Bij de GIMV wachten ze ‘het goede moment’ af om naar de beurs te gaan. Maar dat moment is misschien al voorbij.

Zeg nooit meer Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen tegen de GIMV. Dat is voltooid verleden tijd, de tijd van het Vlaamse staatskapitalisme en van de politieke tweevuldigheid, voorzitter Raynier van Outryve en directeur-generaal Gerard Van Acker, twee onafscheidelijke voormalige kabinetards, respectievelijk uit het christen-democratische en het socialistische kamp.

De Vlaamse durfkapitalist noteert nu op de beurs en investeert graag in het buitenland. Van Outryve is al bijna twee jaar met pensioen en werd opgevolgd door Herman Daems, hoogleraar strategisch management (KU-Leuven) en kabinetschef van minister voor Economie Eric Van Rompuy (CVP) in de vorige Vlaamse regering. Directeur-generaal Van Acker is op dit moment vleugellam, want op het SuperClub-proces in Hasselt eist de procureur tegen hem een effectieve gevangenisstraf.

De nieuwe economie blijkt geen zegen voor een Vlaamse openbare investeringsmaatschappij. Privatiseren dus. In 1997 al bracht minister Van Rompuy 30 procent van de GIMV naar de beurs, om de groep beter in de markt in te passen en het beursklimaat in Vlaanderen te stimuleren. Zijn liberale opvolger op economie, Dirk Van Mechelen, draagt op zijn beurt 30 tot 40 procent naar de beurs. Liberale vrijemarktobsessie ? Het brengt de Vlaamse overheid schoon geld op. Vlaanderen is straks dus zijn investeringsmaatschappij kwijt, met de overheid alleen nog tijdelijk als referentieaandeelhouder.

Het Vlaanderen van Gaston Geens – de tijd van de Derde Industriële Revolutie in Vlaanderen – richtte in 1980 met 400 miljoen frank belastinggeld de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen op. Tien jaar later liepen Van Outryve en Van Acker erbij als geslagen honden. Zij hadden hun vingers verbrand aan dossiers als de Kempense Steenkoolmijnen en de Boelwerf. De regering reduceerde de GIMV tot zijn kerntaak. Ondanks die bittere nasmaak kan niemand ontkennen dat het volk van de Antwerpse Karel Oomsstraat aardige successen heeft behaald.

De openbare investeringsmaatschappij is niet de sterfput geworden voor half failliete bedrijven die de overheid onder politieke of vakbondsdruk meende te moeten redden. Zij boekte successen met Barco, Innogentics, Imec, Xeikon, LMS, Kinepolis. De intrinsieke waarde van de groep gaat naar 80 miljard frank. Zij is de belangrijkste speler op de markt van risicokapitaal in Vlaanderen.

Een risicokapitaalverschaffer leeft van de meerwaarden op zijn investeringen. Hij stopt geld in een beginner of een groeier en als het aandeel rijp is, verkoopt hij het. Exits heet dat, en het is daarbij een voordeel als de beurzen een hoge vlucht nemen. In de eerste jaarhelft boekte de GIMV 2,25 miljard meerwaarden op desinvesteringen. Ruim een half miljard alleen al van de verkoop van haar belang in het Amerikaanse biofarmabedrijf Corvas.

EUROPESE KAPITAALGROEP

Voorzitter Herman Daems gelooft niet in de financiële verankering van bedrijven. Of ondernemingen al dan niet in Vlaanderen investeren of er blijven, heeft niets met Vlaams kapitaal te maken. Die les is dus geleerd: de GIMV beschouwt het niet als haar opdracht te verankeren. Zo investeerde de durfkapitalist in de eerste negen maanden van dit jaar zeven miljard frank in 104 bedrijven. Van dat geld ging 57 procent naar het buitenland. Een kwart van de portefeuille van de GIMV bestaat uit belangen in bedrijven in Europa, Canada, de Verenigde Staten… Zo is de Vlaamse groep betrokken bij de Russische parfum- en cosmeticagroep Kalina, een soort Oost-Europese Procter & Gamble. Gerard Van Acker formuleert het krachtig: de GIMV wordt een sterke Europese kapitaalgroep met zetel in Vlaanderen.

De privatisering van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen heeft nooit aanleiding gegeven tot een groot maatschappelijk debat. Het is de economische tijdsgeest dat de overheid zich uit het economische leven terugtrekt. In het Vlaams parlement was er enig protest. De vakbonden verklaarden zich tegenstander en daar bleef het bij. Vreemd is dat net de werkgevers van het Vlaams Economisch Verbond dwars gingen liggen. De Antwerpse Brouwersvliet waarschuwde dat het te vroeg was voor een privatisering, omdat de GIMV een van de weinige instrumenten is die Vlaanderen heeft om stabiel kapitaal op lange termijn aan de bedrijven te verschaffen.

In de huidige Vlaamse regering is elke minister met zijn eigen bevoegdheidspakketje bezig en kan Dirk Van Mechelen de GIMV haar gang laten gaan. Alleen vice-voorzitter Steve Stevaert pruttelde een enkele keer tegen. De GIMV is er om maatschappelijke projecten in Vlaanderen te realiseren en hoeft geen applaus voor de financiële meerwaarden die zij creëert. Maar de socialistische excellentie maakte vlug de rekening dat de vele miljarden van de tweede beursgang zouden kunnen dienen om het mobiliteitsprobleem te helpen oplossen.

Afgelopen week bracht de buitengewone algemene vergadering van de GIMV alles in gereedheid voor een nieuwe aandelenplaatsing op de beurs van 30 tot 40 procent. Dat zou in de eerste helft van volgend jaar gebeuren. Dirk Van Mechelen en Herman Daems doen alsof er niets aan de hand is, maar ze kunnen moeilijk ontkennen dat de beursgang aanvankelijk voor het voorbije najaar was gepland. De Vlaamse overheid moet op de inkomsten wachten.

Voorzitter Daems wacht het goede moment af. Maar dat goeie moment is misschien al voorbij. De koersen op de beurzen zijn niet meer wat ze waren. Het GIMV-aandeel is er een stuk goedkoper op geworden: nu kost het 46,5 euro, begin november betaalden kopers er nog 75 euro voor – halfweg 1988 piekte de GIMV over de 100 euro. De GIMV klaagt over zijn onderwaardering. De intrinsieke waarde ligt inderdaad een stuk boven de beurskapitalisatie. Maar zo gaat dat op de markt.

DIRECTEUR-GENERAAL BELAAGD

De komende beursgang kent nog enkele bijkomende problemen. De mogelijke veroordeling van directeur-generaal Gerard Van Acker in het SuperClub-proces in de eerste plaats. In de cel komt hij vast nooit, maar een veroordeling kan hem zijn bestuursmandaat kosten. Dat valt met een beroepsprocedure nog wel te rekken, maar de beschadiging van de GIMV-topman is niet meer te vermijden. Voorzitter Daems houdt de moed erin: wij staan als één man achter onze directeur-generaal.

En Lernout & Hauspie natuurlijk. Gerard Van Acker zit in de nu gebrandmerkte raad van bestuur van LHSP. De Gewestelijke Investeringsmaatschappij van Vlaanderen steunde van bij de start de taaltechnoloog – die bij de banken toen nog niet welkom was. De jongste tijd bouwde de GIMV haar belang af, van 18 naar nog slechts een goede twee procent. Enkele maanden geleden kondigde zij aan er volledig uit te zullen trekken. Omdat ze haar taak als volbracht beschouwde of de eerste tekenen van onraad rook? In elk geval, die participatie die op piekkoers acht miljard frank waard is, staat nu voor slechts 123 miljoen in de boeken.

Bij Lernout & Hauspie is de GIMV nog niet uit de problemen. Bij Telenet Vlaanderen ook niet. De huidige aandeelhouders van de Vlaamse telefoon- en internetmaatschappij – de GIMV, de zuivere kabelintercommunales en een klein financieel consortium – bereikten in november een akkoord voor de verkoop van 53,5 procent van de aandelen aan het Amerikaanse Callahan Associates.

Daar ging heel wat politiek gepalaver aan vooraf, maar de tegenstanders zwichtten voor het geld. Callahan zou 70 miljard frank op tafel leggen voor Telenet, dat nog nooit winst heeft gemaakt, plus een belangrijk bedrag voor de inbreng van de kabelmaatschappijen. Maar ook voor de Amerikanen is de wereld intussen veranderd: de koersen van de telecombedrijven op de beurzen blijven afkalven. De Amerikaan vraagt nu een hoge prijskorting.

De negatieve beeldvorming rond Lernout & Hauspie en Telenet zullen de beursgang van de GIMV niet bevorderen. Het uitstel van de operatie kost de Vlaamse overheid – wat de Vlaamse belastingbetaler betekent – naar schatting nu al zestien tot twintig miljard frank. Op de beurs wordt intussen niet meer roekeloos gespeeld, aarzeling is er eerder troef.

Voor de Europese investeringsmaatschappij GIMV, die toevallig in Antwerpen is gehuisvest, is de Vlaamse overheid na de beursgang alleen nog een belangrijke aandeelhouder. Maar het is niet eens zeker dat het zo blijft. Bij eventuele toekomstige kapitaalverhogingen zal de belastingbetaler steeds mee moeten dokken, anders ziet Vlaanderen zijn referentieaandeelhouderschap snel verwateren. Schrap de G en de V maar uit GIMV: de maatschappij heeft nog te weinig met gewestelijk en Vlaanderen te maken.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content