Wij van Knack worden door andere bladen wel een enkele keer de loef afgestoken, maar dan slaan wij nadien altijd extra hard terug. Vorige week kreeg u daarvan een mooi voorbeeld. Wat was gebeurd ? Humo had, ondanks alle kritiek op de Big-Brothermania, zijn voorpagina opgesierd met Betty. Een grandioos idee. Zo een waar ze bij Dag Allemaal nooit op zouden komen. En bij ons eerlijk gezegd ook niet.

Onze chef-Wetstraat kreeg dinsdagochtend, kort voor de redactievergadering, de nieuwste Humo op zijn bureau. En op zijn nuchtere maag. Betty op de cover, die dreun kwam zwaar aan. Van Cauwelaert zat enkele tellen groggy te knikkebollen, maar stoof daarna met een stoot nieuwe energie overeind, stormde de redactieruimte binnen en riep iedereen rondom zich. Wij schuifelden beteuterd dichterbij, want wij hadden het ook gezien, van Betty, en beseften dat we verslagen waren met onze Fidel Castro 75.

‘Mannen’, bulderde onze chef-Wetstraat zoals Napoleon moet hebben gedaan toen hij zijn leger oppepte voor de slag bij Austerlitz. ‘Mannen, wij hebben een veldslag verloren, maar niet de oorlog. Zij pakken uit met Betty? Wij zetten Kristien Hemmerechts op de cover!’

Er had net zo goed een NAVO-straaljager door het BMC-dak kunnen vallen. Wat trouwens vorige donderdag op een haartje na gebeurde, maar dat zullen wij een andere keer vertellen, het is nu niet het moment. Kristien Hemmerechts op de één van Knack. Een gouden inval, eens te meer, van onze hoofdredactie. Er ontstond in de groep van cheffen, redacteurs en redactrices een opgewonden geroezemoes dat algauw overging in gejuich en een driewerf hip (hoera) voor onze chef-Wetstraat. Die stond het allemaal glunderend aan te kijken. Het is voor ogenblikken als deze dat een mens hoofdredacteur wordt. Voor iets anders hoeft hij het niet te doen.

En terwijl ondanks het vroege uur de eerste flessen aan hun rondgang begonnen, bracht Van Cauwelaert een toost uit op zichzelf. ‘Ik zou het gezicht van de Mortier willen zien als ze hem volgende week de Knack onder zijn snor duwen’, gniffelde hij opgewekt, en sprak woorden van dank aan al wie hem persoonlijk feliciteerde met zijn trouvaille.

‘Laat mij een voorspellingskse doen’, vervolgde onze chef-Wetstraat, die na nog twee glazen zijn euforie naar onbekende hoogten zag stijgen. ‘Voor Humo zal het zwaar aankomen, maar voor Bonanza wordt dit het einde. Die liggen volgende week niet meer in de winkel, let op mijn woorden. Wouterke zal zichzelf tegenkomen en dat zal, net als voor alle anderen, een schok zijn.’

Hierna ging hij Roeselare verwittigen en sommeerde de BMC-decorateur in zijn kantoor, waar een muurschildering de wekelijkse verkoopcijfers van Knack aangeeft. ‘Verhoog de X-as, tot aan het plafond’, gebood onze chef-Wetstraat plechtig, en zeeg neer in zijn luxueuze bureaustoel om daar vergenoegd zijn leven te overdenken.

Kristien Hemmerechts als tegenzet tegen Betty, dat was een superieure vondst. Want als er in Vlaanderen iemand model staat voor het exhibitionisme en voyeurisme waarop Big Brother teert, dan is het wel La Hemmerechts. Zij heeft van haar hele leven een Big Brother gemaakt. We zullen het allemaal vernemen, alles wat ze beleeft, denkt, eet, droomt, leest, hoort, ziet, voelt, ruikt en noem maar op. Via dag- en weekbladen, door radio en televisie, langs internet en flinternet, hoe dan ook dringt ze zich aan onze aandacht op en niemand zal eraan ontsnappen.

Vergeleken met Hemmerechts is Betty een amateur uit een West-Vlaamse charcuterie. Niet alleen troefde de schrijfster haar rivale af met een integrale naaktfoto die zelfs de kolommen van De Nieuwe Standaard opluisterde. Niet alleen was er de publieke rouw over wijlen haar vorige man, en daarna de publieke vreugde over haar nieuwe. Niet alleen dienden wij via De Standaard Magazine een onverwerkt vadercomplex mee op te lossen. Maar waar in Big Brother het allerlaatste taboe heerste, namelijk op het toilet, gooide Hemmerechts ook die pudeur overboord. Want hoe ze plaste, dat had ze nog niet wereldkundig gemaakt. In een kerstverhaal in Knack kon een goed verstaander tussen de regels door wel enkele vreemde attitudes vermoeden, maar op de regels was daarover geen klaarheid geschapen. Zoals zo vaak in Knack.

In Humo van een paar weken geleden werd dat gemis ruimschoots goedgemaakt. Zes bladzijden ruimden de Finnen ervoor in, voor hoe mevrouw Hemmerechts urineert. Wij citeren letterlijk, en wie denkt dat wij ’t verzinnen of aandikken is mis: ‘Ik ben met één been links en één been rechts van de wc-pot gaan staan, en toen ben ik met licht gekromde benen beginnen plassen. Met bewondering stelde ik vast dat het straaltje mooi uit de tuit liep. Maar toen ik mijn broek optrok voelde ik nattigheid. Er was bovenaan de tuit een stuk naar binnen gevouwen, heb ik achteraf gemerkt. Het werkte van geen kanten. Voor mij is het bijvoorbeeld een bijzonder genot de laatste druppel eruit te persen. Waarschijnlijk is dat een kwestie van techniek, maar dat moet ik zittend of hurkend doen. Ik ben na het testen van de plastuit gewoon nog eens lekker op de pot gaan zitten. Ik vind het eigenlijk ook wel plezierig op wandeltochten in open lucht te plassen, maar dan ga ik achter een boom zitten. Het hurkend plassen in de natuur vergt trouwens enige vaardigheid. Je moet zien vanwaar de wind komt, je moet voorkomen dat het straaltje recht naar je voeten loopt, en je mag niet lompweg op je voeten pissen.’

Zullen we het daar maar bij laten voor wat mevrouw Hemmerechts betreft?

Vorige week hoorden wij op Radio 1 een mooi archieffragment van Karel Hemmerechts, die samen met Maurice De Wilde verslag uitbracht over het huwelijk van koning Boudewijn. En De Wilde live op antenne toebeet: ‘Maurice, drink een borrel en zwijg nu even.’ Er kunnen Karel grosso modo twee dingen worden aangewreven. Het eerste is dat hij Armand Pien verbood om na de ramp van Tsjernobyl de verhoogde radioactiviteit in onze sla mee te delen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content