Spoedarchitect adviseert de Waalse overheid: ‘Di Rupo belde mij persoonlijk met de vraag om hulp’

Patrick Coulombel (r.) 'Wonen langs de rivier raad ik niet af, nee.' © ISOPIX

Of ze nu in Haïti, Afghanistan of Wallonië liggen, rampgebieden lijken op elkaar. ‘Er is begeleiding nodig van zowel psychologen als technici’, meent Patrick Coulombel, medestichter van de ngo Architectes de l’urgence.

De Aziatische tsunami’s, de aardbeving in Iran, de overstromingen in Bangladesh: telkens weer haastte de Noord-Franse architect Patrick Coulombel zich erheen. Met zijn ngo Architectes de l’urgence geeft hij technisch advies over instortingsgevaar, hervestigingsmogelijkheden en preventiescenario’s. In de voorbije jaren zette de organisatie, die erkend is door de Verenigde Naties en de Europese Unie, 36 programma’s op in 33 landen. Daarbij waren meer dan 1600 architecten, ingenieurs en lokale partners betrokken.

Ook de autoriteiten van Luik en Verviers deden vorige maand een beroep op Coulombel. ‘Wat me in België ontzettend opviel, ‘ zegt hij, ‘is de veerkracht en de snelle reactie, zowel van de burgers ter plaatse als van de overheden en de rest van het land. De identificatie met de slachtoffers was enorm. België mag dan een complex land zijn, op momenten als deze zie je hoe groot de nationale eenheid is. Die verbondenheid is fundamenteel. In dat opzicht heeft deze ramp dezelfde impact als het WK voetbal.’

De getroffen burgers in bijvoorbeeld Pepinster delen uw tevredenheid over de lokale autoriteiten niet.

Coulombel: In Pepinster ben ik zelf niet geweest en ik wil de politieke klasse zeker niet vergoelijken. Wie mij kent, weet dat zoiets niet in mijn aard ligt. Maar het moet toch gezegd dat de Waalse minister-president, Elio Di Rupo (PS), mij persoonlijk belde met de vraag om hulp. Bovendien is ondertussen een agentschap voor heropbouw opgericht – we zijn nog maar drie weken na de ramp en het is volop vakantie. Maar ik herken de boze reacties van slachtoffers wel. Bij elke catastrofe van enige omvang zoeken de gedupeerden een zondebok. Ze uiten hun woede en frustratie. Dat is een logische reactie. Wie accepteert dat zijn leven verdween zonder dat er een duidelijke oorzaak wordt gevonden?

Als de EU zo spontaan kan reageren op de nood in Beiroet, waarom bleef het nu dan stil?

Had u zulke catastrofale overstromingen verwacht in het zuiden van België?

Patrick Coulombel: Ik was ontzettend verbaasd. Natuurgeweld met zo’n intensiteit en snelheid zien we doorgaans niet op zulke plaatsen. Ik ken het van de Cevennen, van plaatsen in Zuid-Europa, maar niet van gematigde klimaatregio’s als België of Duitsland.

Wat me evengoed verwonderde, was de afwezigheid van de Europese instellingen bij de hulp. Qua aantal doden zijn de overstromingen in Duitsland en België vergelijkbaar met het ontploffingsdrama in Beiroet vorig jaar. Toegegeven, daarbij vielen ook meer dan 1000 gewonden te betreuren, en de Libanese burger staat er politiek en economisch onzegbaar veel slechter voor dan de Belgische. Maar als de EU zo spontaan kan reageren op de nood in Beiroet, waarom bleef het nu dan stil?

Experts wijzen naar de klimaatverandering als oorzaak voor deze ramp.

Coulombel: We moeten beseffen dat overstromingen op het laagste punt van het dal van de vallei altijd zijn voorgekomen. Waarom denk je dat er op zulke plaatsen nooit Romeinse sites worden gevonden, en dat er ook haast geen middeleeuwse overblijfselen zijn? Ze werden daar niet opgetrokken – zo verstandig waren de Romeinen wel. Of ze spoelden in de voorbije eeuwen weg. Dergelijke natuurrampen zijn een terugkerend gegeven, alleen lag de frequentie vroeger veel lager. De laatste was misschien anderhalve eeuw geleden, waardoor de herinnering eraan is vervaagd. Nu zal het zo lang niet duren.

Het heeft ook met de recente urbanisering te maken in rijke landen als België, Frankrijk, Duitsland, Spanje of Italië. Daar is ontzettend veel gebouwd net naast de rivier. Uit noodzaak, maar ook bewust. Als mensen mogen kiezen of ze op het winderige plateau willen wonen of dicht bij de stroom, kiezen de meesten voor het laatste.

U zou het afraden?

Coulombel: Geenszins, ik pleit er alleen voor om het op een verstandige manier te doen. Concreet: zorg ervoor dat de benedenverdieping kan en mag overstromen, zonder dat de langetermijnstabiliteit in gevaar komt of dat het onmogelijk is om de boel weer schoon te krijgen. Maak een nooduitgang naar het dak – met een paar klapramen kom je al een eind weg. Op die manier is het een kwestie van snel hogerop, na de overstroming een week poetsen, en alles is weer in orde.

Moet er nu een grootschalig onderzoek komen om andere potentiële rampplekken te identificeren en aan te pakken?

Coulombel: Zeker, en dat gaat gepaard met belangrijke politieke keuzes. Woningen moeten worden aangepast om rampen te vermijden Maar hoeveel mag dat langetermijndenken kosten, en wie betaalt de rekening? Zolang de aanpassingen minder duur zijn dan de ramp die net is gebeurd, zit je volgens mij goed. Maar of daar een maatschappelijk draagvlak voor wordt gevonden, is afwachten.

In de voorbije jaren bood u onder meer hulp in Haïti, Iran en Sri Lanka: rampgebieden waar vaak tienduizenden slachtoffers te betreuren vielen. Hoe vergelijkt u die met de catastrofe in Wallonië?

Coulombel: In essentie zijn alle rampen gelijk: de burger blijft getraumatiseerd achter. Of de oorzaak nu een tropische storm is dan wel een aardbeving of een overstroming, mensen verliezen huis en haard, dat raakt hen in elke vezel. De angst die zich van hen meester maakt, is overal dezelfde.

De mogelijkheden en de reacties van de overheden verschillen natuurlijk wel. Een Haïtiaan kan wellicht minder van zijn lokale en nationale instanties verwachten dan de inwoner van Verviers.

Coulombel: Inderdaad, en bovendien is hij ook overgeleverd aan de internationale hulpmachine. Aan expats die vaak vooraf uitgedokterde oplossingen opleggen die niet aangepast zijn aan de lokale context, met alle gevolgen van dien.

Wat de slachtoffers van álle rampen verder gemeen hebben, is hun behoefte aan begeleiding. Ze moeten worden bijgestaan door een team van psychologen én technici, die hen in samenspraak kunnen helpen om het trauma te verwoorden en te verwerken, maar ook om met hen te kijken naar de volgende stap. Wat moet er concreet gebeuren op het vlak van reïntegratie, hervestiging, renovatie? Hoe stel je een gezin gerust dat letterlijk zijn fundering en bescherming heeft verloren? Hoe geef je hen vertrouwen dat het niet weer gebeurt?

Hoe komt een architect als u uit bij hulp in rampgebieden?

Coulombel: Het begon twintig jaar geleden, bij de overstromingen van de Somme. Meer dan vijftig gemeenten liepen onder water, Abbeville werd een rampgebied. Ik ben daar toen meteen naartoe gegaan en stelde vast dat er een ontzettend gebrek was aan technische kennis. En wat voor Frankrijk gold, was ook waar voor al die andere plekken in de wereld waar natuurrampen gebeurden. Vreemd genoeg werd daar vaak niet aan gedacht. De brandweer en medische teams komen ter plaatse, maar wie bekijkt of een wijk te redden valt, en hoe? Dat zijn de vragen die wij stellen.

Patrick Coulombel

– 1963: geboren in Corbie, Frankrijk

– 1991: behaalt architectendiploma

– 2001: sticht Architectes de l’urgence, een organisatie die technisch advies biedt bij aardbevingen en overstromingen

– Voerde sindsdien talloze missies uit in de hele wereld, waaronder de tsunami’s in Indonesië en Sri Lanka en de aardbevingen in Haïti en Iran

– 2019: auteur van Arrêtons l’amateurisme au nom de l’urgence

– juli 2021: komt op verzoek van de autoriteiten in Luik en Verviers naar het rampgebied voor technisch advies

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content