tot slot had sterk ingezet op een koppeling van het kindergeld met de aanwezigheid in de kleuterschool.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content