Liesbet Sommen (CD&V)
Niet alleen in de regering zitten vooral mannen aan de knoppen
Partijen duiden vrouwen aan voor ministerposten en streven naar gendergelijkheid in de samenstelling van hun parlementaire fracties. Maar in de machinekamers van de macht zitten mannen aan de knoppen. Zij sturen de ministeriële kabinetten aan, een belangrijke carrousel van politieke besluitvorming. De gelijke vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de politiek is op dit echelon nog niet gerealiseerd.
Mijn kersverse titel van schaduwparlementslid past op een onverwachte manier als gegoten. De kabinetten, waar mijn echte loopbaan zich afspeelt, zijn immers het ware schaduwparlement. Zonder afbreuk te willen doen aan het belang van de controlefunctie en het wetgevend werk van de volksvertegenwoordiging, worden de vele politieke beslissingen ook door de ministers en hun kabinetten genomen.
Dat betek
ent in één beweging ook dat de hete hangijzers overwegend door mannen beslist worden. Versta me niet verkeerd: de kabinetten herbergen een indrukwekkend netwerk van vrouwelijke topadviseurs. Ook het middenkader telt voldoende dames. Alleen hakken zij de knopen niet door. Hun bazen doen dat, de kabinetschefs, onder leiding van de minister.
Nul procent vrouwen
Op het Vlaamse niveau, waar de regering nu een kleine drie maanden jong is, zijn de namen van alle kabinetschefs bekend. Mijn zeer gewaardeerde collega Margot Cloet, kabinetschef van Jo Vandeurzen, regeert daar op eenzame hoogte als enige vrouwelijke baas. Score op het rapport van de Vlaamse regering voor het vak ‘vrouwen met macht’: 1 op 9, dus een schamele 11%. En dat ondanks het feit dat vier van de negen Vlaamse ministers vrouw zijn, die de strijd voor een vrouwelijker toppolitiek nochtans actief mee steunen.
Op het federale niveau hebben nog niet alle Vlaamse ministers hun chef benoemd. Er blijven dus nog wat open plaatsen – die ingevuld kunnen worden door een vrouw. De namen van kabinetschefs bij ministers van partijen die al jaren meedraaien in de regering, zijn ondertussen gekend in regeringskringen. Negen van de twaalf vacatures werden al ingevuld. U voelt mij al komen: er is tot nog toe geen enkele vrouw bij. Ikzelf draag niet bij aan meer evenwicht omdat ik geen kabinetschef ben. Tussenstand voor de uitslag van de federale regering: 0%.
Beter in het parlement
Dan valt het beter mee bij de volksvertegenwoordiging, zoals in het Vlaams parlement. 43% van de stoelen in het halfrond wordt bezet door een vrouw. Sp.a trekt het gemiddelde omhoog met een overwegend vrouwelijke fractie, namelijk 10 op de 18, of 56%. CD&V doet het goed met bijna de helft (49%) vrouwelijke parlementsleden. De andere partijen volgen met scores op of onder de 40%.
De politieke ondervertegenwoordiging van vrouwen is een wereldwijd gegeven. Het World Economic Forum berichtte deze week dat het nog zal duren tot 2095 eer vrouwen en mannen helemaal gelijk zijn. En dat onder de hypothese dat de kloof tussen de seksen aan hetzelfde tempo blijft afnemen als de voorbije negen jaar. De ongelijkheid blijkt het grootst in de politieke emancipatie. Als volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen een score van 1 krijgt, is dat voor de mondiale politieke participatie vandaag slechts 0,21.
Back-office geleid door een mannenclub
Vrouwen zijn enkel goed vertegenwoordigd in twee gevallen. Eén: als het moet. De gematigd positieve evaluatie die we maken over de vrouwelijke aanwezigheid in het parlement is schatplichtig aan de wet Miet Smet – Louis Tobback uit 1994 die quota invoerde voor de kieslijsten. Twee: als het politiek en mediatiek goed uitkomt. Gwendolyn Rutten probeert al een tijdje in de markt te zetten dat de machocultuur binnen haar partij verleden tijd is, sinds haar komst. Helaas is haar aantal vrouwelijke parlementsleden daar nog geen duidelijk voorbeeld van, met 7 vrouwen op 19 in de Vlaamse fractie. Ze levert wel de populairste politica en federaal de meest in het oog springende vrouwelijke minister met Maggie De Block. Ook andere partijen maken er een punt van om vrouwelijke ministers aan te duiden. Maar de top van de back-office blijft een mannenclub.
Streven blijft actueel
Onder vrouwen leeft nochtans de assumptie dat hun vertegenwoordiging leidt tot een beter beleid. De droom van de vrouwenbeweging van een andere, meer transparante en constructieve politiek is nog niet volledig uitgekomen. De non-believers van dit vrouwelijk streven zullen zeggen dat dit in tegenspraak is met wat het ultieme ideaal van gelijkheid tussen man en vrouw zou moeten zijn. Dat het geen verschil meer zou mogen maken, of topfuncties nu door een man of een vrouw worden bekleed. Maar vanuit het perspectief van gelijke kansen én een democratisch beleid blijft het van groot belang om de droom van de vrouwenbeweging te doen uitkomen.
Ook Angela Merkel, die tot drie keer toe werd uitgeroepen tot de machtigste vrouw ter wereld door zakenblad Forbes, zit op die lijn. In Duitsland wordt 2,2% van de topfuncties in het bedrijfsleven bekleed door een vrouw. Merkel ging persoonlijk praten met bedrijfsleiders, zodoende haar invloed aanwendend om het streven van de vrouwenbeweging mee gestalte te geven. Ook vandaag nog moeten mannen en vrouwen dus de handen in elkaar slaan, samen voor verandering.
Als ik in het parlement zetelde, zou ik die boodschap door het halfrond laten klinken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier