De Belgische topskiërs proberen internationaal door te breken.

Van 20 tot en met 23 januari worden in het Franse Vars de Belgische skititels verdeeld. Een handvol Belgen – Jeroen van den Bogaert, Bart Mollin, Johan Schreurs, Dax Vercauteren en Karen Persyn – probeert ondertussen voet aan de grond te krijgen in het internationale circuit. Sommigen proberen af en toe hun geluk in de wereldbekerraces. Voorlopig zonder succes. In lager gequoteerde, maar nog altijd internationale races wil het wel al eens lukken en laten ze plaatsen in de toptien noteren.

Van den Bogaert en Vercauteren trainen in Oostenrijk met de regionale ploeg van Steiermark, Persyn heeft haar eigen Franse coach en woont in Vars. Eric Stappers, in de jaren negentig Belgiës beste skiër, is de trainer van de nationale ploeg en van het duo Mollin/Schreurs en ziet vooruitgang: ‘In vergelijking met vijf jaar geleden is het verschil groot. Een vijftal skiërs is professioneel bezig. In de zomer trainen ze op de gletsjers, nu draaien ze volledig mee in het circuit. Karen Persyn is negentien en heeft veel talent. Omdat de kloof met de wereldtop nog te groot is, doet ze nog ervaring op in de FIS-koersen en de Europabeker. Ook Van den Bogaert kiest vooral die wedstrijden. Bart Mollin en Johan Schreurs zoeken wat vaker de wereldbeker op. Ik denk dat de topdertig niet zo veraf meer is. Tijdens de wereldbekerwedstrijden in Amerika skiede Bart Mollin bij de tussentijden binnen de halve seconde van de top-dertig die aan de tweede reeks mag meedoen.

‘Het grote probleem is dat we te veel risico’s moeten nemen om ons puntentotaal te verbeteren, waardoor we nog te vaak uitvallen en te vaak achteraan moeten starten als de piste al herschapen is in een slagveld. Zo verlies je handenvol seconden. Dat de resultaten er voorlopig nog niet uitkomen, heeft zeker wel met de pistes te maken. In het begin van het seizoen zijn ze niet hard genoeg, zeker als je in de tweede helft van het pak moet starten. In het begin van het seizoen plooit elke skiër zich dubbel om in de nationale selectie voor het WK te geraken. Ik verwacht dus betere resultaten in de tweede helft van het jaar. En we blijven vooral focussen op de technische nummers omdat we daar beter voor kunnen trainen. Het grote probleem blijft het geld. Federatie en BOIC steunen, maar de grootste inspanningen worden individueel geleverd, ook al omdat we niet als één team naar buiten komen. Iedereen volgt een eigen programma. Maar ik ben echt optimistisch. Over een paar jaar denk ik echt dat we nog een pak verder zullen staan en dan is deelname aan de Winterspelen niet langer een utopie.’

Dirk Gerlo

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content