© Financial Times

Negen jaar geleden raakte ik op de trein toevallig in gesprek met Tony Blair. Over Europa zei hij: ‘Het komt erop aan erbij te zijn, zo constructief mogelijk mee te werken en dan zullen we ze wel overtuigen van onze ideeën.’ Verbijsterd door zo veel naïviteit antwoordde ik: ‘Ik ken dat scenario, ik weet hoe dat afloopt.’

Ik moet toegeven dat ik me heb vergist. Blairs recente giftige woordenwisseling met Jacques Chirac mag ons bekend in de oren klinken, maar dit keer is het scenario wel degelijk anders en is de afloop ervan niet bekend.

Ik voel mee met Tony Blair. Wat hij nu meemaakt, doet mij denken aan het jaar 1992 toen ik als minister van Financiën aan mijn Europese collega’s moest meedelen dat het Verenigd Koninkrijk het Europese wisselkoersmechanisme verliet. Dat viel niet in goede aarde en ik werd ervan beschuldigd ‘niet flexibel’ te zijn. Net als Blair vandaag.

Het probleem met de Europese Unie is dat ze zelf haar interne tegenstellingen verscherpt. Daarom loopt de euro het gevaar te verdwijnen: de munt zelf eist tegenstrijdige beslissingen van de Europese Centrale Bank. In een rationele wereld zou het ons niets kunnen schelen dat de Fransen minder uren werken. Laat ze op die voorwaarden concurrentie voeren en ze zullen na een tijd wel hervormingen doorvoeren. Leg die hervormingen op en je hebt een crisis.

Dat gezegd: ik heb zelden zo veel Frans pessimisme gezien als de laatste weken. Het probleem is dat de Frans-Duitse as niet erg doeltreffend meer is in de verdediging van de Franse belangen. De uitbreiding heeft de effecten afgevlakt en Duitsland is niet meer bereid om Parijs altijd en overal te steunen.

Hoe moet het nu verder? Het gevaar dat we in een onaanvaardbare politieke unie gezogen worden, is voorlopig geweken. Maar ik blijf geloven dat de EU de Britse economie schade berokkent en dat we die op verschillende manieren moeten beperken. De lappendeken van Europa’s natiestaten vraagt om een of andere koepelorganisatie. Alleen hebben we het verkeerde Europa gebouwd met de verkeerde instellingen.

Het ontwerp van Europese grondwet is begraven en kan moeilijk herrijzen zonder de publieke opinie op stang te jagen. Maar de wil om verder te integreren blijft sterk, zoals bleek uit het scherpe commentaar van de anders zo voorzichtige Jean-Claude Juncker. Ik vrees dat men toch zal proberen heel geleidelijk onderdelen van de grondwet in te voeren. Door een permanente voorzitter van de Raad van Europa aan te stellen of een woordvoerder voor het gemeenschappelijk buitenlands beleid, bijvoorbeeld. Dat zou een enorme vergissing zijn, zeker nu het duidelijk is dat de burgers boos zijn omdat de Europese leiders geen rekening houden met hun mening.

Tony Blair moet ervoor zorgen dat Europa veel minder veel beter doet. De eerste stap moet zijn de inperking van de macht van de Europese Commissie, die moet worden hervormd tot een klassieke ambtenarij. De meeste Europese wetten moeten worden geschrapt. Dan moeten we bij wet vastleggen dat het de natiestaten toekomt te doen wat zij het beste kunnen doen. Die wet vermeldt het best dat alle Europese wetten eerst moeten worden goedgekeurd door de nationale parlementen.

De EU heeft niets te maken met raciale of seksuele discriminatie, tabaksreclame of voedsel. De eenheidsmarkt, die nog steeds niet bestaat, moet er dringend komen. De begroting moet beperkt worden tot de echt essentiële uitgaven. Er is een plaats voor de EU als het om buitenlandse politiek gaat, maar dat is iets anders dan één gemeenschappelijk beleid. En alle ‘Europese ambassades’ moeten worden opgedoekt.

Kortom: wat we écht nodig hebben, is een Europa zonder europeanisering.

Norman Lamont Copyright Financial Times

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content