Brengt het Ierse ‘nee’ de Europese verkiezingen van 2009 in gevaar?

Een ‘Akte van Verlatinghe’ uit de Europese Unie zal Ierland niet gauw tekenen. Sinds de toetreding tot de Unie in 1973 heeft Ierland zich van het meest armlastige land van het Avondland opgewerkt tot de rijkste natie – na de Luxemburgers. De industriepool rond de Liffey draait in ongewoon hoog tempo, de industrie smeekt om Poolse ambachtslui en handwerklieden (en die zijn er intussen in zulke groten getale, dat ze een eigen krant uitgeven), Ierland is de grootste uitvoerder per hoofd ter wereld, de groei ligt zelden beneden de vijf procent. Maar ook: meer dan een vijfde van de bevolking leeft onder de armoedegrens. En dat heeft de veelgeplaagde nieuwe eerste minister Brian Cowen geweten.

Want terwijl alle politieke partijen opriepen om ‘ja’ te stemmen (behalve de republikeinse Sinn Féin, die de afwijzende uitslag van de volksraadpleging over het Hervormingsverdrag van Lissabon bij monde van Gerry Adams ‘een krachtig signaal voor een meer sociaal gerichte Europese Unie’ noemde), waren de vakbonden, het middenveld, de arbeidersbeweging, de populisten en de nationalisten niet gediend van de Europese chantage: stem ja of je zult het voelen. Het was nochtans onder een stralende hemel, die vrijdag 13 juni, dat de Ieren zich mochten uitspreken. En traditioneel betekent goed weer een hogere opkomst, en een hogere opkomst meer steun voor de regering. Wat als het geregend had?

Alleen is het geheugen van de Europese Unie erg kort, en de strategie nogal benepen. Vergeten is dat Ierland, met zijn grote gevoeligheid voor internationale schokken en afhankelijkheid van de Amerikaanse economie, net door een tunnel moet. Vergeten is dat nationale problemen een doorslaggevende rol kunnen spelen, met name het gedwongen aftreden van Cowens voorganger Bertie Ahern in een corruptieschandaal. Vergeten is ook dat het Verdrag van Nice al in 2000 was weggestemd omdat Brussel geen rekening houdt met nationale gevoeligheden, zoals de militaire neutraliteit of het behoud van de lage btw in het belastingarme Liffey Valley Park, of de verknochtheid aan het Gaelic, al was het maar om de vroegere Britse kolonisator te jennen. En dan komt daar een onbehouwen Franse minister als Bernard Kouchner verkondigen dat ‘de Ieren bang zijn voor de ontwikkelingen in de Unie en geen vertrouwen hebben in de politici’.

Dat laatste kan best kloppen, en niet alleen in Ierland. De Unie is altijd een project van het zakenleven geweest, en heeft amper oog gehad voor sociale tegemoetkomingen. De politici die de Unie een stem moeten geven blijven stemmen langs nationale lijnen – of hoe moet anders Sarkozy’s afwijzing van de uitbreiding geïnterpreteerd worden, zijn onwil om landbouwfondsen af te bouwen, zijn gedrevenheid om een eigen force de frappe en een zetel in de Veiligheidsraad jaloers te bewaken? Dat Frankrijk is vanaf 1 juli de nieuwe voorzitter van de Unie. En nadien komt Tsjechië.

De Europese Unie ligt op apegapen. Drie landen willen eigenlijk geen verdrag, en er is meer dan een barst over de uitbreiding. Frankrijk wil parforce alle gesprekken stopzetten tot Lissabon is geratificeerd. Sarkozy en Angela Merkel, één front. De Zweedse premier Fredrik Reinfeld leidt het afwijzingsfront, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk blijven zweren bij een ruime vrijhandelsassociatie. De koorts stijgt in Kroatië, want dat land is klaar om in 2010 toe te treden. Maar wat met Turkije, Bosnië, Montenegro, Macedonië?

Hamvraag blijft dus of Europese verkiezingen in juni 2009 gewoon doorgang kunnen vinden. En zo ja, op welke gronden. Nice voorzag alleen een Unie van 27 lidstaten, en dus een afbouw van het aantal parlementsleden. Hoe de kieslijsten op te maken, bijvoorbeeld in België dat twee zetels verliest, als er toch nog volgens de regels van Nice dient gestemd? Het is trouwens onzeker of België tijdig zal ratificeren, want Brussel is nog niet klaar, en Vlaanderen heeft de ratificatie niet eens geagendeerd – terecht overigens, als Europa misnoegd blijft doen over het minderhedenverdrag, de eentaligheid van de gewesten, de randgemeentepolitiek, en de miskenning van de gelijkwaardige rechtsgeldigheid van Vlaamse decreten.

Ierland staat niet alleen. Er zal een handige toreador nodig zijn om alle eurocri-tici, vissers, boeren, gastarbeiders, inwijkelingen, regionalisten, jingoisten en atlantisten opnieuw in de kraal te krijgen. En het zal niet commissievoorzitter José Manuel Barroso zijn die daarin slaagt.

DOOR LUKAS DE VOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content