Zowat overal zijn de voorbije decennia genootschappen ontstaan rond Kuifje en het werk van Hergé. In Frankrijk werd zelfs een genootschap opgericht door parlementairen die zich tot de tintinophilie bekennen.
De bekendste vereniging, althans in onze contreien, is het Hergé Genootschap, met ruim 600 leden, dat zich tot nobel doel stelt het oeuvre van Hergé te onderzoeken en te promoten. En het genootschap, dat uitstekende banden heeft met de Stichting Moulinsart (die de rechten van Hergé beheert), doet dat enthousiast met diverse publicaties en op een eigen webstek.
Veel minder bekend, maar bijzonder boeiend is de geheime Faculté Tryphon Tournesol de Tintinologie, onder ingewijden bekend als ‘de F.T.T.T.’ – Tryphon Tournesol slaat uiteraard op professor Zonnebloem, een van de centrale figuren in de grote Kuifjegalerij.
Dit occulte, overwegend Franstalige genootschap van zelfbenoemde Hergénauten bestaat uit Belgische leden van diverse vrijmetselaarsloges die de passie voor Kuifje en voor het werk van Hergé delen.
Jaarlijks worden deze logeleden via een Bulletin de liaison opgeroepen om zich, veelal op een zondagmorgen, te verzamelen in een geheime werkplaats in Oostende. Daar buigen de leden zich over ernstige vraagstukken als Hergé et la folie – Tintin et les médecins of A fond, la faune. Nos compagnons les animaux devant le mirroir de Tintin.
Een van de leden maakte zelfs een eigen, vrij hilarische strip, L’Affaire Tchang – verwijzend uiteraard naar Tchang, de Chinese kunstenaar die Hergé assisteerde bij het uitwerken van De Blauwe lotus.
Een ander achtenswaardig F.T.T.T.-lid componeerde een doorwrochte biografie van La Castafiore, die, volgens hem, eigenlijk een castraat is en Fiorentino Casta heet.
Een ander bijzonder werkstuk is L’Affaire Sponsz, een heuse gerechtsenquête rond en over kolonel Sponsz, hoofd van de Bordurische geheime dienst en, zoals alle Kuifjeliefhebbers weten, het brein achter De zaak Zonnebloem. Sponsz speelt ook een rol in Kuifje en de Picaro’s, doch onder zijn nieuwe naam Esponja, want nu actief in San Theodoros, in dienst van generaal Tapioca.
Al deze werkstukken worden, na een goedkeurende knik van de aanwezigen, in een kleine, genummerde en veelal door de auteur gesigneerde oplage verspreid onder de leden en enkele uitverkoren gelijkgestemden die absolute geheimhouding zweren.
Niet alleen door de kleine oplage van deze publicaties – hooguit honderd exemplaren – maar ook en vooral door de strikte geheimhouding die alle logeleden bindt, zijn de publicaties van de Faculté Tryphon Tournesol nagenoeg onvindbaar en daarom des te meer gezocht door de liefhebbers. Een volledige fondslijst, laat staan bibliografie van de F.T.T.T.-publicaties is, om die begrijpelijke reden, niet voorhanden.
