Mexico, het gedroomde (auto)land

Audi investeert de volgende jaren 900 miljoen euro in de bouw van een nieuwe fabriek in het Mexicaanse San Jose Chiapa.

Het Duitse premiummerk volgt daarmee het voorbeeld van zijn directe concurrenten BMW en Mercedes-Benz die al enkele jaren auto’s bouwen in de Verenigde Staten. Dat Audi voor Mexico kiest, komt niet als een verrassing.

“Niet Mercedes-Benz maar Audi is op termijn onze grootste belager”, aldus een opgemerkte uitspraak van BMW-topman Norbert Reithofer op de voorbije aandeelhoudersvergadering.

Audi is inderdaad aan een sterke inhaalrace bezig en heeft BMW in het vizier, nadat het Mercedes-Benz ter plaatse heeft gelaten. Hoe dat komt? Het kwaliteitsniveau van Audi moet niet onderdoen voor dat van BMW en Mercedes-Benz – ondanks een duidelijk prijsverschil in het voordeel van Audi. Dat heeft ermee te maken dat Audi tot 20 procent goedkoper kan produceren dan zijn directe concurrenten omdat het als lid van de grote Volkswagen-familie kan profiteren van een aantal synergiën. Zo maken Audi, Skoda, Seat en VW gebruik van dezelfde platformen, motoren en onderdelen. Door het grote aankoopvolume van de Volkswagen-groep kunnen de dochtermerken betere prijzen bedingen bij hun leveranciers dan hun concurrenten.

Duitse merken willen minder afhankelijk zijn van de Chinese markt Audi bezit momenteel 12 fabrieken in België, China, Duitsland, Hongarije en Spanje en staat sterk in China en zwak in Amerika. En dat laatste is geen goede uitgangspositie voor wie het leiderschap in het premiumsegment ambieert.

Nog regeert de regering in Peking met ijzeren hand over het onmetelijke land en slaagt zij erin om haar economische programma’s door te drukken, desnoods met geweld. Maar de sociale ongelijkheid neemt elke dag toe wat ertoe leidt dat almaar meer Chinezen openlijk kritiek uiten op hun leiders. China-kenners waarschuwen dan ook voor grote sociale en politieke onrust. Op de hoofdzetels van BMW, Mercedes en VW is men zich bewust van de ernst van de situatie en heeft men geplande investeringen on hold gezet. De Duitse merken willen minder afhankelijk zijn van de Chinese markt, zoveel is duidelijk.

Lage loonkost lokt Audi en VW naar Mexico
Om BMW van de troon te kunnen stoten, moet Audi zijn positie op de Amerikaanse markt (kunnen) versterken. Door de economische heropleving boomt de autoverkoop in de Verenigde Staten immers als nooit tevoren. In 2012 steeg de verkoop met 14 procent; dit jaar hopen de automerken er 15 miljoen nieuwe auto’s te kunnen verkopen. De Verenigde Staten blijven zo de grootste automarkt ter wereld. Dat biedt perspectieven voor de Duitse constructeurs, die hun eieren niet langer in één korf willen leggen. BMW en Mercedes produceren overigens al geruime tijd enkele SUV-modellen in South Carolina en Alabama – omwille van de lagere loon- en energiekost én de grote interesse van de Amerikanen voor dit soort auto’s.

BMW investeerde de voorbije jaren zo’n 5 miljard dollar in zijn fabriek in Spartanburg en houdt nog 1 miljard achter de hand voor de opstart van de productie van de nieuwe X4. Mercedes laat weten dat de nieuwe C-klasse in Alabama van de band zal rollen en dat het 2,4 miljard dollar heeft gereserveerd voor een nieuwe plant in Tuscaloosa en een nieuwe motorenfabriek in de staat Tennessee. BMW exporteert 70 procent van zijn Amerikaanse productie (X3, X5 en X6) naar Europa en Azië en is daarmee de grootste auto-exporteur van de Verenigde Staten. De Europese merken verwachten ook winst te kunnen puren uit het vrijhandelsakkoord dat in de maak is tussen Amerika en Europa. Nu wordt in Europa op producten uit de VS een invoerbelasting van 10 procent geheven. Die zou door het nieuwe akkoord komen te vervallen.

Buurland Mexico bezit nu al 44 vrijhandelsakkoorden met een reeks westerse en Aziatische industrielanden, wat auto’s made in Mexico een niet onbelangrijk prijsvoordeel oplevert tegenover wagens uit de VS. Ook de lagere loonkost speelt in het voordeel van Mexico. Die bedraagt in de autoassemblage slechts 7 euro per uur, in de sector van de toeleveranciers ligt die nog lager – bij 4 euro per uur. Dat verklaart allicht de sterke aanwezigheid van Volkswagen in Mexico en dat sinds midden de jaren zestig. VW bouwt er nu zijn kleinere en goedkopere modellen bestemd voor de diverse exportmarkten, maar ook de nieuwe VW Beetle cabrio rolt in Mexico van de band.

Made in Mexico

En straks wordt het dus ook voor Audi een nieuwe uitvalsbasis. Volgens Audi-topman Rupert Stadler is het de bedoeling dat 65 tot 90 procent van de Q5 en Q6 onderdelen in Mexico wordt geproduceerd. Over de kwaliteit van die onderdelen maakt hij zich geen zorgen. “De fabriek in San Jose Chiapa wordt de modernste Audi-fabriek ter wereld, met een capaciteit van 150.000 auto’s op jaarbasis. Onze modellen made in Mexico zullen aan de strengste kwaliteitsnormen beantwoorden.”

Voor de opleiding van de 3.800 lokale medewerkers stuurt hij 100 Duitse ingenieurs en productiespecialisten ter plaatse, Mexicaanse kaderleden krijgen een opleiding in Duitsland. Bij gelegenheid van de eerstesteenlegging van de nieuwe fabriek had de Audi-baas opvallend veel woorden van lof én dank voor de steun die de politieke autoriteiten hebben toegezegd in de vorm van fiscale voordelen en een nieuwe autoweg naar de fabriek.

Mexico telt ondertussen al 18 autofabrieken en bekleedt plaats vier op de wereldranglijst – na Duitsland, Japan en Korea. Tendens stijgend. Dat Mexico een van de meest corrupte en onveilige landen ter wereld is, dat stoort de autobazen blijkbaar niet. Wat voor hen telt is dat hun auto’s er goedkoop van de band rollen. Een niet onbelangrijk detail in dit verband: onlangs raakte bekend dat de twee grote aandeelhoudersfamilies van de Volkswagen-groep een deel van hun privéfortuin hebben belegd in allerhande projecten in Mexico. Dat lijkt inderdaad goed op weg om een nieuw paradijs voor durfkapitalisten te worden. Slaagt Audi erin om via Mexico ook BMW voorbij te steken, dan komt zijn topman Rupert Stadler in pole position om straks Martin Winterkorn op te volgen als voorzitter van het VW-concern.

Urbain Vandormael