Dries Depoorter verkent de grenzen van privacy met ‘The Follower’: ‘Iedereen kan deze software schrijven’

‘Een Europees bedrijf wilde mijn software kopen zodat zij het gsm-gebruik van hun werknemers zouden kunnen monitoren. Dat zou ik nooit doen.’ © National
Elisa Hulstaert
Elisa Hulstaert Redacteur

Hij ontmaskert wie bij rood licht oversteekt, welke politici vaak op hun gsm scrollen en hoe ‘perfecte’ Instagramfoto’s tot stand komen. Maar noem mediakunstenaar Dries Depoorter (31) geen activist.

Tomorrow feels like an amazing day to go viral’, tweet Dries Depoorter op zondag 11 september. Wanneer we elkaar vijf dagen later ontmoeten, blijkt het geen grootspraak te zijn geweest. Zijn werk wordt tot ver buiten de landsgrenzen opgepikt en geprezen, maar vooral op het internet gaat het hard. ‘Gisteren postte iemand een video over mijn nieuwe project op TikTok en vanmorgen had die al 3,3 miljoen views.’

The Follower heet dat nieuwe project. Depoorter toont daarin hoe schijnbaar spontane Instagram-foto’s werkelijk tot stand zijn gekomen. Dat aan die kiekjes soms erg lange poseersessies voorafgingen, kan Depoorter aantonen met camerabeelden die daarvan zijn gemaakt. Hij duikt daarvoor in de beelden van de ontelbare camera’s in de openbare ruimte. Daarop liet hij artificiële intelligentie los. ‘Heel wat mensen sturen me nu hun foto’s door met de vraag of ik hen de beelden van the making of kan bezorgen,’ zegt Depoorter, ‘maar ik heb voor alle duidelijkheid geen toegang tot álle camera’s. Ik werk met open data. Zowel de livestreams als de foto’s op Instagram zijn door iedereen met een internetverbinding te bekijken.’

We spreken elkaar in Maaket, een cocreatieruimte in het noorden van Gent ‘met naast een gedeelde printer en koffiemachine, een resem aan gedeelde machines’, aldus de website. ‘Mijn studio is boven, net als die van mijn zussen.’ Griet ontwerpt onder de naam Wolvis poëtisch breigoed, Bieke is als fotografe verbonden aan het agentschap Magnum. Nochtans komen ze niet uit een artistiek nest. ‘Onze ouders waren ondernemers. Mijn vader heeft een bedrijf dat elektriciteit legt in nieuwbouwwoningen. Met het oog op de opvolging, heb ik in het secundair elektriciteit gestudeerd.’

Doe-het-zelfzaak

Depoorters studio doet denken aan een doe-het-zelfzaak. ‘Ga je dat zo beschrijven in het artikel?’ Hij lacht, een beetje ongerust. Tegen een muur staat een lange werktafel vol technisch materiaal, daarboven hangt een waaier aan gereedschap. Doorschijnende dozen vol netjes opgerolde kabels, houten blokjes en inpakmateriaal reiken net niet tot aan het plafond. Aan het raam staan twee bureaus met computers tegenover elkaar. ‘Ik doe zo veel mogelijk zelf’, legt Depoorter uit. ‘De hardware voor mijn projecten maak ik aan de werktafel, de software schrijf ik aan mijn bureau.’

Kindersuprise

Op sociale media stromen de reacties op The Follower binnen, gaande van ‘geniaal’ en ‘grappig’ tot ‘dystopisch’ en ‘gevaarlijk’. ‘Wat hier vooral sneu aan is,’ schrijft privacyjurist Matthias Dobbelaere-Welvaert op Twitter, ‘zijn het aantal commentaren die dit een ongelofelijke inbreuk op onze privacy vinden. Niet dat ze ongelijk hebben, maar dit is letterlijk de kindersuprise van software die al jaren circuleert en verkocht wordt aan (lokale) overheden.’ Hij doelt daarmee op de slimme camera’s die in steden als Kortrijk en Mechelen gebruikt worden en die op basis van filters als ‘blauwe trui’, ‘rode rugzak’ en ‘zwarte schoenen’ mensen kunnen traceren in het straatbeeld. ‘Een terechte opmerking’, vindt Depoorter. ‘Iemand vroeg zich af waar overheden dan wel toe in staat zijn als je ziet wat ik op mijn ééntje doe met enkel open data. Overheden hebben toegang tot veel meer camerabeelden en beschikken over betere technologie.’

Toch mengt Depoorter zich niet in de online discussies. ‘Het is niet mijn bedoeling om een boodschap de wereld in te sturen. Ik hou het liever open, al kun je over het algemeen stellen dat ik via mijn werk de gevaren van nieuwe technologie laat zien. Ik beschouw mezelf eerder als iemand die vragen oproept dan als iemand die vragen beantwoordt. Ik ben in de eerste plaats een maker, maar dat neemt niet weg dat ik het debat met plezier volg.’

Privacy

Surveillance en privacy komen geregeld aan bod in het werk van Depoorter. Ook voor Jaywalking Frames, een collectie unieke beelden van mensen die door het rode licht lopen, gebruikte Depoorter onbeveiligde camera’s. ‘De software die ik voor dat project schreef, registreert een rood verkeerslicht en detecteert dan personen die in een bepaalde zone oversteken. De beelden daarvan lijst ik in en verkoop ik op mijn webshop voor de prijs van de boete in dat land. Zo gaat dat geld niet naar de politie, maar naar mij.’ (lacht)

Tijdens zijn studie mediakunst aan het KASK in Gent probeerde Depoorter al te bepalen wat de prijs voor zijn privacy was. ‘Voor het project 24h Soundwave nam ik een etmaal lang met een professionele geluidsrecorder een audiofile van mijn leven op. Daarop waren gesprekken met docenten, familie en vrienden te horen. De delen die ik persoonlijk vond, knipte ik eruit en bood ik te koop aan. De prijs varieerde tussen de 5 en 550 euro en elk fragment werd maar een keer verkocht. Ik moest toen goed nadenken over de waarde van een persoonlijk verhaal. Maar, geeft hij toe, ‘los daarvan ben ik niet veel met mijn privacy bezig.’

Wie wel wakker leek te liggen van privacy, waren onze Vlaamse politici na de lancering van The Flemish Scrollers in de zomer van 2021. Met behulp van artificiële intelligentie en gezichtsherkenning detecteert software op de livestreams van het Vlaams Parlement welke politici afgeleid zijn door hun telefoon. ‘Ik verwachtte wel dat de politici zouden reageren,’ zegt Depoorter, ‘maar ik schrok ervan dat ze zich meteen begonnen te verdedigen. Sommigen beargumenteerden dat ze hun telefoon gebruikten om te werken, anderen vroegen zelfs om de video’s offline te halen.’ Intussen maakt de software voor Flemish Scrollers een onderscheid tussen typen en scrollen op een telefoon. ‘Heel wat projecten vragen zo constant onderhoud’, zegt hij. ‘Mijn werk staat nooit stil en wordt alleen maar beter. ’

Gevaren

Regelmatig krijgt Depoorter de vraag om de software die hij schrijft voor iedereen toegankelijk te maken of te verkopen. ‘Na de lancering van The Flemish Scrollers ging 90 procent van de mails die ik ontving daarover. Mensen uit het buitenland wilden de software ook toepassen op hun overheid.’ Maar soms gaat het verder dan dat. ‘Van een bedrijf uit Europa kreeg ik een e-mail met de vraag of ik de software aan hen wilde verkopen zodat ze daarmee het gsm-gebruik van hun werknemers zouden kunnen monitoren. Dat zou ik nooit doen. Die persoon had het project fout begrepen.’

Depoorter benadrukt de mogelijkheden van bestaande technologie. ‘De tools die ik gebruik, zoals artificiële intelligentie die gezichten of telefoons herkent, heb ik niet zelf uitgevonden. Voor The Flemish Scrollers bracht ik die twee dingen op een creatieve manier samen, meer is het niet. Iedereen die wat kan programmeren, kan die software schrijven.’

Meer op driesdepoorter.be

Dries Depoorter

– 1991: geboren in Kortrijk

– Studeerde mediakunst aan het KASK in Gent

– 2018-2022: lanceert onder meer Jaywalking Frames, The Flemish Scrollers en The Follower

– Stelde werk tentoon in onder andere Barbican, Bozar, FOMU, Ars Electronica en Athens Digital Arts Festival

– Was te gast op onder meer TEDxBrussels, Mutek Montréal, Internet Week Denmark, Digital Media Days Stockholm en Us by Night

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content