Filip Marin

Nieuwjaarswensen van een alcoholicus

Filip Marin Filip Marin (Open VLD) is burgemeester van Moerbeke-Waas

Ik lijd aan alcoholisme en werd in 2009 behandeld tegen deze ziekte, in 2011 kende ik een herval en liet me opnieuw opnemen in de ontwenningskliniek.

“Alcoholieker”: wanneer men het woord uitspreekt is dat met een zekere ondertoon, in de zin zoals men in de middeleeuwen over een “melaatse” sprak. Vandaag wordt melaatsheid door iedereen als een ziekte erkend; alcoholisme daarentegen nog niet.

Wij alcoliekers worden verstoten, als een paria van de maatschappij beschouwd, een persoon waar men liever niet mee omgaat en zeker geen verantwoordelijkheden meer geeft, wij hebben “geen karakter”.

Vele “risicodrinkers” en “alcoholverslaafden” voelen schuld, schaamte en schrik (de drie “S”-en) en verschuilen zich achter leugens, rationaliseren (“het is niet zo erg als je denkt, ik functioneer nog!”), kwaad worden, projecteren (“het is de schuld van de anderen dat ik drink”), enz…

De gevoelens van schuld, schaamte en schrik hebben voor gevolg dat de alcoholicus zich gaat verstoppen en niet eerlijk voor zijn probleem uitkomt. Daardoor verhindert dit gedrag de eerste stappen om het probleem van middelenverslaving (alcohol, medicijnen, drugs, …) aan te pakken, zijnde:

1. erkennen dat men een probleem heeft

2. aanvaarden dat je wilt geholpen worden, met de overtuiging dat je het probleem écht wilt aanpakken

Velen denken dat hulp onmogelijk is, en leven verder aan de rand van onze maatschappij.

En toch is alcoholisme te bestrijden: ik heb het zelf reeds tweemaal gedaan (uiteraard met gespecialiseerde externe hulp, want de grootste utopie is te denken dat men het probleem alleen kan oplossen).

Bovendien is alcoholisme wijd verspreid: naar gelang de methodologie van de studies en de definitie van “alcoholisme” ramen statistici dat er in Vlaanderen 3 tot 6% alcoholverslaafden zijn. Dat zijn ongeveer 300.000 Vlamingen of ook 300.000 gezinnen en families die met de uitwassen van alcoholisme worden geconfronteerd. Als men er het aantal alcoholafhankelijken bijtelt, komt men aan nog veel grotere getallen.

Ik maak een onderscheid tussen alcoholafhankelijkheid en -verslaving: bij het eerste heeft men alcohol nodig, doch men heeft nog een aanvaardbaar gedrag, bij het laatste is het gedrag sociaal dermate storend, dat de persoon verstoten wordt. Het weze duidelijk dat het verschil tussen beide flinterdun is; zo dun als de zijkant van een scheermesje!

Wanneer een bekend figuur getroffen wordt door alcoholisme, dan is dit “gefundenes Fressen” voor de media en krijgt men ronkende titels in kranten en tijdschriften of op sensatie beluste programma’s; zelden wordt het probleem objectief, laat staan wetenschappelijk geportretteerd.

Een zeldzame uitzondering was de BBC-documentaire “Do I drink too much?” van de BBC, uitgezonden door Panorama enkele jaren geleden. Een aanrader: je vindt de documentaire nog steeds op internet door enkel “Do I drink too much?” door de zoekmachine te laten opsporen.

U raadt het al: ik ben Filip Marin, burgemeester.

Ik schrijf dit niet omdat ik mij wil vergoelijken, noch wil ik excuses zoeken: ik draag een grote verantwoordelijkheid voor mijn probleem door onwetendheid, door overmoed en onbesuisdheid. Ik ben niet fier over wat mij is overkomen, maar ik ben wel fier dat ik er iets heb aan gedaan. Tot tweemaal toe. Met vallen en opstaan hoop ik de drankduivel te overwinnen, want gemakkelijk is het niet, onmogelijk is het evenmin!

Sta mij toe het kijken naar alcoholisme vanuit wetenschappelijk hoek te benaderen en dit in een historisch perspectief.

In de 19e eeuw en begin de jaren 1900 werd er afwijzend, veroordelend gesproken over alcoholisme: de moraalridders vonden dat alcoholmisbruik moest gestraft worden. Wettelijke beperkingen werden ingevoerd, alcoholisten werden gestraft. De Wet Vandervelde (nu borrelwet) en de drooglegging in Amerika zijn enkele voorbeelden.

Dit moralistisch denken over alcoholverslaving is nog steeds diep ingeworteld in onze maatschappij, vandaar de directe veroordeling ervan!

Pas in 1935 werd door Jellineck een poging gedaan om alcoholisme te beschrijven als een ziekteproces. Hij beschreef de verschillende fazen van alcoholisme (sociaal drinken, risicodrinker, alcoholafhankelijkheid en alcoholverslaving). Jellineck stichtte ook de AA in Acron (USA).

Veel later, in de jaren ’60, begonnen psychologen het fenomeen ‘alcoholisme’ te bestuderen, en zij kwamen tot de conclusie dat dit niet alleen een medisch probleem was, maar dat eveneens een psychologisch onderliggend probleem de basis kan leggen voor de verslaving. Dit kan niet alleen gebeuren door een eenmalig feit (echtscheiding, verlies van werk, financiële problemen, het overlijden van een dierbare, …), maar ook voortdurende angsten, depressies en stress zijn basisfactoren naar alcoholverslaving.

Anders gezegd: de structuur van iemands persoonlijkheid verhogen (stimuleren) de kans op verslaving.

In de jaren ’70 breidde het onderzoek zich uit en gingen de sociologen alcoholisme bestuderen. Zij stelden vast dat de directe omgeving ook een grote rol speelt: leefmilieu, normen en gewoontes, aanvaarding van drinken, taboes,… spelen mee in de weg naar verslaving.

Hoeveel jongeren leren niet drinken (ja zelfs risico drinken) in een jeugd- of sportclub of de universiteit? Er is geen feest, receptie of welke viering dan ook of er wordt alcohol geschonken. En je doet mee en sommigen overdrijven daarin. Het is plezierig te vertoeven bij iemand die “er goed tegen kan” en de stemming erin brengt.

In de therapie wordt alcohol ook een “stemmingverbeteraar” genoemd, vandaar dat het gebruik van alcohol een gegeven is binnen onze westerse maatschappij: men voelt zich prettiger na een paar glazen, men durft meer, de wereld schijnt mooier te zijn…

Zelfs in de zakenwereld, journalistiek en uiteraard politiek is het gebruik van alcohol de normaalste zaak en dus een gewoonte geworden.

Zelf zoek ik nog steeds naar een krant, weekblad of televisieprogramma, waar geen reclame gemaakt wordt voor bier, wijn of andere alcoholhoudende dranken.

Een beetje hypocriet toch, wanneer mensen worden “afgemaakt” omwille van hun alcoholgebruik. Gelukkig ben ik hiervan nog gespaard gebleven.

Laat me duidelijk wezen: ik hou geen pleidooi om alcohol te bannen. Drinken kan en mag best plezierig zijn, doch wanneer je merkt dat je voortdurend alcohol drinkt (meer dan 21 glazen bier per week voor mannen en 14 voor vrouwen), of wanneer je opmerking krijgt in de zin van “zeg, jij kunt nogal drinken?”, of wanneer je de indruk krijgt dat men roddelt of roemt over jouw gebruik, dan geef ik je het advies om een dokter te raadplegen, liefst ene die gespecialiseerd is in middelengebruik.

Ten slotte startte men in de jaren ’80 verder en diepgaand medisch onderzoek naar verslaving, meer bepaald alcohol.

Vandaag weet men dat bepaalde delen van de hersenen en meer bepaald de neurotransmitter (gegevensoverdrager in het lichaam) Dopamine de oorzaken zijn van de verslaving: in een bepaalde faze van het drankgebruik is de alcoholist zo ver “gevorderd” dat zijn “wil” wordt uitgeschakeld en zijn lichaam bepaalt dat het alcohol wil!!!

Ik herhaal het 3 tot 6% Vlamingen bevinden zich in dit stadium, en een nog hoger percentage evolueert ernaar toe!

Nu erkent de medische wetenschap alcoholisme als een ziekte, meer bepaald een chronische ziekte. Een chronische ziekte is een ziekte die met de bestaande kennis en methoden niet te genezen is. In het beste geval kunnen de symptomen worden onderdrukt met medicatie, leefregels en therapieën.

Andere kenmerken zijn:

de ziekte verergert traag in de loop der jaren

de ziekte is niet altijd duidelijk zichtbaar (vooral bij jongeren of in de beginfases)

de ziekte heeft gevolgen voor het lichamelijk en/of geestelijk functioneren

het verloop van de ziekte is grillig en niet te voorspellen (herval in het kader van alcoholisme)

Gekende voorbeelden van chronische ziekten zijn astma, longemfyseem, kanker, reuma, diabetes; maar hier houdt elke verdere vergelijking met alcoholisme op!

Zoals ik reeds beweerde: alcoholisme is te behandelen, maar niet te genezen.

Met een metafoor zouden we kunnen zeggen dat onze hersenen een zeer ingewikkelde computer is. Door het veelvuldig en langdurig drinken wordt er nieuwe software geprogrammeerd, waardoor men afhankelijk en nadien verslaafd wordt aan alcohol. In de therapie kan men deze software stilleggen, maar deze blijft steeds in “background” bestaan. Bij de minste prikkel kan deze software opnieuw worden geactiveerd en kent men het herval.

Ik kan besluiten met te stellen dat alcoholisme ontstaat door een samenloop van sociale, psychologische en medische factoren. In de therapie zal men vooral ingaan op de sociale en de psychologische achtergronden van de patiënt, met als doel nieuwe gewoonten aan te leren, waardoor de behoefte aan alcohol (ook “craving” genoemd) sterk vermindert, in het beste geval weggenomen wordt.

Maar zeker is dit nooit; zeker is wel dat met de juiste ingesteldheid (erkennen van het probleem en de vaste wil om het op te lossen met externe hulp) en de juiste verzorging (ambulant of opname) men de alcoholduivel kan bedwingen.

Nogmaals: ik heb deze nieuwjaarswensen niet geschreven om mezelf goed te praten, maar vooral om met onze samenleving én de media de inzichten te delen die de wetenschap vandaag erkent, maar onvoldoende uitdraagt.

Maar vooral wil ik een oproep doen aan de probleemgevallen, de alcoholisten: laat je behandelen! Jouw omgeving weet toch dat je een probleem hebt, maar durven er misschien niet over te praten. Of jij wilt er niet naar luisteren?!?

Na een geslaagde ontwenning zal je verschieten van de positieve reacties uit jouw directe omgeving: men zal blij zijn de vroegere aangename persoon opnieuw te mogen ontdekken!!!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content