Niet alleen de toekomst van Afghanistan is aan de orde, ook het voortbestaan van Pakistan baart zorgen.

De fundamentalisten organiseren het verzet tegen de Amerikaanse aanvallen op de Taliban. Maar in Pakistan is het wantrouwen tegenover de Amerikanen algemeen. In de jaren tachtig mocht het land in onderaanneming de Afghaanse oorlog tegen de Sovjet-Unie voeren, en daar finaal de kosten voor betalen. Maar na het vertrek van de Russen uit Afghanistan werd Pakistan prompt in de steek gelaten. Waarna het ineens economische sancties begon te regenen. Zelfs de meest gematigde Pakistaanse intellectueel vindt dat de Verenigde Staten zich unfair hebben gedragen. Niemand kan vergeten dat het met Pakistan sindsdien van kwaad naar erger ging. Blijft de vraag: zullen al die anti-Amerikanen ook opstappen in betogingen tegen de beslissing van president Musharraf om _ al was het maar omdat hij geen andere keuze had _ in dit conflict met de Amerikanen op te trekken?

VERSPREIDE ACTIES

Het antwoord ligt op straat. De eerste oorlogsdagen verliepen vrij rustig in Pakistan, behalve dan in de noordelijke Pashtun-zustersteden, Quetta en Peshawar, waar Afghaanse vluchtelingen de helft van de bevolking uitmaken. In Quetta vielen doden omdat de politie onvoorbereid was. Elders niet. Bush-poppen en Amerikaanse vlaggen werden verbrand, mensen schreeuwden wat onzin, Osama Bin Laden werd tot held uitgeroepen en Amerika, Europa, het zionisme en CNN werden verguisd. Daar bleef het bij.

Als antwoord op de opruiende taal vanuit de madrasa’s _ de koranscholen waar de militante beweging op drijft _ waar de kopstukken dreigden miljoenen mensen op straat te brengen, werden enkele leiders door de geheime dienst opgepakt.

Vorig week vrijdag was een test, zoals de volgende vrijdagen. Na het vrijdaggebed zouden de militante religieuze groepen het protest organiseren, en werden de koppen geteld. In de hoofdstad Islamabad kwamen die middag goed vierhonderd man op straat. Ze stonden mooi opgesteld en strijdlustig achter hun plakkaten, dat wel. Maar het ging grotendeels om jongens van 9 tot 14 jaar in typische kostschoolkleren. In de noordelijke steden werd betoogd als tevoren. In Karachi, de heethoofdige zuidelijke havenstad, vond een reuzengrote meeting met duizenden mensen plaats. Woedende betogers maakten er de stad onveilig. Twee restaurants van de keten Kentucky Fried Chicken gingen in vlammen op. Ziekenwagens reden af en aan. De politie hanteerde de wapenstok en verspreidde traangas. Naderhand werd ook met scherp geschoten. Een zevental mensen belandden met schotwonden in het ziekenhuis. Nog een wonder dat er vrijdag maar één dode werd betreurd: een politieman, niet eens in Karachi, maar ergens in het noorden. Zaterdag leek de rust terug te keren. Maar in Islamabad is iedereen het erover eens: dit kan niet blijven duren.

GENERAALS ONDER ELKAAR

Generaals hebben niet meteen een goede reputatie in Pakistan, een land dat geregeld onder militaire dictaturen heeft gezucht. Toen Pervez Musharraf, een generaal die president werd, op de dag van de eerste bombardementen zijn legerstaf omvormde, werd dat niet als een coup, maar als een zuivering beschouwd. Sommigen verwachtten reacties van conservatieve militairen. Het gonsde van de geruchten over coups en tegencoups.

In Lahore gaf Ahmed Rashid, auteur van het intussen befaamde boek Taliban, zijn visie op de zaak: ‘Drie generaals, Mahmoed Ahmad, baas van de geheime dienst ISI, Muzaffar Usmani, de vice-stafchef van het leger, en Mohammed Aziz Khan, de korpscommandant van Lahore, hadden samen vier jaar lang de Taliban-politiek in handen, met de gevolgen die we kennen. Uiteindelijk ondernamen ze samen met Musharraf de staatsgreep tegen Nawaz Sharif. Het zijn islamisten van de harde lijn. Ze zijn erg tegen de politieke ommezwaai van Musharraf gekant. Door hen tijdig weg te werken, voorkwam Musharraf een verdere polarisering.’

Kenners spreken van een elegante oplossing. Luitenant-generaal op rust Talat Masood: ‘De promoties en overplaatsingen kwamen er toch aan. Musharraf heeft ze even vervroegd. Zodoende versterkte hij zijn positie in het leger en kon hij zich weer met nationale problemen inlaten. Aziz werd bevorderd tot een positie waar hij over niets alleen kan beslissen. Kicked upstairs, zoals ze zeggen.’

Is dit het einde van de sinistere geheime dienst ISI? Of ten minste van dienst Afghanistan-politiek? Talat vindt dat een voorwaarde voor de normalisering van de staat: ‘Een staat in de staat, een geheime dienst die de regering een politiek oplegt, dat kan niet langer. De ISI zal zich daarbij moeten neerleggen.’

Ahmed Rashid: ‘De nieuwe ISI-baas is een leek, een liberal, die heel kritisch tegenover de Taliban stond. Bovendien is hij een Pashtun. Intussen krijgt de ISI in eigen rangen heel wat op te ruimen. Ik heb ze in Afghanistan bezig gezien. Ze waren daar islamitischer dan de Taliban. Ze droegen zelfs langere baarden dan de Taliban. Letterlijk.’

DE TOEKOMST VAN KABUL

Hoe moet het nu verder met Afghanistan, vragen ze zich in Islamabad af. De zaak ‘schoonbombarderen’ lijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Grondtroepen inzetten, lijkt weinig aantrekkelijk. De Noordelijke Alliantie haar gang laten gaan, is ook geen oplossing. En de Amerikanen lijken dat te beseffen.

Ahmed Rashid: ‘Ze bombarderen dumps en infrastructuur, communicatieposten en de hoofdkwartieren die ze vinden, maar zelden raken ze Taliban-artillerie, tanks of troepen. Wellicht hebben ze geen zin om de Noordelijke Alliantie al te snel Kabul in handen te spelen. Wellicht trachten ze de ineenstorting van de Taliban uit te stellen tot ze een politieke oplossing hebben. Trouwens, bij de vorming van een nieuwe Afghaanse regering _ als ze willen dat die daadwerkelijk regeert _ zullen ze onvermijdelijk een deel van de Taliban moeten opnemen. Want er is geen andere Pashtun-vertegenwoordiging. De Taliban kunnen verslagen worden, in elkaar storten, maar daarmee is de oorlog lang niet afgelopen.’

Rashid onderscheidt twaalf verschillende vrijwilligersgroepen die in Afghanistan opereren, onder hen Arabieren, Chinezen, Indonesiërs, Centraal-Aziaten, Iraniërs, en natuurlijk Pakistanen. Die zullen tot het bittere einde vechten, want ze kunnen nergens heen. En daar schuilt voor de Pakistanen het grootste gevaar. Als die groepen blijven strijden, dan kan het gewoel overslaan naar de grensprovincies: Belutsjistan, en de noordwestelijke provincie met Peshawar. Dat zijn nu al tribal areas met een twijfelachtig statuut. Als daar, door de acties van de Taliban-gezinden, de anarchie toeslaat en er no go areas ontstaan, komt heel Pakistan in een lastig parket terecht.

Redenen genoeg dus om snel tot de vorming van een nieuwe Afghaanse regering over te gaan. Een regering waarin alle religieuze en tribale groepen zetelen. Minister Abdul Sattar van Buitenlandse Zaken zei daarover tegen Knack: ‘Natuurlijk moeten er Pashtuns in de nieuwe regering komen. Zij maken 40 procent van de Afghaanse bevolking uit. Maar ik zie weinig leiders die hen kunnen vertegenwoordigen. De Taliban? Misschien. Alleen daarom hoop ik dat koning Zahir Shah een rol zal spelen. Hij is een Pashtun van de Durrani-stam. Hij spreekt niet alleen de Pashtun-talen, maar ook Farsi. De enige manier om eruit te geraken, is door een regering te vormen die alle Afghanen vertegenwoordigt.’ En daarop zit Pervez Musharraf te wachten.

Sus van Elzen

‘Ik heb de ISI in Afghanistan bezig gezien: ze droegen langere baarden dan de Taliban.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content