Met het einde van het hyperindividualisme groeien de kansen voor de VU. Geert Bourgeois gelooft in zijn partij.

Anders dan Patrik Vankrunkelsven zal Geert Bourgeois niet over een draad van het militair domein in Kleine Brogel klimmen. Dat is zijn stijl niet en de VU telt voldoende andere mensen om het Willy Kuijpers-gehalte van de partij hoog te houden. Anders dan Bert Anciaux wil het Izegemse kamerlid ook niets over zijn privé-leven kwijt. Als het daarover gaat, stokt de spraakwaterval. De boodschap blijft beperkt tot: “Ik ben gelukkig getrouwd en heb twee zonen”. Cameraploegen moeten dus geen beelden komen schieten in zijn keuken. “Dat is een levenshouding: voor mij staat politiek voor een maatschappelijk project. Mijn privé-leven doet daarbij niet terzake.”

Geert Bourgeois wordt in 1951 geboren als zoon van een onderwijzer en een arbeidster die haar baan liet staan voor haar gezin. Zijn vader was lid van het Vlaams Nationaal Verbond (VNV), collaboreerde in de oorlog en werd daar nadien voor gestraft. “Mijn vader veroordeelde de fouten van de collaboratie maar had persoonlijk een zuiver geweten en keek sereen terug op die periode. Die jaren hebben hem niet verbitterd.”

Geert Bourgeois zit in de klas met de latere secretaris van het IJzerbedevaartcomité, Koen Baert. Op zijn zestiende wordt Bourgeois lid van de Volksunie. Als student van de poësis is hij al secretaris-penningmeester van de toen nog kleine Izegemse afdeling. De taalstrijd woedt. Er was de herrie geweest rond de taalwetten van 1962-1963, de vernederlandsing van de universiteit van Leuven staat in het brandpunt van de belangstelling, de Volksunie wordt slapend rijk.

Uit deze jaren herinnert Bourgeois zich een televisiedebat met Maurits Coppieters (VU) en Robert Houben (CVP). Gevraagd naar een definitie van politiek, antwoordt de toenmalige CVP-PSC-voorzitter, voorspelbaar: “De kunst van het haalbare”. Coppieters komt als tweede aan de beurt en geeft een heel andere omschrijving: “Politiek is vorm geven aan de medemenselijkheid”. Bourgeois vindt het vandaag nog altijd een geschikt credo.

Na zijn humaniora trekt de West-Vlaming naar de universiteit van Gent. “Het was de tijd dat studenten van een katholiek college zich nog bij de priesters moesten verantwoorden waarom ze niet in Leuven gingen studeren.” Bourgeois verschaft geen uitleg. Hij is actief binnen de jongerenafdeling van de Volksunie en binnen de Vlaams Nationale Studentenunie (VNSU).

Terug in Izegem voert de vijfentwintigjarige advocaat in 1976 de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen aan. Het is de eerste keer dat de VU in deze stad een lijst indient. Van 1983 tot 1994 is hij schepen in een coalitie zonder de CVP, maar met de socialisten en een lokale lijst. Met zijn dossierkennis en een goed georganiseerd dienstbetoon legt hij de basis voor de goede uitslagen van de VU.

Binnen de VU geldt hij als een talent, maar het duurt tot 1995 voor hij parlementslid wordt in het arrondissement waar ooit de onstuimige Mik Babylon voor de nodige ambiance zorgde. De entree in de assemblee gaat niet ongemerkt voorbij. Zelfs tegenstanders prijzen zijn parlementair werk. Door zijn werk in de commissie-Dutroux (waaruit hij uiteindelijk ontslag neemt) groeit zijn naambekendheid bij het grote publiek.

Na de kleine verkiezingsoverwinning van de alliantie VU-ID21 verzet Bourgeois zich tegen de toetreding van de VU tot de Vlaamse regering. Overigens heeft Bourgeois het nooit zo op de alliantie met ID21 begrepen. De VU straalt te weinig zelfvertrouwen uit, vindt hij. Te veel kopstukken twijfelen te hard aan de eigen boodschap van het volksnationalisme en aan het politieke instrument, de partij.

Bourgeois gelooft wel in zijn boodschap en in de partij. Daarom schrijft de voorzitter van de kamerfractie op 11 november een twaalf bladzijden lang programma voor de partij neer. Hij wil voorzitter worden en van de VU weer een middelgrote partij maken. In ‘zijn’ Izegem heeft de VU haar grootste afdeling. In vele gemeenten bestaan er alleen nog papieren afdelingen. In andere is er helemaal geen VU meer. Het aantal leden is in vijftien jaar tot een derde teruggelopen. In Gent telde de VU bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen nog één verkozene. In Antwerpen, waar de wieg van de partij stond, is de VU virtueel dood.

EEN BRUGGENBOUWER

Bourgeois geldt als een workaholic. Met zijn sobere levensstijl gaat hij net niet zo ver als minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (SP), van wie collega’s zeggen dat hij compleet uit de bol gaat als hij van mineraalwater op spuitwater overschakelt. De Vlaamse revolutie die bij het naar binnen gieten van liters bier aan de toog wordt gepredikt, is niet aan hem besteed.

Zijn medestanders in Izegem herkennen Bourgeois niet in het beeld dat sommigen de voorbije weken van hem schetsten. “Geert is een overtuigd Vlaams-nationalist, maar tegelijk ook ruimdenkend”, zegt Eric Vandewalle, die op het college nog les gaf aan de opvallend sterke klas met onder meer Bourgeois en Koen Baert.

Vandewalle is arrondissementeel voorzitter van de VU en was schepen in Izegem. “Als oppositieleider in de gemeenteraad of in de Kamer kan Bourgeois scherp uit de hoek komen”, zegt Vandewalle. “Maar in zijn eigen biotoop is hij een man van de verzoening, een bruggenbouwer.” Bourgeois heeft “de ernst van de provincie”, zei een partijlid vorig weekend en hij liet verstaan dat de VU daar na zoveel jaren Bert Anciaux wel aan toe was.

“Geert is geen lachvogel, moet het meer hebben van de relativering en de milde ironie”, zegt Vandewalle. “Op sommigen maakt hij met zijn dossierkennis een koele en afstandelijke indruk. Maar wie met hem heeft gesproken, is verrast door zijn warmte en gedrevenheid. Beroepsernst is de basis van zijn werk als advocaat en politicus. Dat hij niet meer zal pleiten om zich voltijds met de VU bezig te houden, moet een zware beslissing geweest zijn.”

In de Volksunie valt deze dagen geregeld de naam van Vic Anciaux. De vader van Bert leidde de partij door de moeilijke periode na het Egmontpact. Veel partijleden hopen dat Bourgeois zoals Anciaux veel in de afdelingen zal komen, de gelederen zal doen sluiten, mensen zal stimuleren en afdelingen nieuw leven zal inblazen. “Dat wij in Izegem 450 leden hebben, danken we in hoge mate aan het werk van Geert. Hij is geen vlaggenzwaaier, maar een ernstig politicus met een overtuiging. Voor hem is politiek een opdracht, bijna een geloof of een roeping”, zegt Vandewalle.

De lokale partij heeft een Vlaams Huis en geeft vier keer per jaar een eigen blad uit (Bourgeois is in Brussel ook een pleitbezorger van het voortbestaan van het weekblad Wij). Eén keer per jaar is er een grote politieke vergadering en de nevenorganisatie “De Vlaamse studie- en vormingskring” nodigt intellectueel Vlaanderen uit voor lezingen over filosofie, politiek of in-vitrofertilisatie. Toen de vrijzinnige filosoof Etienne Vermeersch eens op het programma stond, waarschuwde de deken zijn gelovigen. Vermeersch kon er wel om lachen. Hij kent de binnenkant van de kerk.

IN GOED GEZELSCHAP

Ten onrechte krijgt Bourgeois het stempel van een conservatief politicus. De belangrijkste verschillen met Vankrunkelsven slaan niet op de Vlaamse en maatschappelijke profilering. Het gaat in essentie om een andere stijl en voorkomen. En het gaat, zoals gezegd, vooral om het geloof in eigen kunnen. Verwacht mag dan ook worden dat Bourgeois geen conflict over de Vlaamse regering aangaat en de samenwerking met ID21 gewoon voortzet. Straks zijn er immers gemeenteraadsverkiezingen. Op langere termijn moet hij nieuw en jong volk naar de partij halen.

“Vijftien jaar geleden leken sommige jeugdbewegingen op een babysitdienst. Vandaag blijven leiders hangen tot ze ouder zijn dan twintig. De periode van het hyperindividualisme is voorbij. Dat hoor ik van de jongeren. Daar ligt onze toekomst, want de VU koppelt juist authentiek individualisme – geen narcisme – aan verantwoordelijkheid en gemeenschapszin.”

Bourgeois wil jongeren lokken met een verhaal over de samenhorigheid van het moderne Vlaams-nationalisme. “Mensen als Francis Fukuyama kondigden eind jaren tachtig het einde van de geschiedenis aan. Nu erkennen ze dat mensen de wereld niet willen zien evolueren naar één hamburgertent met cola als volksdrank”, zegt Bourgeois.

“Ons natievormend project is het antwoord op de globalisering.” Hij voelt zich in goed gezelschap. “De London School of Economics, de denktank van Tony Blair, heeft het ook over “more global and more village.” Ik vertaal dat: mijn dorp in de wereld. En ons dorp is Vlaanderen. We moeten ons niet in Vlaanderen willen opsluiten, maar met Vlaanderen aan de wereld participeren. Zoals een Brits diplomaat het zei: een moderne natie is datgene waartoe ze behoort.

Peter Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content