Als China zijn spectaculaire economische opmars voortzet, snelt het land Europa en de VS voorbij als wereldmacht. Dreigt de zeepbel straks uiteen te spatten of moet het Westen echt bang worden?

Acht procent groei per jaar? Negen procent misschien, tien of zelfs elf? De cijfers over de economische bloei van China verschillen van bron tot bron, maar spectaculair zijn ze in ieder geval. Niemand slaagde ooit in wat president Hu Jintao en zijn voorganger Jiang Zemin met zo’n groot land als China hebben klaargespeeld. Zelfs in volle internet- en IT-euforie kenden Europa en de Verenigde Staten niet zo’n expansie. Sceptici vermoeden dat China straks getroffen wordt door een oosterse variant van de dotcom-bubble, maar er zijn voldoende elementen die erop wijzen dat de groei nog een hele tijd kan aanhouden. Meer nog, de nieuwe supermacht lijkt niet meer te stuiten.

Terwijl Europa en de VS vechten tegen de werkloosheid, rekent China de komende 20 jaar op 500 miljoen nieuwe banen. De tien miljoen leraren in het land moeten volstaan om ervoor te zorgen dat het onderwijs voldoende hooggeschoolde werkkrachten aflevert. Aan werkkrachten overigens geen gebrek, want China telt liefst 1,3 miljard inwoners. Op het platteland wonen naar schatting 170 miljoen mensen zonder werk, wat maakt dat er volk genoeg is om de vacatures in te vullen. Verwacht wordt dat de komende 25 jaar meer dan 300 miljoen plattelandsbewoners naar de steden zullen trekken. Staatsondernemingen worden gedwongen tot hervormingen – hogere productiviteit met minder werknemers – maar daar staat tegenover dat privé-bedrijven aan de lopende band aanwerven. De privé-sector is goed voor 90 procent van de nieuwe jobs. Meer dan een miljard inwoners garanderen voorts een enorme afzetmarkt voor nieuwe producten en diensten.

Een illustratie van wat dat zoal betekent: een miljoen Chinese bedrijven halen een jaaromzet van 100 miljoen dollar of meer, zonder dat ze één cent verdienen aan export. Minstens even belangrijk is het feit dat China vandaag meer buitenlandse investeringen aantrekt dan om het even welk ander land in de wereld. Niet alleen de lage loonkosten zorgen voor die buitenlandse interesse, ook de enorme inspanningen die China zich getroost om zijn infrastructuur te moderniseren en uit te breiden.

Bron van wantrouwen

Als westerse bedrijven voor de keuze staan om te investeren in Polen, India of China, komen ze na een analyse bijna allemaal tot dezelfde conclusie: let’s go to China! ‘Wij doen er zaken sinds 1980’, vertelt Larry Weinbach, CEO van het Amerikaanse Unisys, dat technologiesystemen en -diensten levert in meer dan honderd landen. Weinbach is natuurlijk niet blind voor de lage loonkosten die hij in het Verre Oosten moet betalen. ‘Die kosten bedragen er 25 procent van wat men in de VS betaalt, en in de VS liggen ze dan nog eens 25 procent lager dan in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.’ In zo’n klimaat is het prettig ondernemen, vindt ook Nokia, dat 4500 mensen tewerkstelt in China. ‘China beschikt over ongekende mogelijkheden’, aldus Markku Mäkinen, raadgever van de gsm-gigant en net terug van een verblijf van drie jaar in het Verre Oosten. ‘Dat gezegd zijnde, worden we er als westers bedrijf ook geconfronteerd met grote uitdagingen. Het is een complexe en ontransparante markt met een moordende concurrentie.’ Larry Weinbach noemt het gebrek aan transparantie ‘een bron van wantrouwen’. Het komt erop aan de ogen open te houden. ‘Wanneer je een joint venture met een plaatselijke partner aangaat, moet je vooraf precies vastleggen hoe de winstverdeling gebeurt, want Chinezen hanteren een andere definitie van het begrip winst. Vaak zijn ze bijvoorbeeld niet bereid intellectuele rechten te betalen, waardoor ze tot een andere kosten-batenberekening komen.’

Cultuurverschillen en communicatieproblemen maken een samenwerking alleen maar moeilijker, maar daar wordt aan gewerkt. ‘We leren de taal en de businessprincipes van het Westen’, aldus Weng-Guang Shao, directeur van de Chinese mediagroep Phoenix CNE, die zich steeds meer internationaal oriënteert. ‘Chinese bedrijven die in het buitenland actief zijn, proberen in eerste instantie marktaandeel te verwerven via een scherpere prijs, maar doen nu ook aan branding en marketing, zoals hun westerse concurrenten.’ Het lijkt dan ook aannemelijk dat China zijn exportvolume de komende jaren gevoelig zal kunnen verhogen. Nu al produceert de nieuwe supermacht de helft van alle dvd-spelers en digitale camera’s, die wereldwijd in de winkels liggen.

De export stijgt, de import doet dat ook. ‘Het succes van China deint uit naar andere landen’, meent Jonathan Story, hoogleraar aan de INSEAD-hogeschool, een van de toonaangevende niet-Amerikaanse business schools, met campussen in Frankrijk en Singapore. ‘Door zijn toenemende import is China vandaag de drijvende kracht voor de groei van de Japanse economie. Het grote handelsoverschot van China met de VS houdt bovendien de dollar overeind en helpt zo om de intrestvoet in de VS laag te houden.’ Ook opmerkelijk: Europa exporteert meer naar China dan naar de VS en Japan. Het hoge exportvolume en de enorme buitenlandse investeringen onderscheiden China van India, die andere opkomende supermacht met meer dan een miljard inwoners. Ook India kent een economische groei waar Europa en de VS alleen van kunnen dromen, maar hij verschraalt in de schaduw van China.

Sterke troeven

Samen met oud-premier van Australië Bob Hawke en Duits toekomstwetenschapper Karlheinz Steinmüller, zijn Jonathan Story (INSEAD), Markku Mäkinen (Nokia) en Weng-Guang Shao (Phoenix CNE) te gast op het door Unisys georganiseerde seminarie The China Syndrome in het Zuid-Franse Saint-Paul de Vence. Waar het unisono klinkt: de toekomst ligt in China. Het land heeft namelijk sterke troeven en speelt die ook uit. Jonathan Story: ‘De regeringsleiders klampen zich niet vast aan de oude communistische structuren, maar gooien het verleden ook niet uit het raam. Ze hervormen stap voor stap. Als blijkt dat een bepaalde hervorming werkt, geldt die als maatstaf. In Rusland is na de val van het communisme het hele bestel omvergeworpen, China pakt de zaken verstandiger aan. Er is bijvoorbeeld een regel die stelt dat staatsbedrijven tijdens hun herstructurering slechts een beperkt aantal werknemers per jaar kunnen ontslaan. De transitie wordt dus gefaseerd.’ Niet dat alles op wieltjes loopt: de hervorming van de vele staatsbedrijven verloopt traag (hoewel toch al de helft van de 170.000 grootste staatsbedrijven de voorbije 20 jaar is geprivatiseerd), terwijl de banksector opgescheept zit met massa’s leningen die niet worden afbetaald. Betrouwbare cijfers ontbreken, maar algemeen wordt aangenomen dat het gaat om 20 tot 25 procent non-performing loans.

Die problemen kunnen de vooruitgang echter niet tegenhouden, stelt Bob Hawke, die tijdens zijn premierschap (1983-1991) nauwe contacten onderhield met zijn collega’s in China en er tegenwoordig vaak wordt uitgenodigd als spreker. ‘Sommige critici verliezen hun gezond verstand als ze een analyse over de Chinese economie maken. Ze blijken ineens blind voor een aantal overduidelijke indicatoren van blijvende groei. Ten eerste ziet China zijn binnenlandse en vooral zijn buitenlandse afzetmarkt voortdurend groter worden. Ten tweede stijgen de buitenlandse investeringen en worden die investeringen met open armen ontvangen. Ten derde heeft het land naast zijn goedkope werkkrachten ook steeds meer hooggeschoolde en gespecialiseerde werkkrachten, die vroeger ontbraken. Ten vierde toont het politieke regime zich meer dan ooit vastberaden om economische hervormingen door te voeren. Ten tijde van Deng Xiaoping was er nog een sterke oppositie van communisten die het oude regime wilden herstellen, vandaag is die weerstand helemaal verdwenen.

Vormt China een economische bedreiging voor het Westen? Ja, in de zin dat sommige industrieën zware klappen zullen krijgen. De economische geschiedenis leert ons echter: economische groei in een bepaalde regio heeft op langere termijn een positief effect op de groei in andere regio’s.’

We moeten ook niet vrezen dat China zich zal opstellen als een agressieve supermacht, meent Hawke. ‘Het land zal beslissingen nemen uit eigenbelang, maar toont zich over het algemeen bescheiden, zeker gezien het feit dat Europa de Chinezen in het verleden een bloody rough time heeft bezorgd.’ Wie goed oplet, merkt overigens dat het land er alles aan doet om zijn internationale betrekkingen te verbeteren. Story: ‘China wil vermijden dat het de andere economische grootmachten schrik aanjaagt. Vandaar de nauwe betrekkingen met de VS, die een grote militaire rol spelen in Zuid-Korea en druk uitoefenen op Noord-Korea, maar die ook een belangrijke handelspartner zijn.’ Bovendien is het land met 22.000 kilometer landgrenslijnen en 18.000 kilometer kustlijn actief in regionale handelsorganisaties in Azië. En niet te vergeten: het richt zich ook tot Europa, Afrika en Zuid-Amerika.

Van cruciaal belang was de toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie in 2001, niet toevallig vlak na de aanslagen van 11 september in New York en Washington. Hawke: ‘Niet toevallig, omdat China na de aanslagen zijn medeleven betuigde aan de VS en voor het eerst zijn akkoord gaf voor de stationering van Amerikaanse troepen in het verre Azië, met als resultaat dat de VS zich positief uitlieten over de toetreding. Die integratie heeft de aanvaarding van China in de internationale gemeenschap in een stroomversnelling gebracht.’

Over één kwestie blijven Peking en Washington het grondig oneens: Taiwan. Het land wil zich ontdoen van zijn Chinese machtshebbers en kan op bijval van de VS rekenen, maar dat maakt voorlopig weinig indruk. Hawke: ‘Ik geloof dat als de VS de dingen op hun beloop laten, de economische vooruitgang de politieke problemen zal doen verdwijnen. De economie van Taiwan geraakt meer en meer verweven met die van China, zo’n 50.000 Taiwanese bedrijven zijn verhuisd naar China. Het ziet er bijgevolg niet naar uit dat de economische leiders in Taiwan begrip zullen hebben voor de avonturierszin van hun politieke leiders. We kunnen niet met zekerheid stellen dat de Taiwanese regering geen domme dingen zal ondernemen, maar de kans lijkt me eerder klein. Als ze toch domme dingen doet, blijft de vraag hoe de VS zullen reageren. Ik herinner me een gesprek met iemand uit de huidige regering-Bush, die ik niet bij naam zal noemen, maar van wie ik wel kan zeggen dat hij een heel hoge positie bekleedt. Ik legde hem uit: de VS moeten China zeggen dat ze de kant van Taiwan kiezen als China unilateraal beslist om actie te ondernemen, maar jullie moeten tegelijk aan Taiwan duidelijk maken dat jullie geen steun bieden als zij uit eigen beweging en zonder overleg de onafhankelijkheid uitroepen. Hij reageerde daarop: Bob, dat klinkt allemaal heel aannemelijk, maar toch denk ik dat de regering-Bush in beide scenario’s de kant van Taiwan zal kiezen. Wel, ik viel bijna achterover toen ik dat hoorde. It scared the shit out of me. Na het debacle in Irak denk ik echter niet dat de VS geneigd zijn om scheidsrechter te gaan spelen in een conflict tussen Taiwan en China.’

Slim krimpen

Zolang de politieke rust in de regio bewaard blijft, groeit de vrees in het Westen dat China straks als een pletwals over Europa en daarna de VS dendert. ‘Het Westen hoeft niet bang te zijn’, sust Weng-Guang Shao. ‘China heeft het Westen immers nodig om zijn groei te kunnen bestendigen.’ Klinkt als een geruststelling, maar het neemt niet weg dat Europa sinds 1995 terrein verliest tegenover het Verre Oosten.

‘Europa zal geen economische groei meer kennen als er geen dynamiek in de demografie komt’, stelt Karlheinz Steinmüller van Z-punkt The Foresight Company, een denktank waarin vorsers van over de hele wereld zich wetenschappelijk bezinnen over de toekomst. ‘Als de bevolking straks inkrimpt en de actieve bevolking daalt, stopt de welvaart. In vele Europese landen worden 1,3 kinderen per gezin geboren, terwijl er 2,1 kinderen per gezin nodig zijn om het bevolkingsaantal op peil te houden. De vergrijzing is niet alleen een probleem van de stijgende levensverwachting, maar evengoed van een lagere fertiliteit. Tot 50 jaar geleden telde Europa meer inwoners dan China, sindsdien is de balans helemaal omgeslagen.’

Het is niet moeilijk om de toekomst van Europa pessimistisch in te zien, aldus Steinmüller, al heeft hij nog een sprankje hoop. ‘Een mogelijke oplossing is smart shrinking, slim krimpen, door deskundig in te spelen op de maatschappelijke veranderingen. Dat kan door het stelsel van pensioenen en werkgelegenheid te herzien. Het kan ook door nieuwe sociale modellen en zelfs reproductieve systemen te bedenken. Of door het continent te verjongen via immigratie.’ Politiek uiterst gevoelige kwesties, weet ook de Duitse wetenschapper, die pas enige verandering op gang ziet komen, wanneer Europa zijn sociale agenda aanpast. ‘Hoe zwaar de impact van de Chinese economie op Europa wordt, hangt in de eerste plaats af van Europa zelf. Maar goed, hoeveel zin heeft het om te pleiten voor immigratie zolang met name Zuid-Europa niet van zijn xenofobie verlost raakt?’ Dus toch pessimisme.

Dat ook China straks met soortgelijke problemen te maken krijgt, mag geen troost zijn. Steinmüller: ‘Doordat een Chinees gezin gemiddeld 1,7 kind voortbrengt, zal het land in 2030 dezelfde bevolkingssamenstelling hebben als Duitsland. Met dat verschil dat Duitsers een hogere levensstandaard en betere sociale voorzieningen gewoon zijn dan Chinezen. In Duitsland waren de burgers rijk toen de vergrijzing begon, in China zal dat niet het geval zijn.’

Jonathan Story treedt hem bij: ‘China heeft het voordeel van een bevolking die bescheiden verwachtingen koestert voor de toekomst. Meer dan vooruitgang, willen de burgers stabiliteit. Je kunt dat onder andere afleiden uit hun hoge spaarvolume en hun relatief laag consumptieniveau. Ondanks de sterke economische groei, zijn de mensen bezorgd om hun pensioen en hun baan.’ Die bezorgdheid wordt gevoed door de wetenschap dat de vooruitgang niet alleen winnaars voortbrengt, maar ook verliezers. Op het platteland profiteren de mensen immers niet mee van de welvaart. Die ongelijkheid tussen de stedelijke bevolking en de plattelandsbewoners zal volgens auteur Gordon Chang zelfs leiden tot een burgerrevolutie. ‘Ik geloof niet in dat scenario, omdat de armoede op het platteland afneemt’, aldus Jonathan Story. ‘Chang wijst ook op het ongenoegen van de bevolking, maar ik zie geen enkele sterke oppositiebeweging. Er is geen lijm die de ontevredenen samenhoudt. Overigens, weet je dat China slechts 1,5 miljoen politieagenten heeft? Bijzonder weinig, hoor. Als je dat cijfer in percentages omzet, lijkt het Verenigd Koninkrijk plots een heuse politiestaat.’

En dan is er nog de kwestie van de mensenrechten: China voert regelmatig de doodstraf uit en toont zich weinig respectvol tegenover de inwoners van Tibet, dit tot groot ongenoegen van de Europese Unie en de Verenigde Staten. Moet het Westen druk uitoefenen op de Chinese regering om de internationale regels in verband met de mensenrechten te respecteren? Hawke: ‘Ik vind het ironisch dat uitgerekend de VS zich uitspreken over mensenrechten, terwijl ze zelf gevangenen in Irak mishandelen. Kijk, China ontkent niet dat er verkeerde dingen gebeuren en probeert daar iets aan te doen. Alleen eisen de westerse democratieën en vooral de VS dat het land een snellere hervorming doorvoert dan ze zelf ooit hebben kunnen realiseren. Hoe lang heeft het geduurd vooraleer zwarten in de VS gelijke rechten kregen?’

Story: ‘Ik verwacht dat de Chinese president tegen 2006 nieuwe politieke hervormingen zal aankondigen. Waarom 2006? Twee jaar later vinden de Olympische Spelen plaats in Peking, een evenement dat wereldwijde aandacht lokt. Alle ogen zullen op China gericht zijn, alle grote internationale media zullen het land bezoeken om te ontdekken hoe het leven er is. De regering heeft er dus alle belang bij om kwesties als Tibet en Taiwan tegen dan op te lossen.’

Door Bart Vandormael

Vandaag is de communistische weerstand helemaal verdwenen.

Dendert China straks als een pletwals over Europa, en daarna over de Verenigde Staten?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content