Voor nogal wat jagers is de jachtwet een vodje papier

© Getty
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Een gerechtelijk document met het sms-verkeer van een groep Vlaamse jagers biedt een unieke inkijk in het functioneren van jagers. Opvallend is het systematisch overtreden van de jachtwetgeving.  

In het kader van een gerechtelijk onderzoek naar Vlaamse jagers die verdacht werden van manifeste overtredingen van de jachtwetgeving, en daar ook voor werden veroordeeld, werd een analyse gemaakt van het sms-verkeer van de geviseerde jagers in 2018. Het leverde een ontluisterend document met bijna 2000 berichten op. De hoofdconclusie was dat de jagers systematisch de jachtwetgeving aan hun laars lapten.

Maar het schokkendst zijn toch de berichten over fout gelopen schietpartijen. Jagers beweren constant dat ze alleen maar schieten als ze zeker zijn dat het raak zal zijn, en dat de meeste van hun schoten dodelijk zijn. In hun visie beseft een dier niet eens wat het overkomt: het is op slag dood.

Maar op 20 februari wordt in het kader van een reeënjacht gemeld: ‘Deze middag 1 bok gekwetst, niet gevonden… We zijn goed bezig.’ Op 20 juni, om 21.30 uur, is er weer gedoe: ‘Dikke miserie, bok aangeschoten.’ Op 25 november: ‘R. mist een ree, ik ben zijn gebuur en raak de ree in de rug. Tijdens nazoek gaat het dier op de lopers.’ Een zwaargewonde ree is dus ergens gecrepeerd. Hoelang zijn lijdensweg heeft geduurd weet niemand. Geregeld wordt er met een sms gemeld: ‘Geschoten en gemist.’

Soms wordt er lacherig gedaan over de kwaliteit van bezoekende jagers. Op 30 oktober: ‘Het wild was aanwezig, de schutters waren middelmatig.’ Op 30 augustus komen er berichten over twee eendenjachten binnen, met onder meer het aantal geschoten vogels. ‘43 stuks, maar ook veel slechte schutters.’ En: ‘180 stuks, geen te beste schutters.’ ‘Gelukkig’, staat er vreemd genoeg bij het laatste bericht.

Er worden geregeld onnatuurlijk hoge aantallen geschoten wild vermeld, ook op 10 november: ‘De jachtdag is geslaagd, 60 stuks geschoten.’ Hoe die hoge aantallen gehaald kunnen worden, blijkt eveneens uit het sms-verkeer. In de tweede helft van mei wordt er gespannen uitgekeken naar de levering van 250 eenden (aan 6,5 euro per stuk): besteld op 19 mei, geleverd op 28 mei. ‘Gepast geld meebrengen’, valt te lezen in een bericht van 27 mei. Er wordt in de jagersgroep trouwens veel gesjacherd met ‘enveloppen’.

Schietkraam

Het systematisch loslaten van gekweekt ‘wild’ in onze natuur is een erg schadelijke vorm van faunavervalsing. Het heeft niets met ‘natuurbeheer’ te maken, integendeel. Het garandeert louter schietplezier, als in een schietkraam. De praktijk lijkt onuitroeibaar in bepaalde Vlaamse jagerskringen. Op 28 juni laat een jager ook weten dat hij ‘vanuit zijn huis’ op ganzen aan het schieten is – jacht is verboden in bewoond gebied.

De slechte schutters blijven niet beperkt tot eendenjacht. Op 3 februari meldt een boze jager: ‘1 vos ontsnapt. A. wilde niet schieten wegens niet veilig!!! Hij heeft het mogen horen.’ Daarop komt een slecht geschreven antwoord van een collega met een melding over de A. in kwestie: ‘Wees gelukkig dat hij zichzelf of niemand anders verwond heeft.’

De obsessie van de jagers met de vos druipt van de berichten. Tientallen sms’en gaan over de soort. Ook daarbij wordt de regelgeving niet altijd gevolgd. ‘Vannacht nog een moervos geschoten’, luidt het in maart (’s nachts jagen is verboden). Op 14 januari gaan ze ‘met hondjes de burchten af’. ‘Vanwaar blijven ze komen…’ zucht een jager. Zowel op 6 februari als op 27 mei is een levende vos te krijgen. ‘Iemand geïnteresseerd?’ klinkt het telkens. Wat er met de onfortuinlijke dieren gebeurde, is niet vermeld. Op 22 maart lachen de jagers met een reportage op de lokale televisie over een jonge vos die door bezorgde mensen naar een opvangcentrum is gebracht – welke gek wil nu een vos redden?

De jagers gaan geregeld ’s nachts ‘lichten’ om wild te spotten (en te schieten). Af en toe merken ze een ‘verdachte’ wagen op – ze zien er mogelijke stropers in. Ze noteren dan de nummerplaat en weten soms binnen de week op wiens naam de wagen staat ingeschreven. Dat kunnen ze nooit op een wettelijke manier achterhalen.

Op 29 september discussiëren de jagers over de kwestie of ze de afschotcijfers die ze aan het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) moeten bezorgen, ‘niet wat omhoog zouden trekken’, want anders zouden ze ‘vragen kunnen krijgen van het ANB’. ‘Als je een locatie moet opgeven, neem dan misschien die waar je straks gaat proberen om een vos te schieten’, adviseert iemand.

Ook de ekster blijft de jagers een doorn in het oog. Ze sturen constant informatie rond over het vangen van de dieren in kooien en over wie levende eksters (als lokvogel) heeft. Af en toe is er toch iemand in de jagerskring die een diervriendelijke reflex etaleert. Op 19 april laat een jager aan een collega weten dat diens gekooide ekster ‘al lang zonder eten zit’. Het dier kreeg ook te weinig water.

‘Heb jij nog rattenvergif?’

Op 16 mei wil een jager een val kopen voor het vangen van marters, hoewel dat nog altijd bij wet verboden is. Hij belde naar een plaatselijke legerstock, maar die antwoordde dat er geen vallen verkocht werden. Een collega reageert: ‘Ik heb dat daar toch gekocht. Ze zullen het niet willen zeggen aan de telefoon.’ Een tweede laat weten dat ook hij daar een val gekocht heeft. Geregeld wordt er bericht over geplaatste martervallen.

In Limburg schoot een jager ’s nachts met een nachtkijker een man dood – hij dacht dat het een rat was.

In maart meldt iemand dat hij ergens een vos en een ‘grote bunzing’ gespot heeft. ‘Heb jij nog rattenvergif?’ vraagt hij in een bericht. Gebruik van gif is ook al een verboden praktijk. De heerschappen zijn zich ervan bewust dat wat ze doen illegaal is. ‘Stilhouden is de boodschap’, luidt het op 21 december. De jagers zijn trouwens veroordeeld voor het bezit van een grote hoeveelheid gif, die gevonden werd tijdens het gerechtelijk onderzoek van een illegale uitzetting van fazanten. Zelfs een van hun eigen honden werd vergiftigd door in lokaas voor vossen te bijten.

Hoewel jagers vaak beweren dat ze grote natuurliefhebbers zijn en vooral werken om onze natuur in stand te houden, gaat het in de berichten zo goed als nooit over iets anders dan wild. Op 17 maart wil iemand wel weten waar er bosanemonen staan, want hij zou ‘wat scheuten willen meenemen’. Ook wilde planten worden dus ‘geoogst’.

Op 31 december ziet een jager vier houtsnippen. Op 15 november meldt een andere dat er tijdens een jachtpartij vier snippen geschoten werden (plus 91 fazanten, nog zo’n waanzinnig aantal dat niet op natuurlijke wijze kan worden gehaald). Snippen zijn in Vlaanderen beschermde vogelsoorten, er mag niet op gejaagd worden. Op 13 november somt iemand op wat hij allemaal geschoten heeft. Er staan ‘7 specials’ bij, maar wat dat zijn, wordt niet vermeld.

Af en toe doen de jagers hun beklag over een gebrek aan respect van andere mensen voor hun activiteiten, ondanks het feit dat ze ervan overtuigd zijn dat er een groot maatschappelijk draagvlak bestaat voor de jacht. Op 29 december meldt een jager dat hij door een wandelaar van stroperij werd beschuldigd. ‘Ik kan er niet meer tegen’, verzucht hij.

Sinterklaasbrief

Op 26 november rapporteert een andere jager dat hij door een paardeneigenaar juridisch in gebreke dreigt te worden gesteld wegens onvoldoende garanties voor de veiligheid van zijn paarden. ‘Waar gaan we naartoe?’ klaagt hij. ‘Ik doe er alles voor om relatie met die vent te bevorderen. Ik ben aan het nadenken hoe ik gepast kan reageren. Ben ik verkeerd dat ik ne keer heb horen waaien dat hij daar eens iets illegaals heeft gebouwd of zo?’ Zelf constant illegaal bezig zijn, maar wel een illegale stok zoeken om iemand anders te slaan – zo profileert de Vlaamse jager zich hier.

Woordvoerder Christophe Rutsaert van de jagerslobby Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV) reageert geschokt op de berichten: ‘Wij hebben als jachtsector een groot probleem met het feit dat er nog altijd jagers zijn die het nodig vinden continu te blijven zondigen tegen de wetgeving. Overtreders moeten hard gestraft worden, misschien nog harder dan nu het geval is, maar het moeten wel alleen de overtreders zijn die worden gestraft, niet ook andere jagers. Het ontbreekt veel jagers nog altijd aan een goede jachtethiek. We blijven hameren op het belang van een goede relatie met de natuur. We moeten jagers nog meer warm maken om te genieten van wat de natuur te bieden heeft. We zullen daar hard aan blijven werken.’

Op 13 maart maakte de HVV een sinterklaasbrief bekend: een memorandum met haar wensen voor de nieuwe Vlaamse regering, die na de verkiezingen van 9 juni zal worden gevormd. De HVV wijst op de grote uitdaging om ‘een gezonde en aangename leef-, woon- en werkomgeving’ te creëren. Ze stipt aan dat ‘onze natuur voor heel wat uitdagingen staat’ en presenteert een lange lijst met ‘bedreigingen voor een gezonde natuur’.

Vervolgens somt ze negentien ‘thematische aandachtspunten’ op: ‘concrete en haalbare maatregelen die win-winsituaties opleveren voor meer natuur in Vlaanderen’. Het eerste punt is, heel verrassend, meer jacht op vos en steenmarter. Het tweede punt: meer jacht op zwarte kraai, gaai en ekster.

In punt acht luidt het dat onze jagers opnieuw op de beschermde houtsnip willen schieten. Wat dat met ‘natuurbeheer’ te maken heeft, mag Joost weten – de houtsnip kan op geen enkele manier met overlast voor mensen en andere dieren in verband worden gebracht. Toch hebben creatieve geesten in de jagerswereld een functie voor het afschieten van houtsnippen gevonden: het kan helpen bij het monitoren van de populatie om te kunnen voldoen aan ‘de rapportageverplichtingen van de Europese Vogelrichtlijn’. Vogels schieten om vogels te kunnen tellen dus.

Dode muntenzoeker

De HVV wil ook ‘bedreigde nesten’ van fazanten, patrijzen en eenden kunnen ‘redden’ en zelf uitbroeden – het is een stap in de richting van zelf wild mogen ‘kweken’. De teneur van het memorandum is: laat jagers schieten en onze natuur zal er wel bij varen.

Punt zes van het memorandum behelst het legaliseren van het gebruik van ‘geluiddempers en nachtrichtkijkers’, zodat er ook ’s nachts geschoten kan worden. De maatregel moet onder meer de jacht op everzwijnen vergemakkelijken. De soort is her en der tot een probleem uitgegroeid, onder meer na uitzetpraktijken door jagers.

Een zwaargewonde geschoten ree is gecrepeerd, hoelang zijn lijdensweg heeft geduurd weet niemand.

Maar dat zo’n maatregel tot een ‘gezonde en aangename leef-, woon- en werkomgeving’ zal leiden, is twijfelachtig. Op 10 december 2022 schoot een jager in het Limburgse Rutten namelijk een man dood die op een akker met een metaaldetector oude munten aan het zoeken was. De schutter schoot in het donker met een nachtkijker op iets waarvan hij volgens zijn verklaringen eerst dacht dat het een vos was, daarna een haas en finaal een rat. Een grote man met een rat verwarren? Dan heb je toch niet goed gekeken met je nachtkijker.

Ook dat was een zware overtreding van de jachtwetgeving, want ’s nachts en met een nachtkijker schieten is verboden. In dit geval kostte het een argeloze man het leven. Volgende herfst moet de jager zich voor de correctionele rechtbank verantwoorden voor zijn dood.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content