De leeuw krijgt het kwaad

JAGENDE LEEUW Jagers betalen ongeveer 100.000 euro om een leeuw te mogen schieten. © SCIENCE PHOTO LIBRARY

De bescherming van leeuwen lokt verhitte wetenschappelijke discussies uit.

De vondst van meer dan 250 tanden en wat andere fossiele beenderen in het Vlaams-Brabantse Dormaal volstond om van de gemeente een biologische geslachtsnaam te maken: Dormaalcyon. Volgens paleontoloog Floréal Solé van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen ligt het nieuwe geslacht aan de basis van de vleesetende zoogdieren, zoals leeuwen en tijgers. In Journal of Vertebrate Paleontology beschrijven hij en enkele collega’s de voorloper als een wendbaar dier dat zo’n 55 miljoen jaar geleden in bomen leefde. Het was destijds uiterst warm op aarde, veel warmer dan nu, en in onze streken moet toen een dicht en altijd-groen woud gestaan hebben.

Uit de al lang geleden verdwenen Dormaalcyon ontsproten wonderlijke, en ook al uitgestorven, dieren als sabeltandtijgers en holenleeuwen. Vandaag zijn er leeuwen en tijgers, maar ook die krijgen het kwaad, vooral als gevolg van menselijke activiteiten. Ooit hadden ze een brede verspreiding over grote delen van de wereld. Nu zouden er amper 30.000 leeuwen en een dikke 3000 tijgers overblijven.

De bescherming van leeuwen zorgt voor verhitte discussies. Het is velen een doorn in het oog dat er nog altijd op leeuwen gejaagd kan worden, mét een vergunning. Jagers betalen ongeveer 100.000 euro om een leeuw te mogen schieten, en dat geld is nuttig om te vermijden dat het gebied waarin de dieren leven in landbouwgrond wordt omgezet. Het is een kwalijke zaak dat er dieren moeten worden geschoten om ze voor uitsterven te kunnen behoeden.

Het vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences presenteerde onlangs een nieuwe manier om te berekenen hoeveel leeuwen er in een gebied geschoten kunnen worden zonder de populatie te schaden. Het model geeft zelfs aan dat het mogelijk is dat een leeuwenpopulatie groeit met een doordacht afschot – de klassieke redenering van jagers die menen dat zij heilzaam zijn voor een biotoop.

In Nature werd een debat gevoerd over de vraag of er rond gebieden met leeuwen omheiningen moeten komen. Die dienen vooral om leeuwen tegen mensen te beschermen, en niet omgekeerd, vooral omdat mensen leeuwen gaan doden als die hun vee aanvallen. Omheiningen koppelen leeuwen los van menselijke activiteiten. Maar vooral voor grote gebieden zouden omheiningen, in de visie van critici, te veel kosten voor het effect dat ze hebben. Het omheinen van grote natuurgebieden illustreert bovendien perfect dat de mens niet vriendelijk is voor de weinige ongerepte natuur die ons nog rest.

DOOR DIRK DRAULANS

Dieren moeten schieten om ze voor uitsterven te behoeden: het is een kwalijke zaak.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content