Het is maar de vraag wat de Amerikanen dan wel te vrezen hebben – hadden – van, ocharmen, wijlen de Belgische genocidewet. Met evenveel hardnekkigheid als die waarmee ze deze tien jaar oude wet hebben bestreden, gaan ze dezer dagen ook te keer tegen het Internationaal Strafhof. Ze willen er immuniteit voor zichzelf afdwingen en bedreigen dwarsliggers met het opzeggen van hulpprogramma’s allerlei. Ze twijfelen toch niet aan de rechtmatigheid van hun internationale optreden?

Misschien bestaan daar redenen toe. Wat al maanden geleden te vermoeden viel en vandaag haast met zoveel woorden wordt toegegeven, is dat Amerika’s oorlog tegen Irak misschien niet met de juiste middelen, mogelijk wel om de juiste redenen, maar zeker niet met correcte argumenten is gevoerd. Het is mooi om de wereld en met name de Irakezen te verlossen van een gruwelijke dictatuur, maar dat is in de pax americana slechts een gunstig bijeffect. De oorlog ging officieel om Saddam Hoesseins massavernietigingswapens en diens banden met de Al-Qaedaterreur. Quod non dus. Die leugens bezorgden de Europese scepsis over de oorlog met terugwerkende kracht een hoop extra draagkracht.

De internationale diplomatie opereert natuurlijk in een wetteloze ruimte, waarin legitimiteit niet berust op dwingende regels zoals in een rechtsstaat, maar op zuivere, bij voorkeur militaire en financiële macht. Daar kan een grootmacht als de Verenigde Staten zich het gebruik, eigenmachtig en unilateraal, van pure macht best permitteren, bijvoorbeeld door zonder knikje van de Verenigde Naties of van een betekenisvol aantal partners Irak aan te vallen. Dat betekent nog niet dat dit de efficiëntste manier is om het gewenste resultaat te krijgen.

Het publiek en de verder niet erg moedige Democratische oppositie vinden de prijs voor die hegemoniale politiek nu al te hoog. Die prijs, dat zijn de soldaten in bodybags – al gaat het ‘slechts’ om enkele tientallen sinds Bush op 1 mei officieel de eindoverwinning opeiste – en de bezettingskosten van 4 miljard dollar per maand. Voor de ideologisch verblinde neoconservatieven die het in Washington voor het zeggen hebben, zijn dat slechts beuzelarijen. Zij zetten de strafste middelen in omdat ze daar nu eenmaal over beschikken. Ze hebben meer oog voor onmiddellijke resultaten dan voor calculaties op langere termijn. Daardoor heeft het post-Saddam-Irak voor hen nu zoveel lelijke grappen in petto.

Hun neiging om op de meest absolute manier hun gelijk op te leggen, heeft ondertussen hun natuurlijke bondgenoten, zeker in Europa, van hen vervreemd. Bullebakkerij en systematische afdreiging, zoals tegen de genocidewet, zijn niet de netste manieren om vriendschappen te onderhouden. Terwijl het niet eens hoeft. Europa reageert misschien wat aarzelend, maar het is nu eenmaal zelf genoeg het slachtoffer van oorlogszucht geweest. Maar verder is het de kwaadste niet, zoals onder meer de NAVO-inzet in Afghanistan, de gezamenlijke vredesoperaties in de Balkan of de Europese solidariteit na ’11 september’ hebben bewezen. De VS en Europa hebben nu eenmaal heel wat gemeenschappelijks te verdedigen, al prefereren ze elk hun eigen methodes.

En dan is er nu die Poolse minister die komt verklaren dat zijn land de VS alleen maar omwille van de olie in Irak een handje is gaan helpen, niet omwille van dat geklets over democratie of wereldvrede. Cynisme werkt kennelijk aanstekelijk, met een veralgemeende corrumpering van het publieke discours als resultaat.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content