Ze rijden onaangepast en vergeten hun kinderen weleens vast te klikken. Maar daar staat tegenover dat ze minder agressief zijn, hun auto niet als wapen gebruiken en sneller tot inkeer komen. ‘Daarom zouden we beter een nieuwe slogan lanceren’, zegt politierechter Peter D’Hondt. ‘Wees een vrouw in het verkeer.’

naam: Peter D’Hondt (54) functie: politierechter burgerlijke staat: Gehuwd, vader van twee zonen

‘Op de rechtbank verschijnen mag geen walk in the park zijn. Het moet beklijven’, zegt Peter D’Hondt. ‘En het gaat ook niet op om iedereen hetzelfde tarief aan te rekenen, zoals in sommige rechtbanken gebeurt. Vaak is dat voor iedereen dan nog de minimumstraf. Zelf ben ik zacht als het kan, maar hard als het moet. Voor een andere rechtbank kreeg een man die onder invloed van drugs iemand overhoop had gereden en daarna vluchtmisdrijf pleegde onlangs maar een jaar met uitstel. Velen beschouwen verkeersrecht dus nog altijd als een vorm van strafrecht light. Tot iemand die ze kennen slachtoffer wordt natuurlijk. Dan kan er niet streng genoeg gestraft worden.’

Met dat soort scherpe uitspraken doet de politierechter van Dendermonde zijn reputatie alle eer aan. Keer op keer haalt hij de media met de klievende uitbranders die hij hardrijders of dronken chauffeurs geeft of met de opvallende straffen die hij hen oplegt. Zoals een jaar geleden nog, toen hij een snelheidsduivel de opdracht gaf om Tonio te lezen, het vuistdikke rouwboek dat A.F. Th. van der Heijden schreef over zijn zoon die in een verkeersongeval omkwam. Het gros van de straffen die D’Hondt uitspreekt, is misschien wel minder mediageniek, maar wel ongemeen streng. Hij staat dan ook over heel Vlaanderen bekend als een harde en zelfs ongenadige rechter. ‘Voor een deel is dat natuurlijk imago’, zegt hij zelf. ‘Maar mensen moeten ook weten dat er serieuze straffen tegenover verkeersovertredingen staan. Ik kan dat niet genoeg benadrukken.’

Dat is ook de reden waarom D’Hondt heeft meegewerkt aan de tweede reeks van het realityprogramma De Rechtbank, dat nu op Vier wordt uitgezonden. ‘De media hebben nu eenmaal een belangrijke rol te spelen in de strijd tegen verkeersonveiligheid’, zegt hij. ‘Twintig jaar geleden haalden alleen zware kettingbotsingen het nieuws en kwam de individuele misère niet aan bod. De mediatisering van verkeersongevallen heeft voor een ommekeer gezorgd: nu weet men dat verkeersovertredingen grote gevolgen kunnen hebben. Een reeks als De rechtbank is nuttig om dat nog eens extra in de verf te zetten.’

Ziet u in de politierechtbank van Dendermonde eigenlijk evenveel vrouwen als mannen voor u verschijnen?

Peter D’Hondt:Min of meer. Op dat vlak is de inhaalbeweging zo goed als afgerond. Dat komt natuurlijk in de eerste plaats doordat er vandaag veel meer vrouwen achter het stuur zitten dan vroeger. Wel zijn sommige inbreuken, zoals racen of echte agressie, nog altijd een exclusieve mannenaangelegenheid. Wellicht heeft dat met een te grote dosis testosteron te maken. Vrouwen vertonen veeleer onaangepast rijgedrag.

Hoe bedoelt u?

D’Hondt:Sommigen rijden meer op routine dan dat ze rekening houden met de signalisatie. Dan komen ze bijvoorbeeld van de snelweg af, maar blijven ze met dezelfde snelheid rijden omdat ze niet doorhebben dat ze al in de bebouwde kom zijn. Zulke dingen. Wat me ook opvalt, is dat vrouwen vaak te snel rijden in een zone 30 in de omgeving van een school – het is nu eenmaal nog vaak de moeder die de kinderen wegbrengt en ophaalt. Dan zie je dat ze traag richting school rijden, maar in het terugkeren meer gas geven. Eens hun eigen kinderen veilig zijn, doet het er blijkbaar minder toe.

Nochtans zouden vrouwen, en dan vooral jonge moeders, meer empathie hebben dan de gemiddelde man.

D’Hondt: Dan is het toch vreemd dat nogal wat moeders nalaten om hun kinderen behoorlijk vast te klikken. Je ziet nog altijd kinderen op de achterbank van de auto heen en weer lopen. In de rechtbank vraag ik zo’n vrouw dan: ‘Mevrouw, waarom ziet u uw kinderen niet graag?’ Dat is schrikken natuurlijk.

Kunnen we alles bij elkaar toch stellen dat vrouwen voorzichtiger chauffeurs zijn dan mannen?

D’Hondt:Dat wel. Als mannen zouden rijden zoals vrouwen, dan waren er minder ongevallen. Echt waar. Herinnert u zich de slogan ‘Wees een heer in het verkeer’? Wel, vandaag zou dat moeten zijn: ‘Wees een vrouw in het verkeer.’

Mannen klagen weleens dat vrouwen achter het stuur té voorzichtig zijn.

D’Hondt:Dat is weer zo’n typische machoredenering. Net zoals iedereen die op de snelweg 150 kilometer per uur rijdt vindt dat mensen die maar 120 rijden het grootste gevaar vormen. Belachelijk. Volgens de Amerikanen – als ik iets grofs wil zeggen, verwijs ik graag naar de Amerikanen – zijn negen op de tien ongevallen te wijten aan a low IQ and a high HP. Weinig verstand en veel paardenkracht dus. (lacht)

Of aan te veel alcohol in het bloed.

D’Hondt:Dat ook. En weer zijn het vooral mannen die dronken of onder invloed van drugs in de auto stappen. Drugs zijn in het verkeer trouwens aan een opmars bezig. Niet zozeer marihuana, maar wel amfetamines en cocaïne. Wellicht staat het chiquer om met je bankkaart cocaïne te versnijden dan om een joint te rollen. Hoe dan ook laten mannen de teugels sneller vieren als ze iets gebruikt hebben. Het is echt een levensgevaarlijke cocktail als een jongeman van ergens in de twintig die wat alcohol of drugs tot zich heeft genomen achter het stuur kruipt. Zeker als er naast hem op de dodenplaats een meisje zit dat zijn vriendin nog niet is en op wie hij indruk wil maken.

Bent u een voorstander van een totaalverbod op alcohol in het verkeer?

D’Hondt: Nee. Laat ik het als ongelovige eens opnemen voor de clerus: dan zou geen enkele pastoor de mis nog kunnen doen. (lacht) Kijk, het is natuurlijk ook niet de bedoeling om alles te verbieden. Zo zouden we bestuurders ook kunnen opleggen om nergens nog harder te rijden dan 15 kilometer per uur. Maar dat gaat toch veel te ver? Ik ben trouwens ook gekant tegen verplichte snelheidsbegrenzers, alcoholsloten en flitspalen.

Wat is er mis met flitspalen?

D’Hondt: Op kruispunten geldt sinds jaar en dag een doodsimpele verkeersregel: voorrang van rechts. Maar kennelijk was dat voor de Vlamingen niet duidelijk genoeg. Dus werden er op gevaarlijke kruispunten sint-andrieskruisen gezet om hen nog eens op die voorrangsregel te wijzen. Omdat ook dat niet volstond, was het Vlaams Gewest zo vriendelijk om die kruispunten op kosten van de gemeenschap met stoplichten uit te rusten zodat iedereen veilig kon oversteken onder bescherming van een groen licht. Maar ook die stoplichten werden genegeerd. Dus liet voormalig Vlaams minister Steve Stevaert (SP.A) camera’s installeren om de stoplichten te bewaken. Maar toen werd een club in het leven geroepen die onder luid gejuich flitspalen in de fik stak. Gevolg: er moest een tweede flitspaal komen om die eerste te bewaken. Waanzinnig allemaal. En ondertussen klagen de burgers dat ze in dit land te veel belastingen moeten betalen.

En dat er te veel regels zijn.

D’Hondt:Degenen die zich daarover het meest beklagen, zijn vaak net de mensen die ervoor zorgen dat er elke dag nieuwe regels bij komen. Alleen maar omdat ze de oorspronkelijke verkeersregel weigeren na te leven. Zelfs zaken die eigenlijk een kwestie van hoffelijkheid zijn, moeten in wetten worden gegoten. Ritsen, bijvoorbeeld. Sommige Vlamingen zijn blijkbaar zodanig lomp dat je zelfs dat moet vastleggen. En dan maar zeuren over regelneverij. (zucht) De doctrine van de soevereine burger is nefast gebleken voor de rechtzoekenden in dit land. Iedereen heeft alleen nog maar rechten, en geen plichten meer.

Hoe zit het ondertussen met de pakkans voor verkeersovertreders?

D’Hondt: Dat is veel verbeterd. Met een bijna halvering van het aantal verkeersdoden tot gevolg. Opvallend trouwens hoe weinig je nog hoort van degenen die tien jaar geleden tegen de invoering van de zogenaamde superboetes waren.

Toch duiken er in de media geregeld welgestelde chauffeurs op die beweren dat ze die boetes met de glimlach betalen.

D’Hondt:Het mag natuurlijk geen afkoopsysteem voor slecht rijgedrag worden, want dan zouden rijken te snel mogen rijden en armen niet. Wat ik ook soms meemaak, is dat hardrijders beweren dat niet zij maar hun 87-jarige grootmoeder achter het stuur van hun Porsche Cayenne zat toen die in de bebouwde kom met een snelheid van 130 kilometer per uur werd geflitst. In veel rechtbanken komen ze daar nog mee weg ook. Maar ik heb daar wél vaak mijn twijfels bij. Dus laat ik zo’n grootmoeder dan verschijnen om haar een paar vragen over die Porsche te stellen. Hoe de versnellingsbak werkt, bijvoorbeeld. Na drie vragen valt ze gegarandeerd door de mand. (grijnst)

Uit dat soort zaken blijkt duidelijk dat men nog altijd niet al te zwaar aan verkeersinbreuken tilt. Als het om een diefstal gaat, zou niemand toch beweren dat zijn grootmoeder het heeft gedaan? Daarom heb ik het ook consequent over ‘verkeerscriminaliteit’. Iedereen moet beseffen dat ook een inbreuk in het verkeer, van parkeren aan een onderbroken gele streep tot onopzettelijke doding, wel degelijk een vorm van criminaliteit is.

U kunt toch niet ontkennen dat de publieke opinie op dat vlak al behoorlijk is geëvolueerd?

D’Hondt:Dat klopt. Zo’n twintig jaar geleden gaf een zeer bekende charmezanger in een interview met Humo toe dat hij tussen Duinkerke en Jabbeke wel eens 240 kilometer per uur reed. Samen met de journalist lachte hij daar nog smakelijk om ook. Dat zou zo’n zanger vandaag echt niet meer doen.

Of hij zou het toch niet meer in een interview zeggen.

D’Hondt: Voilà.Dat is mijn punt.

Als zware boetes een deel van de bevolking niet kunnen deren, welke straffen werken dan wel?

D’Hondt:Een rijbewijs met punten. Kijk maar naar Italië, waar getoeter in de bebouwde kom lange tijd een echte plaag was. Italianen toeterden uit vriendschap, uit woede, van geluk. Heel irritant voor de bewoners, voetgangers en fietsers in de buurt. Maar zodra bekend werd dat zulk getoeter strafpunten op het rijbewijs zou opleveren, was het probleem opgelost. Niemand wil zijn rijbewijs verliezen.

Waarom wordt dat systeem bij ons dan niet ingevoerd?

D’Hondt:Omdat er voor een rijbewijs met punten een efficiënt registratiesysteem nodig is en ons strafregister vandaag één grote grap is. Als ik mijn kennis zou delen met echte verkeerscriminelen zouden die hun leven lang verder kunnen rijden zonder ooit echt verontrust te worden. Ze zouden alleen af en toe een boete moeten betalen.

Hoe komt het eigenlijk dat mensen die in het dagelijkse leven heel eerbare burgers zijn zich misdragen zodra ze in de auto zitten?

D’Hondt:In hun auto hebben ze het – onterechte – gevoel anoniem te zijn, en daardoor gedragen ze zich vaak onredelijk en onverdraagzaam. Premier Elio Di Rupo heeft overschot van gelijk als hij zegt dat de mensen intoleranter zijn geworden. Dat is ook de reden waarom het aantal gevallen van verkeersagressie toeneemt. Echt zware agressie blijft uitzonderlijk, maar subtiele vormen van agressie komen heel vaak voor: toeteren, met de lichten knipperen, een richtingaanwijzer niet aanzetten, een parkeerplaats innemen die iemand anders wou. Mensen ergeren zich gewoon veel sneller dan vroeger.

Vrouwen evenveel als mannen?

D’Hondt:Ook op dat vlak is er een inhaal-beweging ingezet. Al komt echt extreme verkeersagressie veel minder bij vrouwen voor en gebruiken zij hun auto ook niet zo snel als wapen. Zo is het meer iets voor mannen om vlak voor iemand te gaan rijden en dan opzettelijk te remmen.

Waarom doet iemand zoiets?

D’Hondt: Dat is machogedrag, dat misschien nog wordt aangewakkerd door stress. Wat ook meespeelt, is dat mensen veel egoïstischer zijn geworden. Tegenwoordig rijden veel bestuurders een rotonde op omdat ze vinden dat ze lang genoeg gewacht hebben en niet omdat die vrij is. Ook vrouwen. Meestal kijkt zo’n chauffeur dan strak voor zich uit om de afkeurende blik niet te zien van degene die van links komt. Nochtans is oogcontact heel belangrijk in het verkeer. Dat is trouwens nog iets wat me aan vrouwen opvalt: als ze een zebrapad over-steken, zoeken ze vaak geen oogcontact met de chauffeurs die voor hen moeten stoppen. Misschien zijn ze wel bang om die op verkeerde gedachten te brengen. (lacht)

Wordt u bij het bepalen van de strafmaat al eens beïnvloed door het geslacht van de beklaagde?

D’Hondt: Ik bekijk elk geval apart. Of het nu om een man of om een vrouw gaat. Wel merk ik dat vrouwen vaak echt schrikken van hun eigen rijgedrag en ook sneller tot inkeer komen, terwijl mannen meer de neiging hebben om hun daden te verbloemen. En daar houd ik natuurlijk wél rekening mee. Als iemand vanzelf tot inkeer is gekomen, is er geen reden om nog na te trappen. Dat geldt ook voor kinderen die naar de rechtszaal komen omdat ze hun brommertje hebben opgedreven. Als ouders me dan vertellen dat ze hun zoon of dochter – want ook meisjes drijven hun brommer tegenwoordig op – al hebben gestraft. Dat die drie maanden met de fiets naar school moet en ondertussen niet naar de jeugdclub of naar zijn liefje mag, bijvoorbeeld. Waarom zou ik dan nog een zware straf uitspreken? Wij zijn geen beesten, hè.

Investeren ouders wel genoeg in de verkeersopvoeding van hun kinderen?

D’Hondt:Natuurlijk niet. Dat is trouwens een fenomeen dat in alle gebieden van de samenleving opduikt. Wie moet de kinderen opvoeden? Politie, justitie en de leraars. Om het met de Amerikanen te zeggen: What the fuck are the parents doing? Ouders duiken soms amper op in de opvoeding van hun kinderen en geven ook niet altijd het beste voorbeeld. Daarbij komt nog dat het rijexamen veel te gemakkelijk is. Om in België je rijbewijs te behalen, heb je meer chance dan verstand nodig.

De rijopleiding mag wat moeilijker?

D’Hondt:Dat niet alleen. Het zou ook een goede zaak zijn om bij het rijexamen ook de sociale vaardigheden van toekomstige chauffeurs op de een of andere manier te testen. Als je al de neiging voelt om iemand de kop in te kloppen omdat die net voor je in een parkeerplaats is geglipt, hoor je niet thuis in het verkeer. Op het voetbalveld hier in de buurt zie ik vaak jongens bezig van wie ik nu al weet dat ze zware brokken zullen maken als ze ooit in het verkeer worden losgelaten.

Bedoelt u dat die jongens nooit een rijbewijs zouden mogen krijgen?

D’Hondt:En waarom niet? Mobiliteit is belangrijk, maar het is niet het voorrecht van iedereen. Een rijbewijs moet je elke dag opnieuw verdienen. Op allerlei denkbare gebieden wordt van mensen gevraagd dat ze zich permanent bijscholen, behalve in het verkeer, waar de fysieke integriteit van ieder van ons nochtans afhangt van de kennis van het verkeersreglement. Zes op de tien beklaagden aan wie ik vraag of je door het oranje mag rijden, antwoorden ja. Dat is toch erg? Als ik hoor hoe weinig sommige mensen van het verkeersreglement afweten, heb ik de neiging om me niet meer op straat te begeven zonder een helm op mijn hoofd.

DOOR ANN PEUTEMAN EN HAN RENARD, FOTO’S LIES WILLAERT

‘Om in België je rijbewijs te halen, heb je meer chance dan verstand nodig.’

‘Moeders rijden vaak traag richting school en geven gas in het terugkeren.’

‘Bestuurders rijden tegenwoordig een rotonde op omdat ze vinden dat ze lang genoeg gewacht hebben en niet omdat die vrij is.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content