Hubert van Humbeeck

Het was, tijdens de voorbije verkiezingscampagne, niet de gelukkigste interventie van Marc Van Peel. Een volgend regeerakkoord met zijn partij, vond de CVP-voorzitter enkele weken voor 13 juni, moest zeker opnieuw een clausule bevatten dat er in ethische kwesties geen initiatief werd genomen op basis van een wisselmeerderheid. In mensentaal wou dat zeggen, dat als socialisten of liberalen met de CVP wilden regeren, ze er niet moesten aan denken om samen een voorstel over euthanasie uit te werken – want daar ging het om.

De houding van de christen-democraten op dat vlak wordt nog altijd ingegeven door de wijziging van de abortuswetgeving in het begin van de jaren negentig. De partij voelde zich toen door een toevallige meerderheid van liberalen en socialisten voor schut gezet. Ze zag de abortuswet als een nederlaag – indien niet als een vernedering. Ze probeert nu de deur op slot te houden, of ten minste het debat te voeren op haar voorwaarden. Het stemt andere partijen wrevelig: die verwijten de CVP dat ze haar gedachtegoed aan de hele samenleving wil opdringen, ook al is daarvoor geen meerderheid meer.

Voor de goede orde: het woord euthanasie stamt uit het Grieks, en wil zoveel zeggen als de zachte of de goede dood. Het betekent dat het leven van een patiënt die ongeneeslijk ziek is of ondraaglijk lijdt wordt beëindigd door het toedienen van bepaalde middelen of door een behandeling niet te verstrekken. Het ene heet actieve, het andere passieve euthanasie; ze zijn bij ons allebei even strafbaar.

De Nederlandse regering legde vorige week een nieuw wetsontwerp over het onderwerp aan het parlement in Den Haag voor. Daar heerst al bijna tien jaar een zogenaamd gedoogbeleid tegenover euthanasie. Dat wil zeggen dat het onder bepaalde, strenge voorwaarden wordt getolereerd – zij het dat de dokter in principe strafbaar blijft. De nieuwe wet haalt euthanasie niet uit de strafwet, maar bepaalt dat de dokter die zorgvuldig handelt niet langer strafbaar is. Een arts die zich aan de regels houdt, is met andere woorden niet langer rechtsonzeker.

Euthanasie maakt in Nederland geen voorwerp meer uit van een maatschappelijk debat: het is er door een grote meerderheid van de bevolking aanvaard. Ook de christen-democratische partij CDA voert er geen oppositie mee. Verzet is er alleen van enkele kleine orthodox-protestantse partijtjes tegen sommige aspecten van de nieuwe wet – met name daar waar de regeling wordt uitgebreid tot wilsonbekwame personen.

Nederland is een voorloper. Elders, ook bij ons, wordt het onderwerp nog slechts schoorvoetend benaderd – hoewel het probleem zich volgens studies in Belgische ziekenkamers nauwelijks minder stelt dan in Nederland. Het medische korps staat huiverig tegenover een wetgevend optreden. Dat zal immers wellicht een meldingsplicht inhouden, en een eventueel onderzoek op een terrein waar de grenzen hoe dan ook vaag zijn. Het raadgevend comité voor bio-ethiek, dat door het parlement aan het werk werd gezet, kwam tot een verdeeld advies.

Er is dus ook in België in ieder geval over nagedacht; de praktijk kan daar niet omheen. Het is algemeen aanvaard dat dokters de therapie van ongeneeslijk zieke mensen die lijden, laten uitdoven. Er is veel aandacht besteed aan palliatieve zorgen en pijnbestrijding. Er is in vele gevallen overleg met de familie en met de betrokkene zelf.

Toch willen veel mensen het einde niet nodeloos rekken, voor zichzelf en voor hun omgeving. Niet iedereen kan de confrontatie met de naderende dood aan. Dan kijken mensen in de spiegel. Ze willen daarover vooraf sereen afspraken maken.

Dat vraagt om respect, niet om een ideologische loopgravenoorlog. Het is niet zo dat de staat bij een euthanasieregeling het recht overneemt om te beslissen over leven en dood, zoals vorige week in een eerste polemische opstoot te lezen was. Sciencefiction-argumenten over dementerende oudere mensen die straks om besparingsredenen uit de weg worden geruimd, doen niet terzake. Dat doet denken aan de slag die rond abortus werd gevoerd – en daar heeft de CVP gelijk: laten we die niet overdoen.

De regering legt de discussie in handen van het parlement, ze zal zich als dusdanig niet uitspreken. Onder meer VLD-kamerlid Etienne De Groot, dokter van beroep, kondigt een initiatief aan. Zijn partij wil een tekst die niemand per se tegen de borst stoot. Een politiek gevecht met winnaars en verliezers past in deze ook niet. De verliezer is immers sowieso bekend: het is de mens die sterft.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content