Vrije Tribune
Onderwijs: ‘Uitmuntendheid en kansengelijkheid gaan hand in hand’
Jean Hindriks van denktank Itinera werkte mee aan een uitvoerige analyse van het Franstalig en Nederlandstalig onderwijs.
In een boek dat in september 2017 onder redactie van professor Kristof De Witte en mijzelf zal verschijnen, maken wij een compromisloze, op betrouwbare waarnemingen gebaseerde analyse van ons Franstalig en Nederlandstalig onderwijs. Onze benadering wil objectief en nuchter zijn. Wij menen dat het onderwijsvraagstuk vaak ten prooi valt aan ideologische vertekeningen en een neiging tot navelstaren die negeert hoe andere onderwijssystemen werken. België is daar de perfecte illustratie van, want de Franstalige wereld weet niets over het Nederlandstalig onderwijs en de Vlaamse wereld weet niets over het Franstalig onderwijs.
Onderwijs: ‘Uitmuntendheid en kansengelijkheid gaan hand in hand’
In dit boek kiezen wij voor een expliciet normatief kader met drie krachtlijnen: vrijheid, rechtvaardigheid en effectiviteit. Volgens ons moet een ideaal schoolsysteem een evenwicht vinden tussen deze drie fundamentele doelstellingen. Het vrijheidsdoel kan niet beter worden verdedigd dan door de Marquis de Condorcet, een filosoof van de Verlichting en de vader van onze democratie. Hij zei: “Het onderwijs, in zijn geheel beschouwd, beperkt zich niet tot het positieve leren, het onderwijzen van feitelijke en berekende waarheden, maar behelst ook alle politieke, morele of religieuze overtuigingen. De vrijheid van mening zou slechts een illusie zijn indien de maatschappij de nieuwe generaties zou dicteren wat zij moeten geloven” (Condorcet, Premier mémoire sur l’instruction publique, 1791).
De vrijheid van onderwijs is goed verankerd in België, dat op de internationale index van de onderwijsvrijheid op de 3de plaats van 136 landen staat. De twee andere doelstellingen, rechtvaardigheid en effectiviteit, kunnen we in één zin samenvatten: ons onderwijs moet niet alleen zoveel mogelijk kinderen doen slagen maar ook zoveel mogelijk kinderen integreren.
België is een immigratieland. Ons schoolsysteem, Vlaams of Franstalig, heeft dus een integratieopdracht die ons doet verschillen van landen als Finland, die sociaal of cultureel veel homogener zijn. Ons boek concentreert zich op deze dubbele opdracht van uitmuntendheid en integratie, aan de hand van internationale vergelijkingen en concrete ervaringen in het buitenland.
In een hoofdstuk over de sociale mobiliteit maken we een internationale vergelijking van de schoolsystemen van de OESO-landen in termen van de sociale mobiliteit op school, vertrekkend van de resultaten van de PISA-tests tussen 2003 en 2015. Voor elk land bepalen we de sociale mobiliteit van het schoolsysteem op basis van het vermogen van de leerlingen om een hogere schoolse rang dan hun sociale rang te bereiken. Het verrassendste resultaat is de zeer grote variatie van de sociale mobiliteit tussen de landen. Canada is een van de landen met de grootste sociale mobiliteit, België bengelt helemaal onderaan het klassement.
Maar het belangrijkste, los van alle rangschikkingen, is het feit dat deze sterke variatie tussen de landen de theorie van de genetische invloed op de schoolresultaten fundamenteel ter discussie stelt. Het schoolsysteem als dusdanig lijkt wel degelijk zelf verantwoordelijk voor de goede of slechte werking van de sociale lift.
Sociale mobiliteit en ongelijkheid op school
Onze analyse toont bovendien enkele zorgwekkende verbanden tussen sociale mobiliteit en ongelijkheid op school. Landen als België (Vlaamse en Franse Gemeenschap), met een grote ongelijkheid tussen de scholen of de leerlingen, worden ook gekenmerkt door een lage sociale mobiliteit op school. Omgekeerd worden landen als Finland of Canada gekenmerkt door een lage ongelijkheid tussen de scholen of de leerlingen en een grote sociale mobiliteit op school.
Een tweede belangrijke (en verrassende) bevinding van de analyse is dat de landen met een hoger dan gemiddelde sociale mobiliteit op school ook meestal de landen zijn met een gemiddeld onderwijsniveau boven het gemiddelde. Om dat fenomeen te begrijpen, kunnen we een metafoor uit de sport gebruiken: hoe meer potentiële winnaars, hoe feller de wedstrijd en hoe hoger de algehele prestatie. Maar landen die de sociale en de schoolse vooruitgang ontmoedigen, beperken het aantal potentiële winnaars en verlagen het globale prestatieniveau. Met andere woorden, uitmuntendheid en kansengelijkheid gaan hand in hand.
Tot slot toont dit hoofdstuk, door verschillende schoolsystemen met elkaar te vergelijken, dat alle landen maatregelen en een beleid hebben ingevoerd om de kansengelijkheid op school te verbeteren, maar dat sommige daar beter in geslaagd zijn dan andere. Dat moet ons ervan overtuigen dat verandering mogelijk is zonder uitmuntendheid en gelijke kansen op school tegenover elkaar te stellen.
Jean Hindriks is professor economie aan de UCL en Senior Fellow. Het boek dat hij samen met Kristof Dewitte schreef, zal vanaf oktober gratis beschikbaar zijn op de site van Itinera.
De Doordenkers van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier