De kredietcrisis dompelt de wereld in een recessie. Maar hoe erg is dat en wat zijn de remedies? De Nederlandse econoom Casper de Vries bestudeert crisissen: ‘Wat we nu meemaken, is een duidelijke correctie, maar zo werkt het kapitalistische systeem nu eenmaal.’

DOOR EWALD PIRONET/FOTO ROB WALBERS

Door Ewald Pironet/Foto Rob Walbers

‘Een financieel-economische crisis zoals we vandaag beleven, komt om de dertig à vijftig jaar voor’, zegt professor Casper de Vries. Berekenen wanneer zulke grote crisissen zich voordoen, is de specialiteit van de befaamde Nederlandse monetair econoom. ‘In feite gebruik ik daarvoor dezelfde techniek die men in Nederland gebruikt om de dijkhoogten uit te rekenen’, zegt De Vries. ‘Zo’n dijkhoogte becijfer je immers op basis van stormvloeden die ook maar eens om de zoveel jaar voorkomen. Uit mijn berekeningen blijkt dat grote financieel-economische crisissen toch vaker voorkomen dan we denken. Als de huidige crisis achter de rug is, zal het zeker weer een tijdje goed gaan, al zullen er tussendoor wel weer wat kleinere crisissen zijn. En over dertig tot vijftig jaar krijgen we opnieuw een serieuze crisis.’

Is er een gemeenschappelijke oorzaak voor al die diepe financieel-economische crisissen?

CASPER DE VRIES: Heel veel crisissen, maar niet alle, beginnen bij het uit de hand laten lopen van de geldhoeveelheid door centrale banken. Dat is ook de echte oorzaak van de huidige crisis. Velen denken dat de rommelkredieten aan de basis liggen van de kredietcrisis, maar die rommelkredieten zijn slechts een gevolg. De echte oorzaak is dat er te veel geld was. Dat vele geld moet dan ergens naartoe. Eerst ging het naar de Aziaten die hun valutareserves wilden aanvullen en daarna vloeide het naar de rommelhypotheken: er werden tegen een zeer laag tarief leningen verstrekt aan mensen zonder inkomen, baan of veel bezittingen.

En die rommelkredieten werden verknipt, herverpakt en over heel de wereld verspreid.

DE VRIES: Het is opvallend dat Europa meer rommelhypotheken bezit dan de VS. De Europese bankiers dragen een grote verantwoordelijkheid: hadden de Europese banken niet zo veel in rommelkredieten geïnvesteerd, dan hadden we vandaag niet zo’n grote crisis gekend. Alleen onze export naar de VS zou dan wat minder geweest zijn, omdat ze daar met een recessie kampen. De vraag is dus: waarom hebben al die Europese banken op zo’n grote schaal en allemaal op dezelfde manier rommelkredieten gekocht?

Waarom?

DE VRIES: Een belangrijk deel van het antwoord is zeker: kuddegedrag. Als onze buurman wat meer geld verdient, kunnen wij niet achterblijven. Als hij geld schept met het aankopen van rommelkredieten, dan wij ook. In de jaren tachtig is iets soortgelijks gebeurd: alle Amerikaanse en Europese banken moesten naar Zuid-Amerika, daar was geld te verdienen. Ze hebben er allemaal gigantische verliezen geleden.

Zeg als beursgenoteerde bank maar eens tegen je aandeelhouders dat je minder winst boekt dan de buurman omdat je voorzichtiger bent.

DE VRIES: Ja, dat is moeilijk. Het is geen toeval dat de Rabobank, die hier in Nederland een coöperatieve structuur heeft, veel voorzichtiger geweest is: ze werd minder door de aandeelhouders- en bonuscultuur gedreven. Maar geen enkele structuur biedt totale zekerheid. In Duitsland zijn een paar voormalige staatsbanken toch in moeilijkheden gekomen. Of een bank opgezadeld zit met rommelkredieten hangt dus af van een hele reeks factoren: zowel van de verantwoordelijke managers en de aandeelhouders als van de structuur en de controle. ING bijvoorbeeld heeft vooral last omdat het ooit een verzekeraar in de VS heeft overgenomen, en die is bij de Amerikaanse wet verplicht om een deel van zijn premies te herbeleggen in Amerikaanse hypotheken. Er is dus niet altijd sprake van directe schuld.

En nu kampen we met de gevolgen: volgens sommigen de ergste crisis in honderd jaar.

DE VRIES: Pas over enkele jaren zullen we kunnen zeggen hoe erg de huidige crisis was. Een diepe crisis kunnen we ons soms ook gedeeltelijk zelf aanpraten: als we maar vaak genoeg zeggen dat we in een heel erge crisis zitten, dan wórdt dat ook zo – door de algehele kopersstaking waarbij iedereen wacht tot de prijzen weer lager zijn. Maar wat wel al zeker is: de banken zijn zeer huiverig om krediet te verlenen en dat heeft een groot effect op de economie. Bedrijfsleiders stellen dan investeringen uit, gaan geen nieuwe schulden aan, kondigen herstructureringen aan enzovoorts. Hoe langer dat doorgaat, hoe ernstiger het effect op de economie zal zijn.

De Europese economie boerde nochtans goed, voor het uitbreken van de kredietcrisis.

DE VRIES: Dat klopt. Op zich is het ook helemaal niet zo slecht gesteld met de Europese economie, op Ierland en Spanje na die ook te maken hebben met overdreven vastgoedprijzen. Maar de Europese landen hadden niet zo veel schulden, in tegenstelling tot de VS. De meeste overheden hadden hun budgetten goed onder controle. Maar nu is het recessie in Duitsland, Engeland, Italië, Spanje, Frankrijk en de werkloosheid loopt op. De kans dat een wereldwijde recessie volgt, is niet onbestaande.

Wat moet er gebeuren?

DE VRIES: We moeten harder ingrijpen bij de banken. Het heeft weinig zin om ze steeds maar geld toe te werpen. Zo heeft Japan in 1989 ook geprobeerd om uit de bankencrisis te raken, maar daar is het land zelfs nu nog altijd niet helemaal uit. De Zweden hebben in de jaren negentig wel heel hard ingegrepen: ze hebben de banken genationaliseerd en alle rommel apart geplaatst. Dat heeft hen behoorlijk veel geld gekost, maar na een jaar is de economie er wel weer op dreef gekomen. In Europa moeten we dat ook doen: banken nationaliseren en herstructureren, de rommel uit de balansen halen en eventueel zelfs nieuwe banken creëren. In zekere zin volgt Nederland dat spoor: Fortis Bank Nederland en ABN Amro zijn genationaliseerd en de rommel zit bij de beursgenoteerde holding.

Ook de autosector schreeuwt nu om overheidshulp.

DE VRIES: Ik ben niet zo voor overheidshulp aan de autosector, want dat gaat ons heel veel geld kosten. Als de overheid hard ingrijpt bij de banken en de balansen daar opkuist, zijn de grootste problemen voorbij, denk ik. Dan zullen ze wel weer kredieten aan elkaar beginnen te verlenen en aan de bedrijven, bijvoorbeeld uit de autosector. Mijn ervaring is dat banken beter kunnen oordelen over de levensvatbaarheid van bedrijven dan de overheid.

Moet er meer regulering en controle komen op het bankwezen?

DE VRIES: Er zijn voldoende regels, maar misschien moeten we wel slimmere regels bedenken. We moeten bijvoorbeeld de beloningsstructuur van bestuurders en management aanpakken. Niet uit afgunst, maar wel vanwege het risico-element: als een groot risico beloond wordt met zo’n hoge bonus dat de topman voor de rest van zijn leven binnen is, dan is de verleiding bij zo’n manager natuurlijk groot om zo’n groot risico te nemen. Die beloning moet dus zo georganiseerd worden dat de bonus pas op lange termijn wordt uitgekeerd als de beslissing een succes blijkt. Of het moet mogelijk worden dat een bonus wordt teruggevorderd.

Moeten we die ingewikkelde, afgeleide financiële producten verbieden? Moet een bank zich weer beperken tot sparen en lenen?

DE VRIES: Je mag toch niet vergeten dat we ook veel voordeel gehad hebben van de financiële producten. De banken moeten dan ook niet terug naar het traditionele ban-kieren. Kijk, de roep om gisteren is altijd groot als men het even moeilijk heeft, maar dat is eigenlijk zielig.

Zielig?

DE VRIES: Volgens sommigen was het vroeger altijd beter, maar daar geloof ik niks van. U hebt thuis een televisie? Een mobiele telefoon? Een auto? Internet? En wat had uw grootmoeder? Oma had het sléchter dan haar kinderen en kleinkinderen.

En de huidige crisis en recessie gaan daar niets aan veranderen?

DE VRIES: Wat we nu meemaken, is een duidelijke correctie, maar zo werkt het kapitalistische systeem nu eenmaal. Het is ook niet zo erg om nu en dan zaken die niet functioneren stop te zetten en nieuwe initiatieven te nemen. Onder het communistische systeem had je geen correcties, toen ging het alleen maar bergafwaarts. Dus het komt wel weer goed. Uit elke crisis, uit elke correctie leren we bij en gemiddeld zijn we toch steeds een stuk beter af dan vroeger.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content