Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Rik Wouters en de menselijke figuur. Een hommage in Mechelen aan de grote Brabantse fauvist.

Kunnen kleuren zingen? Dat is vanzelfsprekend, maar de ene kunstenaar is het al meer om pure muzikaliteit te doen dan de andere. Er is niets te horen, en toch stromen hele symfonieën door het lichaam en de geest van de beschouwer en in de ruimte. Noten, kleuren en taalklanken kunnen harmonieën aangaan op een golflengte die poëzie heet. Songlines, dreamlines.

Onder de kleurenzangers in de kunst van deze eeuw was Wassily Kandinsky de grootste. In theorie maakte hij abstracte kunst, in werkelijkheid muziek: koralen van kleur, hemels en onaards zinnelijk door elkaar. Noemt iemand Claude Debussy ooit een abstract kunstenaar?

De overlevering wil dat Rik Wouters (1882-1916) gek was op de gedichten van Guido Gezelle, klankenkunstenaar als geen ander. Wouters’ vurig beminde vrouw Hélène Duerinckx, die doorgaans weinig moeite deed om een deftig woord Nederlands te spreken, slaagde erin om haar door kaakkanker aangetaste echtgenoot te ontroeren met het voorlezen van “Een bonke keersen kind”, “daar stond in ’t veld een blommeken” of “de kraaien”.

Zoals muziek – of ze moet van engelenkoren komen – niet tot haar recht komt in een schaapstal omdat ze er niet kan resoneren, zo verschijnen zelfs de meest muzikale schilderijen dof en kleurloos, wanneer ze in een slecht of kunstmatig verlichte ruimte hangen. Noten en kleuren hebben een gave omgeving nodig, een akoestische of een visuele. Kleuren moeten immers aangeraakt worden door het natuurlijke licht waaruit ze ontstaan zijn en waarnaar ze altijd talen om zich werkelijk te kunnen tonen.

De zalen op de bovenste verdieping van het Cultureel Centrum Antoon Spinoy in Mechelen, in 1958 gebouwd volgens de plannen van architect Jan Van Meerbeeck, hebben alle kwaliteiten om de sensuele symfoniëen van de Brabantse fauvist Rik Wouters te ontvangen. Van Meerbeeck maakte ze breed en ruim en voorzag ze van zenitaal licht dat – een weinig gefilterd – een helder luminante atmosfeer verspreidt.

DE SCHADUWKANT

In navolging van de door hem bewonderde Vincent van Gogh zag Wouters voor de moderne schilderkunst maar twee relevante genres weggelegd: het landschap en het portret. En hoewel de tentoonstelling in Mechelen uitsluitend op de menselijke figuur is toegespitst, dringen florale en solaire elementen er overal doorheen. Dat is nu eenmaal zo voor wie door dik en dun naar de natuur schildert.

Zonder zon en zonder bloemen is de kunst van Rik Wouters niet denkbaar. Hij bouwde met licht en kleur, vaak in een vergelijkbaar gamma als zijn grote voorbeeld Paul Cézanne, zij het met een feller koloriet. En terwijl de meester uit Aix-en-Provence naar een uitgepuurde constructie toe werkte, had de in Bosvoorde actieve schilder vooral oog voor het volbloedig lichamelijke model dat voor hem stond, zat of lag, veelal luisterend naar de naam Nel.

Cézannesk was uiteraard ook de bijna schetsende hand, de dunne verf in vlekken aanbrengend, zodat de onbeschilderd gebleven delen van het doek het schilderij luchtig, transparant en levend houden. Wouters kon zijn gaven als weergaloos kolorist in volle vrijheid uitleven, aangezien hij ze schraagde op een al even indrukwekkende beheersing van de tekening, een aspect waaraan in Mechelen een bijzondere zorg is besteed.

Het zijn de tekeningen die uiteindelijk ook de donkere schaduwkant, het eigenlijke drama in Wouters’ leven het scherpst zullen reveleren: het krijgsgevangenenkamp in Amersfoort en Zeist, de ontbering en de fysieke aftakeling. “Rik met de zwarte ooglap” – de wegrottende kaak slecht verbergend.

Het op één as brengen van zijn twee beste sculpturen, het schwungvol uitzinnige “Zotte Geweld” en het gesloten en zware “Huiselijke Zorgen”, geeft een krachtige dynamiek aan het geheel. De catalogus haalt niet hetzelfde hoge niveau: sommige van de beste werken op de tentoonstelling (“Opvoeding B”) staan er niet in afgedrukt, en het raffinement in het koloriet gaat (zoals vaak in boeken over Wouters) voor een deel verloren. Veel wordt goedgemaakt door het essay van Stefaan Hautekeete. In een zeldzaam heldere stijlanalyse toont hij zich wèlin staat om tot onder de poriën vanRik Wouters’ picturale huid door te dringen.

CC A. Spinoy, Minderbroedersgang 5, Mechelen. Tot 11.4 elke dag open van 10 tot 18 u. Maandag gesloten.

Jan Braet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content