Ludo De Witte
‘We moeten opletten voor klimaatinitiatieven die vooral op de rem willen staan’
Socioloog en auteur Ludo De Witte maakt zich zorgen om ‘Sign For My Future’, het gloednieuwe klimaatinitiatief ‘van een honderdtal bedrijven, met steun van middenveldorganisaties’. Hij stelt dat we beter spreken van ‘Sign For Big Business’s Future’.
Gisteren stelde een coalitie van een honderdtal bedrijven, met steun van middenveldorganisaties, een grote klimaatcampagne voor: ‘Sign For My Future’ (SFMF). De grote middelen worden ingezet, want grote persorganen, sociale mediakanalen als Facebook en ‘ambassadeurs’ als de weervrouw van VTM en de weerman van VRT zetten hun schouders onder het project.
We moeten opletten voor klimaatinitiatieven die vooral op de rem willen staan.
Het doel van SFMF is de komende maanden massa’s handtekeningen onder een petitie te verzamelen, ‘om de volgende federale en gewestelijke regeringen te vragen in de komende regeerperiode werk te maken van een ambitieus klimaatbeleid’. Prima toch, burgers mobiliseren om de politieke wereld in beweging te krijgen? Of toch niet?
In het klimaatplan waarvoor SFMF onze steun vraagt, staan drie eisen.
- Er moet een wet komen die oplegt om uiterlijk in 2050 geen broeikasgassen meer uit te stoten.
- Voor eind 2022 moet men beginnen met investeringen voor de redding van het klimaat.
- Een onafhankelijke klimaatcommissie moet de gang van zaken evalueren.
Het blijft allemaal dus bijzonder vaag. Fundamentele keuzes liggen niet op tafel. Omdat er geen concrete eisen zijn, wordt zo ons klimaatlot in handen gelegd van politici die er tot vandaag niks van hebben gebakken. Ze krijgen een blanco cheque om te doen wat hen belieft. Vervuilers winnen zo ook vier jaar tijd, want pas eind 2022 moet er ‘iets’ gebeuren. Op die manier zullen de klimaatmobilisaties vervluchtigen tot een vage schreeuw om verandering, en verzanden in meer van hetzelfde: oeverloze debatten, ronkende verklaringen, en aan het eind van de rit de klimaatchaos.
Hoeft het ons te verwonderen, als we zien wie achter het initiatief zit? De biotoop waaruit SFMF gegroeid is, is ‘The Shift’: een club van bedrijfsleiders en ngo’s die de regering oproept tot klimaatactie. In ‘The Shift’ zitten onder meer Electrabel, KBC, Delhaize, Solvay, Nestlé en Unilever, naast milieuorganisaties zoals de Bond Beter Leefmilieu, Natuurpunt en het WWF. Het initiatief ademt het geloof uit dat sterke, groeiende bedrijven, samen met koolstoftaksen, ons naar een duurzame samenleving zullen leiden.
Eerder verklaarde ‘The Shift’ al dat bedrijven ‘de leiding moeten nemen’. De leden van ‘The Shift’ beloven om de eigen broeikasgasuitstoot aan te pakken, maar van concrete, afdwingbare doelstellingen is geen sprake. Een woordvoerder van ‘The Shift’ verklaarde in De Standaard dat het niet de bedoeling is dat de deelnemende bedrijven worden afgerekend op hun belofte om hun uitstoot te verminderen: ‘We zijn geen politieagent en gaan niet controleren of ze hun doelstellingen halen.’
In de commandopost van SFMF zitten toplui van bedrijven met een aanvechtbare milieureputatie. Zoals de Brits-Nederlandse gigant Unilever. De multinational vult onze winkelrekken met vierhonderd voedsel-, was- en schoonheidsproducten onder de merknamen Dove, Axe, Becel, Calvé, Cup-a-Soup, Knorr, Omo, Biotex, Ben & Jerry’s, Lipton en ga zo maar door. Het bedrijf verwerkt daarin massa’s palmolie, en daarvoor wordt in versneld tempo regenwoud weggekapt en -gebrand. Greenpeace en Amnesty International klagen in rapporten als Certifying Destruction en The Great Palm Oil Scandal de uitbuiting en plundering van de natuur voor de palmoliewinning aan, maar winst lijkt voor alles te gaan. Om de omzet op te drijven, verkoopt Unilever in Azië shampoo, deodorant en andere producten in plastic zakjes voor eenmalig gebruik, want veel mensen kunnen er zich de duurdere flessen niet permitteren. Alleen al in India gaan zo jaarlijks 27 miljard zakjes over de toonbank, wat zorgt voor een enorme milieubelasting – denk aan de plastic soep in onze zeeën en oceanen. Overigens is plastic een derivaat van petroleum, dat deze fossiele grondstof goedkoop houdt.
Een andere prominente stem binnen SFMF is Umicore. Het gewezen Union Minière speelde ooit een sleutelrol in de omverwerping van de Congolese regering-Lumumba en de machtsgreep van dictator Mobutu, die er moest voor zorgen dat de plundering van het Congolese hinterland zou doorgaan. Uiteindelijk saneerde Umicore wel de omgeving van zijn vervuilende fabrieken in Hoboken en Olen, maar hoe dichter men bij de fabrieken komt, hoe hoger de lood-, arseen- en cadmiumconcentraties in de bodem. In Hoboken hebben vrouwen twee keer zo veel kans longkanker op te lopen dan elders in het land, en kinderen hebben meer lood in het bloed dan elders. De openstaande schuld voor de vervuiling uit het verleden bedraagt honderden miljoenen euro, onder meer voor de behandeling van kankerpatiënten en hun nabestaanden. Maar Umicore geeft op dat vlak niet thuis.
Het kan nog erger. Achter SFMF staan ook banken als BNP-Paribas Fortis en KBC. Ongehoord, want volgens onderzoek van de Klimaatcoalitie investeren ze schaamteloos miljarden euro’s in fossiele energiewinning.
Colruyt is ook van de partij. Een distributeur die ook de niche van bio- en duurzaamheidsproducten promoot. Maar, zo zegt Piet Colruyt, ‘als Colruyt in windmolens investeert, is dat ingegeven door de klimaatproblematiek. Maar we doen dat enkel omdat het ook effectief rendabel genoeg is voor Colruyt en dus niet als het minder dan tien procent opbrengt.’
En hier komen we bij de kern van het probleem. Kijk ook naar wat Umicore-topman Thomas Leysen in het boek Frontlijnen van Nick Meynen zegt over de historische vervuiling in Hoboken: financieel ervoor opdraaien kan Umicore niet, want dat zou het bedrijf met ‘een competitief nadeel’ opzadelen.
CEO’s zijn in het beste geval ecologisch bewogen, maar de jacht op winst, vrijwaring van het concurrentievermogen en zorg voor het gelijke speelveld met (buitenlandse) concurrenten blijven de categorische imperatieven. Een keuze hebben ze niet: een CEO die gaat voor nulgroei wordt door de aandeelhouders op staande voet ontslagen.
Het draaiboek van SFMF ademt die prioriteiten uit. Het klimaat redden is een economische kans voor het bedrijfsleven, en CEO’s zijn het best geplaatst om de leiding te nemen, ook al omdat ’they have politicians’ ear and respect’, zo staat er. Dat carcan wil SFMF aan de samenleving opleggen. Wie het grootbedrijf ziet als een ‘partner’ – of meer, als leider -, moet de winstzucht en het concurrentiemodel als onaantastbaar accepteren.
CEO’s zijn in het beste geval ecologisch bewogen, maar de jacht op winst, vrijwaring van het concurrentievermogen en zorg voor het gelijke speelveld met (buitenlandse) concurrenten blijven de categorische imperatieven.
Zo kom je onvermijdelijk uit bij beperkte, marktconforme klimaatmaatregelen, met als kern CO2-heffingen. Kijk wat er dan gebeurt. Europa legt koolstoftaksen op aan de elektriciteitsproducenten. Die rekenen de kost ervan door in de elektriciteitsprijs. Aan u en ik. Voor de gezinnen gaat het om een essentiële uitgave waaraan men niet of amper kan ontsnappen. Ze komen dus neer op een banale inlevering. Ook de veelgebruikers – de grootindustrie – krijgen hogere elektriciteitsfacturen aangerekend. Zet dat de metaalbedrijven en de petrochemie onder druk om hun uitstoot te verminderen? Neen hoor. Minister Schauvliege (CD&V) zei daarover in het Vlaams parlement op 21 februari 2017 al het volgende: ‘Het kan niet de bedoeling zijn dat de doorrekening van de CO2-kost in de elektriciteitsprijs ertoe leidt dat er minder geïnvesteerd wordt in Europese energie-intensieve industrie, dat investeringen wegtrekken uit Europa en dat men gaat investeren in gebieden met een minder sterk klimaatbeleid.’
En dus krijgt de industrie – ter bescherming van de concurrentiepositie – een financiële compensatie om zonder extra kosten door te gaan met het vervuilende elektriciteitsverbruik. Daarvoor kregen Total, Exxon Mobil en Arcelor in de periode 2014-2019 van de Vlaamse regering al 230 miljoen euro toegestopt. Het gaat hier om het doorgaan met vervuilen op hetzelfde hoge niveau dankzij geld afkomstig uit het Klimaatfonds…
Een klimaatbeleid dat uitdraait op inleveringen voor de gewone man, zonder echte impact op de klimaatverandering en eindigt met een verminderd draagvlak voor een klimaatbeleid bij de burgers, dat is waar SFMF toe leidt. Het initiatief wil het grootbedrijf toestaan te kiezen voor business as usual: ongestoord doorgaan met een groei ad infinitum – een groei die zorgt voor een opeenhoping van koopwaren waaronder de aarde begint te bezwijken. Laten we dus maar spreken van ‘Sign For Big Business’s Future’.
Ludo De Witte is auteur van De moord op Lumumba (1999) en Als de laatste boom geveld is eten we ons geld wel op. Het kapitalisme versus de aarde (2017).
De mensen achter ‘Sign For My Future’ namen contact op met de redactie van Knack en wensen graag enkele zaken duidelijk te maken:
‘1. Het project is niet vanuit The Shift gegroeid.
Vzw Klimaatmandaat werd opgericht door een aantal burgers die zich zorgen maakten over de toekomst van hun kinderen ten gevolge van de klimaatopwarming. Zij vonden elkaar in een gezamenlijke overtuiging dat een krachtig klimaatbeleid de sleutel is naar een klimaatneutrale samenleving. Bovendien gelooft Sign for my Future dat we meer kunnen wegen op de politiek door een gemeenschappelijk front te vormen met jongeren, middenveld, universiteiten, media en bedrijven. The Shift heeft zich wel achter dit initiatief gezet en het mee uitgedragen naar hun leden: bedrijven en middenveld organisaties. CEO’s van bedrijven, niet de bedrijven zelf, tekenen gewoon een eisenpakket aan de politiek, net als burgers en middenveldorganisaties dat doen. Dus hebben die tekenende bedrijven geen andere of luidere stem dan de andere krachten in de samenleving en vragen zij, net als de rest, een ambitieus klimaatbeleid.
Het feit dat deze bedrijfsleiders Sign for my Future steunen, wil niet zeggen dat hun onderneming vandaag al alles doet wat nodig is om het klimaatverdrag van Parijs te realiseren. Dat is een realiteit die de campagne niet wilt verbergen.
Wat de bedrijfsleiders wel aangeven is de intentie om mee te bouwen aan een klimaatneutraal België voor 2050 en hun verantwoordelijkheid te nemen. Zij vragen daarom ook een klimaatwet, een klimaatraad en een investeringsplan dat zorgt voor de nodige zekerheid op de lange termijn. Iets wat nodig is om deze grote transitie haalbaar te maken.
2. In de commandopost van Sign for my Future zitten géén bedrijven
De stuurgroep van vzw Klimaatmandaat bestaat uit 17 burgers met een professionele achtergrond, onder meer in marketing, media, milieuzorg, het middenveld, de universitaire wereld of de bedrijfswereld. De leden van de stuurgroep zetelen als individu en vertegenwoordigen op geen énkele manier de organisatie waarvoor zij werken.
3. Geen énkel bedrijf heeft mee de inhoud bepaald van Sign for my Future
De eisen van Sign for my Future kwamen tot stand na gesprekken met klimaat- en beleidsdeskundigen.
In de communicatie van Sign for my Future worden bovendien zeker géén logo’s vermeld van bedrijven of organisaties, net om te vermijden dat dit initiatief enkel zou worden gebruikt als marketingactie.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier