Nog geen twee maanden na de verkiezingen staat in Duitsland de coalitie van groenen en SPD al onder zware druk. De sociaal-democraten breken de ene na de andere verkiezingsbelofte. Dat zorgt voor grote irritatie bij de kleinere partner. Maar de groenen hebben voorlopig geen alternatief voor de stuurloze en onberekenbare SPD.

Sissend van woede was de groene bondsdagafgevaardigde Christian Ströbele vorige week. Op het spreekgestoelte van de Bondsdag las ‘superminister’ van Economie en Arbeid Wolfgang Clement (SPD) neerbuigend de kleine coalitiepartner de les over ‘de noodzaak van solidariteit’ en over ‘idealen die moesten wijken voor de realiteit’. De groenen, aldus Clement, moesten zich leren te beheersen en niet onnodig de toch al lastige situatie voor de regerende partners verder bemoeilijken om terug te komen op gemaakte afspraken. Ströbele beet zich op zijn tong. ‘Het is toch niet te geloven’, zei hij later. ‘Wie komt er nu terug op gemaakte afspraken?’

Vier weken na de plechtige ondertekening van het regeerakkoord tussen groenen en sociaal-democraten stond de coalitie vorige week bijna op springen. Een deel van de groene parlementsleden weigerde akkoord te gaan met de verhoging van de wettelijke pensioenpremies waartoe de SPD zonder veel overleg had besloten en die ook niet was afgesproken in het regeerakkoord. Vooral de jonge afgevaardigden toonden zich teleurgesteld in de SPD en wilden hun zin tot het bittere einde doorzetten, zeer tegen de wens van de partijleiding in, die uiteindelijk met een zwak compromis de dreigende opstand de kop indrukte en de SPD alsnog tegemoetkwam.

Volgens Ströbele was het incident vooral een uiting van de groeiende onvrede over het gebrek aan capaciteit van de Duitse sociaal-democraten om het land te besturen. En de groenen staan daarin zeker niet alleen. Heel Duitsland is onthutst door de stroom van lastenverhogingen waarmee de SPD direct na de verkiezingen het land had geconfronteerd en waarover met geen woord in de verkiezingscampagne was gesproken. En heel Duitsland kijkt met stijgende verbazing naar de manier waarop voorstellen weer worden gewijzigd, ingetrokken of hier en daar zelfs worden verzwaard, zonder veel publieke discussie en zonder een concept voor de toekomst.

Bondskanselier Gerhard Schröder (SPD) had zijn beleid in vlakke bewoordingen verdedigd met het ‘behoud van sociale rechtvaardigheid’ waartoe de Duitse kiezer de SPD volgens hem had gemandateerd in een tweede ambtstermijn. De rood-groene coalitie zou zich inzetten voor het behoud van ‘gelijke kansen’ voor iedereen in Duitsland, vooral voor degenen die achterop dreigen te raken, zoals het legioen van ruim vier miljoen werklozen. Duitsland, zo maakte hij duidelijk, zou eraan moeten wennen dat de staat niet meer alles voor zijn rekening zou kunnen nemen.

Maar van een drastische reductie van het overheidsapparaat zou tegelijkertijd geen sprake zijn. De lastenverhogingen waren het gevolg van de ‘dramatische conjuncturele omstandigheden’ die onverwacht grote gaten hadden geslagen in de begroting, waarmee – kennelijk – niemand rekening had gehouden. Grootse vergezichten, die de ‘offers’ die de Duitsers zich de komende vier jaar moeten getroosten zouden kunnen legitimeren, bleven evenwel volledig onbenoemd.

De oppositie trok fel van leer tegen de ‘leugens’ van de SPD. Fractieleidster Angela Merkel van de christen-democratische CDU verwees naar ten minste vier uitspraken van de bondskanselier en zijn minister van Financiën Hans Eichel tijdens de verkiezingscampagne, dat van lastenverhogingen geen sprake zou zijn. Ze noemde het ‘hoogst ongeloofwaardig’ dat het de staat plotseling veel slechter vergaat dan Eichel kort voor de verkiezingen nog in een begrotingsdebat had aangegeven.

Deze ‘leugens’, plus de ‘ongehoorde’ wijze waarop de kanselier de goodwill van de bondsrepubliek in het buitenland had ‘misbruikt’ ten bate van zijn eigen herverkiezing en de ‘volstrekt onverantwoorde lastenverhogingen’ waarmee de regering de toch al zwakke economie alleen maar verder uitholt, brachten de CDU tot de conclusie dat deze regering – en met name deze kanselier – ‘volstrekt incapabel zijn’ het land te regeren.

Buiten het Rijksdaggebouw werd vooral het gebrek aan visie bij de sociaal-democraten gehekeld. Met name de enige verklaring die de kanselier had gegeven voor het beleid, het behoud van sociale rechtvaardigheid, werd gekraakt. ‘Sociale rechtvaardigheid’, schreef commentator Nicolaus Piper van de links-liberale Süddeutsche Zeitung in een uiterst kritisch stuk over de SPD, is in het huidige Duitsland een dooddoener, want wie wil in een moderne democratie sociaal onrechtvaardig zijn? Hij voegde zich daarmee bij de lange rij critici, die de SPD ervan beschuldigen een gebrek aan visie met een groeiend gebruik van demagogie te willen compenseren.

ALLES MOET WIJKEN VOOR HARTZ

Ook anderen kraakten de gebreken bij de SPD. Geen econoom, zelfs de meest progressieve, kon het beleid billijken om met lastenverhogingen de tekorten op de begroting te dekken, in een land waar de kosten van arbeid de pan uit rijzen en de hoge lasten juist een van de belangrijkste oorzaken zijn van de hoge werkloosheid.

‘De SPD is alleen maar bezig met de korte termijn: de eigen herverkiezing bij deelstaatverkiezingen volgend jaar februari en natuurlijk bij volgende bondsdagverkiezingen’, schamperde een volksvertegenwoordiger van de liberale FDP. ‘Ze zijn na vier jaar ruzie met de groene coalitiepartner en weinig resultaten, de verkiezingen ingegaan zonder een concreet programma en de onbuigzame maatschappelijke visie dat aan de welvaarsstaat op geen enkele manier getornd mag worden. Toen de verwijten hen om de oren vlogen dat ondanks al hun mooie woorden de werkloosheid nog geen procent minder was, hebben ze vliegensvlug de Hartz-voorstellen als programma geadopteerd. Een teken van grote armoede.’

Voor ‘Hartz’ moet alles wijken. Peter Hartz, lid van de raad van bestuur van Volkswagen, kwam half augustus met een 350 pagina’s tellend boekwerk vol voorstellen hoe met maatregelen als onder meer betere bemiddeling, het afvloeien van oudere werknemers en het beter opleiden van jonge werklozen, de werkloosheid in drie jaar met twee miljoen mensen verminderd kan worden. Economen noemen de voorstellen van Hartz vooral ‘symptoombestrijding’ en geen substantiële hervorming die tot meer banen zal leiden.

Om ‘Hartz’ te doen slagen, mogen in de beperkte economische visie van de SPD geen maatregelen worden genomen die de werkloosheid op korte termijn zouden kunnen doen stijgen, zoals snijden in de overheid zelf bijvoorbeeld, een van de grootste werkgevers in Duitsland. Dus geen kleinere ministeries, geen bezuinigingen op het onderwijs (integendeel), geen bezuinigingen op politie en justitie, beperkte bezuinigingen op defensie (vooral materieel), geen bezuinigingen op infrastructuur. Behalve tot meer werkloosheid zouden dergelijke bezuinigingen alleen maar kunnen leiden tot grotere onpopulariteit, vrezen veel SPD-kopstukken.

Daardoor worden belangrijke hervormingen uitgesteld die op de duur tot een aanmerkelijk slankere en efficiëntere overheid zouden kunnen leiden en tot meer ruimte voor het zwaar belaste Duitse bedrijfsleven. Zo zou het schrappen van eenderde van de tienduizenden regels en wetten waaraan Duitsers zich bij alles in het leven dienen te houden – en die tot een stortvloed van processen leiden die het Duitse justitiële systeem zwaar belasten – de kosten voor zowel overheid als bedrijfsleven drastisch kunnen reduceren. Maar de SPD piekert niet over vermindering van het aantal regels, hoewel een serie progressieve rechters er hartstochtelijk voor pleit. De afschaffing van de dienstplicht en het leger verkleinen en veranderen zou niet alleen een fikse besparing kunnen opleveren, maar bovendien een populaire maatregel bij de Duitse jeugd zijn. De groenen willen het graag, de SPD houdt de boot af.

Alleen in de gezondheidszorg is de partij nu bereid structureel het mes te zetten, nadat de ziekenfondsen gedreigd hadden de premies andermaal fors te moeten verhogen. Dat was zeer ongewenst, omdat die hogere kosten bovenop alle andere verhoogde kosten zouden komen en daarmee arbeid opnieuw duurder zou worden, met alle nadelige gevolgen voor de werkgelegenheid. De ziekenfondsen worden nu gedwongen hun premies gelijk te houden (en moeten geld lenen om hun tekorten aan te vullen) en bij de zorg moet drie miljard euro worden bezuinigd, vooral in de kosten voor geneesmiddelen. En er komt een commissie die een grootscheepse hervorming van het gezondheidszorgsysteem en het overbelaste Duitse pensioensysteem moet ontwerpen. Maar het succes van de commissie wordt door de gezondheidssector bij voorbaat in twijfel getrokken, omdat met de aangekondigde kortetermijnbezuinigingen veel good- will om nog eens structureel te hervormen verloren is gegaan.

Ook bij de aangekondigde bezuinigingen op het gezondheidssysteem vond de SPD vooral de kleinere regeringspartner op zijn weg. De groenen weigerden aanvankelijk met de SPD mee te gaan, omdat vooral de patiënten de dupe zouden kunnen worden van drastische bezuinigingen en premiebevriezingen. Bij de groenen vraagt een groeiend aantal leden zich dan ook serieus af of het wel goed toeven is bij de sociaal-democraten, en of er langzaam toch ook niet eens gekeken moet worden naar de christen-democraten. Want wie goed naar het programma van de CDU kijkt, ziet behalve de duidelijke verschillen tussen beide partijen toch ook opvallend veel overeenkomsten. Alleen wordt daar op dit moment nog niet zo heel nadrukkelijk de klemtoon op gelegd. Voorlopig nog niet.

Zeger Luyendijk

Een rij critici beschuldigt de SPD ervan een gebrek aan visie met een groeiend gebruik van demagogie te compenseren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content