Sofie Merckx (PVDA)

‘Na OpenPharma: in politieke hoek blijft het opmerkelijk stil’

Sofie Merckx, huisarts en fractievoorzitster voor de PVDA, schetst na het onderzoeksproject OpenPharma  twee pistes om de afhankelijkheid van grote farmabedrijven tegen te gaan.

Een huidchirurg krijgt meer dan 600.000 euro van een grote botoxfabrikant in ruil voor consultancy. Een cardiologenclub krijgt voor hun tijdschrift meer dan 100.000 euro overgemaakt door een pacemakerproducent in ruil voor publiciteit. In de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen, die adviseert over de terugbetaling van geneesmiddelen, zetelen artsen die door de farma-industrie voor honderdduizenden euro’s gesponsord worden om deel te nemen aan congressen. Strikt genomen kan dit niet door de beugel, want de wet verbiedt directe financiering van artsen. In de praktijk laat Big Pharma de miljoenen vlotjes naar de zorgsector stromen. Knack, Le Soir, De Tijd en Médor namen in het onderzoeksproject OpenPharma die geldstromen onder de loep. De resultaten van hun onderzoek zijn ontluisterend: op drie jaar tijd spendeerde Big Pharma zo’n 875 miljoen euro aan sponsoring van onze zorgsector, ziekenhuizen, patiëntenverenigingen en artsen. Toch blijft het in politieke hoek opmerkelijk stil. De farmageldstromen tonen hoe Big Pharma haar commerciële belangen opdringt, ten koste van onze gezondheid en ziekteverzekering.

Big Pharma rekent op return-on-investment voor miljoenensponsoring

De twintig gulste farmareuzen zoals Roche, MSD en Novartis spenderen samen drie keer meer aan sponsoring dan dat ze belastingen betalen in België. Het leeuwendeel van de 875 miljoen euro gaat naar wetenschappelijk onderzoek, gevolgd door wetenschappelijke evenementen, consultancy en patiëntenverenigingen. Waarom doet Big Pharma dat? “Voor de goede samenwerking”, zoals de industrie zelf verdedigt? Farma-bedrijven zijn geen liefdadigheidsinstellingen. De investeringen die ze doen moeten terugverdiend worden. Big Pharma laat miljoenen vloeien naar artsen, ziekenhuizen en patiëntenverenigingen in de wetenschap dat dat hen een marktvoordeel zal opleveren. Door onderzoek van universiteiten en onderzoeksinstellingen te sponsoren, beslissen ze mee over de onderzoeksagenda. Wie betaalt, bepaalt. Dat verklaart waarom er zo weinig onderzoek gebeurt naar preventie. Bedrijven sponsoren enkel onderzoek naar producten die ze later kunnen verkopen. Door het sponsoren van allerlei wetenschappelijke evenementen wil de industrie gezondheidswerkers beïnvloeden over welke geneesmiddelen ze voorschrijven. Verschillende studies wijzen uit dat er daardoor juist duurdere, onnodige en minder kwalitatieve producten worden voorgeschreven.


De farmaindustrie probeert met hun winstbejag elk hoekje van de gezondheidszorg in te palmen. Opeenvolgende regeringen zette geen stappen om dat tegen te gaan. Integendeel: in 2017 besliste minister Maggie De Block (Open VLD) om de vzw Farmaka op te doeken en de subsidies van 1,2 miljoen euro te schrappen. Farmaka stelde onafhankelijke artsenbezoekers te werk, die huisartsen bezochten met de laatste wetenschappelijke richtlijnen over geneesmiddelen. Hun werk loonde: ze bereikten bijna de helft van de Belgische huisartsen. Uit onderzoek blijkt dat de Farmaka-bezoeken meer dan 3 miljoen euro besparingen opleverden door een meer rationeel voorschrijfgedrag. Tegenover de opgedoekte vzw staat nu een leger van vertegenwoordigers uit de industrie, gedekt door een budget dat 800 keer hoger ligt dan de onafhankelijke bezoekers.

Het kan anders: kiwimodel en publiek onderzoeksfonds

Om zorg te garanderen die goed is voor de patiënten, de zorgverleners en de ziekteverzekering, moet die onafhankelijk zijn van commerciële belangen. Daarvoor moeten we de shift maken van een aanbod-gestuurd beleid op basis van commerciële belangen naar een noden-gestuurd beleid dat antwoorden geeft op objectief vastgestelde problemen voor de volksgezondheid. Onafhankelijke wetenschappelijke commissies onder democratische controle moeten dit mogelijk maken.

Voor de aankoop van geneesmiddelen kunnen we gebruik maken van het kiwimodel. De keuze in geneesmiddelen wordt niet langer gestuurd door het gelobby en de marketing van Big Pharma. Een onafhankelijke wetenschappelijke commissie selecteert op basis van objectieve en wetenschappelijke criteria de beste geneesmiddelen om aan de noden te voldoen. Vervolgens wordt de gezamenlijke koopkracht van de gemeenschap aangewend: via openbare aanbestedingen bedingt de ziekteverzekering de beste prijs voor de beste geneesmiddelen. Op die manier helpt het kiwi-model in de strijd tegen belangenconflicten in het geneesmiddelenbeleid, dat bevestigde het Rekenhof vorig jaar ook in haar advies.

Een onafhankelijke wetenschappelijke commissie kan ook de prioriteiten vastleggen voor het wetenschappelijk onderzoek. Transparantie zorgt voor democratische controle. Als er geen commerciële belangen mee gemoeid zijn, kunnen de onderzoeksresultaten trouwens vrij gedeeld worden. Door onderzoeksfondsen op Europees vlak te poolen, komen we al een heel eind weg. Bovendien toont de farmaceutische industrie veel geld ter beschikking te willen stellen van wetenschappelijk onderzoek. Dat kunnen ze blijven doen middels een speciale onderzoeksbijdrage aan een publiek fonds onder overheidscontrole.

Blijven we onze ogen sluiten voor het gelobby van Big Pharma bij het wetenschappelijk onderzoek en zorgverleners, en blijven we zo de speelbal van commerciële belangen? Of maken we werk van een onafhankelijk gezondheidsbeleid ten dienste van de volksgezondheid?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content